6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld van een fiets en hennep, gepleegd op de openbare weg. Het initiatief om het slachtoffer te beroven van zijn wiet was van de medeverdachte afkomstig. De verdachte wist dat de medeverdachte van plan was iemand te beroven. Ondanks dat de verdachte in zijn proeftijd liep, heeft hem dit er niet van weerhouden dit feit te plegen. De verdachte is degene die het mes heeft getoond en tegen de keel heeft gedrukt van het slachtoffer. Ook heeft hij het slachtoffer geslagen. Hij wist dat er bij een straatroof iets zou kunnen gaan gebeuren, maar vond het ook een spannende vriendendienst. Met zijn handelen heeft de verdachte geen respect getoond voor het eigendomsrecht van een ander en heeft hij schade en hinder veroorzaakt. Het slachtoffer is aangetast in zijn lichamelijke integriteit en dit feit heeft gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt, hetgeen ook blijkt uit het schadeonderbouwingsformulier van de benadeelde partij.
De rechtbank heeft gelet op de inhoud van het uittreksel uit de justitiële documentatie van
9 mei 2022 waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld. De verdachte heeft voor zijn jonge leeftijd al een uitgebreid strafblad.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het geïntegreerd psychiatrisch en psychologisch onderzoek Pro Justitia van [naam 4] en [naam 3] waaruit blijkt dat er bij de verdachte sprake is van een normoverschrijdende gedragsstoornis beginnend in de kindertijd en van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling die tendeert in de richting van anti-sociale en borderline trekken. Ook is er sprake van een ernstige stoornis in cannabis gebruik.
De verdachte heeft aangegeven graag bij zijn moeder te willen wonen. Zij houdt hem in de gaten en controleert hem. Als hij zelfstandig gaat wonen is hij deze controle kwijt. Hij heeft deze controle naar eigen zeggen nodig. Teveel vrijheid is niet goed voor hem. Hij geeft aan dat hij dan ’s avonds teveel buiten is. Als het niet goed gaat, gaat hij met verkeerde vrienden om en komt hij weer vast te zitten. Tegelijkertijd geeft de verdachte aan het best spannend te vinden als zijn moeder boos op hem is; dan krijgt hij de behoefte de grenzen over te gaan en komt zijn ‘kickseeking’ naar voren. De verdachte heeft nog steeds last van een trauma uit zijn kinderjaren. Hij heeft last van flashbacks, onrust in zijn hoofd, woedeaanvallen, nachtmerries en hij slaapt slecht. Hij is inmiddels in behandeling en dat maakt hem rustiger en hij kan beter met zijn woede omgaan. Een eventuele plaatsing bij de Catamaran ziet de verdachte niet zitten en zijn moeder denkt dat dit averechts zal werken. Hij geeft zelf aan dat hij een voorwaardelijke PIJ-maatregel nodig heeft: er staat dan veel op het spel. Hij heeft de overtuiging dat hij met deze stok achter de deur zich wel aan voorwaarden kan houden.
Globaal gezien functioneert de verdachte op een beneden gemiddeld intelligentieniveau. In sociaal-emotioneel opzicht functioneert hij als een 11-jarige. Hij is een impulsieve, egocentrisch ingestelde jongen met een hoge spanningsbehoefte. Hij neigt direct te reageren op prikkels vanuit zijn omgeving. Hij zet innerlijke conflicten om in irritatie en agressief gedrag. Hij ervaart autoriteitsproblemen, is wantrouwend, grenzeloos en provoceert. Er is sprake van een beperkte frustratietolerantie en een beperkt inlevingsvermogen. Er is daarnaast sprake van een hoge angstgevoeligheid, waarbij structuur hem goed doet. Door zijn gerichtheid op directe behoeftebevrediging en acting-out gedrag verdraagt hij deze structuur moeilijk. De verdachte kan weliswaar praten over zijn problematiek, maar daarbij valt op dat hij de eigen problematiek sterk externaliseert.
Zijn wilsvrijheid om voorafgaande aan het tenlastegelegde tot gedragsalternatieven te komen in plaats van het plegen van het delict is in lichte mate beperkt geweest. De deskundigen adviseren het tenlastegelegde in enigszins verminderende mate toe te rekenen.
Ondanks vele malen uitgesproken goede intenties om begeleiding en behandeling aan te gaan, is de verdachte hiertoe op grond van bovenvermelde dynamiek feitelijk niet in staat gebleken. Aan alle aangeboden behandelingen in verschillende kaders heeft de verdachte zich onttrokken. Zonder verder ingrijpen wordt het recidiverisico op toekomstig gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. Een behandeling evenals een strikte begeleiding is noodzakelijk om het recidiverisico te beperken. Het is belangrijk dat de verdachte zijn emoties beter leert reguleren en spanningen op een adequate manier leert te uiten. Daarnaast kan EMDR behulpzaam zijn in de verdere traumaverwerking, maar is niet het hoofdaandachtspunt. Het is belangrijk dat de verdachte een uitgebreidere behandeling accepteert waardoor hij meer controle leert krijgen over zijn emoties en impulsen. Er moet aandacht zijn voor een positieve identiteitsontwikkeling. Tot slot wordt geadviseerd om het systeem in sterke mate bij de behandeling te betrekken en ook moeder voor de behandeling van de verdachte te motiveren. De deskundigen adviseren een voorwaardelijke PIJ-maatregel. Zichtbaar is dat de verdachte leerbaar is, ontwikkelingsmogelijkheden heeft en gemotiveerd lijkt te zijn voor school en werk. Er is een steunend netwerk aanwezig. De deskundigen denken hierbij aan een klinische start bij bijvoorbeeld de Catamaran of soortgelijke instelling, waarna kan worden toegewerkt naar zelfstandigheid via begeleid wonen. Daarnaast kunnen de voorwaarden als een enkelband ondersteunend zijn. Mocht blijken dat dit onvoldoende toereikend is, dan kan de voorwaardelijke PIJ-maatregel worden omgezet in een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel waardoor de mogelijkheid voor behandeling gewaarborgd blijft.
Ter terechtzitting heeft deskundige Keppel aangevuld dat de rapportage in mei 2022 is opgesteld en zij toen net wist dat de verdachte was geschorst en het ambulante traject was uitgezet. Het is mooi dat de verdachte deze kans heeft gegrepen. De verdachte moet stappen zetten richting zijn volwassenheid en zijn problematiek moet worden behandeld. Het ambulante traject loopt. Een verplichte opname van de verdachte in een kliniek met het grote risico dat hij weer wegloopt lijkt nu niet wenselijk. De verdachte moet werken aan zijn agressie, emotieregulatie en impulscontrole. Hij moet leren hoe hij met spanningsbehoeften om moet gaan. Het cannabisgebruik kan hier een verstorende invloed op hebben. Op dit moment zijn er geen problemen thuis. Het is belangrijk dat er ouderbegeleiding komt, zodat de moeder van de verdachte ook weet wat er speelt.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het strafadvies van de Raad voor de Kinderbescherming van 13 juli 2022. De Raad voor de Kinderbescherming sluit zich aan bij het advies van de deskundigen, zijnde een voorwaardelijke PIJ-maatregel met voorwaarden voor behandeling en begeleiding vanuit de jeugdreclassering. Een voorwaarde voor een start van de behandeling in een klinische setting acht de Raad voor de Kinderbescherming niet opportuun nu er al behandeling plaatsvindt en dit verder vorm krijgt in ambulante vorm. Het is belangrijk dat de verdachte meewerkt aan hulpverlening vanuit Mondriaan of De Horst. Gezien de lange tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten ziet de Raad voor de Kinderbescherming geen meerwaarde in een werkstraf en/of een gedragsinterventie. Naast de maatregel kan worden volstaan met het opleggen van een jeugddetentie gelijk aan het aantal dagen voorarrest.
Uit een aanvullende rapportage van de jeugdreclassering van 22 juli 2022 blijkt wat er sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis op 7 juni 2022 is gerealiseerd. De verdachte verricht samen met zijn stiefvader werkzaamheden in de bouw en werkt als pizzakoerier. Hij is aangemeld voor de Entree opleiding. De verdachte zit in de afrondende fase van EMDR therapie waarna schema-therapie wordt opgestart. Hier zijn echter lange wachtlijsten voor dus wordt er gezocht naar mogelijkheden bij vrijgevestigde praktijken. Dit kan gevolgen hebben voor de financiële situatie van de moeder van de verdachte en de intrinsieke motivatie van de verdachte. De ambulante ondersteuning vanuit Probe is gestart. Probe moet worden gezien als een extra vangnet mocht school onverhoopt niet lukken of als blijkt dat hij liever wil gaan werken. Ook is het de taak van Probe om lange termijndoelen te maken en de bijbehorende route verder uit te stippelen. De verdachte stelt zich hierin proactief op. Hij staat goed in contact met de jeugdreclassering. De jeugdreclassering vindt dat de deskundigen een helder advies hebben met betrekking tot behandeling in een klinisch kader. Het risico bij de Catamaran is dat de verdachte wordt afgewezen omdat hij hier niet gemotiveerd voor is. De Catamaran acht de kans reëel dat te weinig intrinsieke motivatie en vertrouwen een afbreukrisico vormen. Dit kan echter pas goed worden ingeschat als er daadwerkelijk een intakeprocedure is opgestart. De wachttijd bedraagt momenteel ongeveer drie maanden.
Er blijft echter een verhoogd risico op recidive. De verdachte is makkelijk beïnvloedbaar en handelt soms impulsief. Een ander risico blijft het softdrugsgebruik. Volgens de jeugdreclassering is het inzetten van een klinische behandeling een herhaling van zetten, met alle afbreukrisico’s van dien. De verdachte geeft aan dat hij, zodra hij vrijheden krijgt, niet met deze vrijheden om kan gaan. De drempel om terug te keren wordt dan uiteindelijk te groot voor hem, waarna hij zich zal onttrekken aan de behandeling. In deze fase heeft ambulante behandeling de grootste kans van slagen.
De rechtbank legt voorgaande adviezen mede ten grondslag aan de strafoplegging. De rechtbank gaat uit van enigszins verminderde mate van toerekeningsvatbaarheid en ziet in de rapportages en het verhandelde ter terechtzitting aanleiding om de PIJ-maatregel in voorwaardelijke vorm op te leggen. De verdachte heeft zich bereid verklaard zich te houden aan de te stellen voorwaarden.
De rechtbank stelt vast dat het gepleegde feit een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
De rechtbank is op grond van de voornoemde rapportages van oordeel dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond en daarnaast de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen eisen. Bovendien is deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte.
Ten aanzien van de ernst van het bewezenverklaarde feit heeft de rechtbank mede gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten en straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting die gelden voor dit soort feiten.
Alles overwegende zal de rechtbank aan de verdachte opleggen 168 dagen jeugddetentie met aftrek van voorarrest. Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte opleggen een voorwaardelijke PIJ-maatregel met een proeftijd van twee jaren. De verdachte staat open voor hulp, heeft de wil om te veranderen en de therapieën te volgen. Hij beseft dat hij hulp nodig heeft en toont zich gemotiveerd. Er is een goede klik met de heer Gorissen van de jeugdreclassering. De voorwaardelijke PIJ-maatregel geldt als stok achter de deur zodat de verdachte zich in blijft zetten. De rechtbank beseft dat een voorwaardelijke PIJ-maatregel een zware maatregel is, maar de behandelnoodzaak is groot. De rechtbank hoopt dat de verdachte de stijgende lijn van de afgelopen weken voortzet. Er is een strak toeziend kader nodig waarbinnen de verdachte zich kan bewegen om op die manier het recidiverisico terug te dringen. Het is aan de verdachte om zijn voornemens waar te maken bij gebreke waarvan de mogelijkheid bestaat dat hij alsnog naar een jeugdinrichting moet.
Aan de voorwaardelijk op te leggen straf zal de rechtbank, naast de algemene voorwaarden ook bijzondere voorwaarden verbinden, een en ander zoals opgenomen in het dictum.
De rechtbank zal ten slotte het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden.