Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 29 juli 2022
Zaaknummer: C/03/307560 / FA RK 22-2765
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
het OPENBAAR MINISTERIE,
Arrondissementsparket Limburg,
gevestigd te Maastricht,
verder te noemen het Openbaar Ministerie.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de moeder] ,
verder te noemen de moeder,
wonend te [woonplaats] ,
en
[de vader] ,
verder te noemen de vader,
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
en
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen,
verder te noemen de ambtenaar.
1.Het verloop van de procedure
1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de brief van het openbaar ministerie van 18 juli 2022, ingekomen op 19 juli 2022.
- het verzoekschrift van 8 juli 2022 met bijlagen, ingekomen op 20 juli 2022.
2.De feiten
2.1.
Uit de moeder is op [geboortedatum] te [geboorteplaats] een kind (hierna de minderjarige) geboren. In de door de ambtenaar op 7 januari 2015 onder aktenummer [aktenummer 1] opgemaakte geboorteakte is de minderjarige vermeld met de namen ‘ [minderjarige] ’ en zijn bij de gegevens van de ouders alleen de gegevens van de moeder van de minderjarige, te weten ‘ [naam moeder] ’ vermeld. Vervolgens is op
30 april 2021 een akte van erkenning van de minderjarige door de vader met aktenummer [aktenummer 2] opgemaakt. Op deze akte van erkenning zijn bij de gegevens van de moeder de namen ‘ [de moeder] ’ vermeld.
2.2.
De moeder heeft alleen het gezag over de minderjarige.
2.3.
In de Basisregistratie Personen (BRP) is de moeder geregistreerd met de geslachtsnaam ‘ [de moeder] ’. Verder zijn de moeder en de minderjarige geregistreerd met de Eritrese nationaliteit. De vader heeft blijkens de overgelegde kopie van zijn paspoort de Amerikaanse nationaliteit.
3.Het verzoek
3.1.
Het verzoek strekt ertoe de ambtenaar te gelasten de geboorteakte van de minderjarige met nummer [aktenummer 1] van het jaar 2015, te verbeteren/aan te vullen, in die zin dat daarop vermeld zal staan:
Akte van geboorte
in de rubriek
KIND
Naam: [naam kind]
Voornamen: -
OUDERS
Naam moeder uit wie het kind is geboren: [de moeder]
AANGEVER
Naam: [de moeder]
3.2.
Het verzoek strekt er verder toe de ambtenaar te gelasten ten aanzien van de akte van erkenning van de minderjarige met nummer [aktenummer 2] van het jaar 2015, de rechtbank begrijpt: van het jaar 2021, bij de akte van geboorte een latere vermelding op te maken met daarin een verbetering/aanvulling, in die zin dat daarop vermeld zal staan:
Akte van erkenning
in de rubriek
KIND
Naam: [naam kind]
GESLACHTSNAAM EN VOORNAMEN KIND NA ERKENNING
Naam kind na erkenning: [minderjarige]
3.3.
Het Openbaar Ministerie stelt daartoe als volgt. De naam van de moeder die op de geboorteakte staat vermeld komt niet overeen met haar naam zoals die in het BRP geregistreerd is, zodat deze gewijzigd dient te worden. Daarnaast was er ten tijde van de geboorte geen vermoeden van vaderschap over de minderjarige. Hij heeft daarom de nationaliteit van de moeder gekregen, te weten de Eritrese nationaliteit. De naam van de minderjarige dient ex artikel 10:19 Burgerlijk Wetboek (BW) te worden bepaald door het recht van de staat van zijn nationaliteit, te weten Eritrees recht. Op grond van het Eritrese namenrecht, krijgt een kind dat niet in familierechtelijke betrekking staat tot een vader, geen geslachtsnaam en voornamen, noch is een naamkeuze van toepassing, maar krijgt het kind een eigen voornaam en het eerste en tweede patroniem uit de namen van de moeder (namenreeks). Deze namenreeks dient dan ook in de geboorteakte te worden vermeld.
Nu de minderjarige ook na erkenning de Eritrese nationaliteit behoudt, behoudt hij ook de namenreeks. Aangezien dit onjuist is vermeld in de geboorteakte, is dit eveneens onjuist vermeld in de akte van erkenning, zodat dit dient te worden gewijzigd.
4.Het standpunt van de ambtenaar
4.1.
De ambtenaar heeft, blijkens de door het Openbaar Ministerie overgelegde brief van 16 februari 2022, gesteld dat de erkenning door de vader niet aan de geboorteakte van de minderjarige is toegevoegd, omdat de ambtenaar van mening is dat beide documenten fouten bevatten. Met betrekking tot de geboorteakte stelt de ambtenaar dat, omdat de minderjarige een onwettig kind is, hij de nationaliteit van de moeder heeft gekregen, te weten de Eritrese nationaliteit. Op het moment van aangifte van de geboorte van de minderjarige stond de moeder nog niet ingeschreven in de BRP (vreemdeling), zodat de naam van de minderjarige moet worden vastgesteld volgens het recht van de staat van zijn nationaliteit, te weten Eritrees recht. Personen met de Eritrese nationaliteit hebben een namenreeks. Bij een onwettig kind bestaat deze uit de roepnaam van het kind, de voornaam van de opa (moederszijde) en de voornaam van de overgrootvader (moederszijde). De moeder kan ervoor kiezen om de derde naam te vervangen door een familienaam. Daarvan is echter niet gebleken. Dit betekent dat de minderjarige volgens de namenreeks de volgende namen heeft: [roepnaam] (roepnaam) [roepnaam opa] (roepnaam opa) [roepnaam overgrootvader] (roepnaam overgrootvader). Deze namenreeks dient in de geboorteakte te worden verwekt door deze te vermelden achter een kopje ‘naam’ (in plaats van ‘geslachtsnaam’).
4.2.
Met betrekking tot de akte van erkenning stelt de ambtenaar dat de vader de minderjarige met toestemming van de moeder kan erkennen. Deze erkenning heeft zowel naar Amerikaans, Eritrees en Nederlands recht het gevolg dat hij de juridische vader wordt van de minderjarige. Omdat er geen bloedverwantschap tussen de vader en de minderjarige is vastgesteld, behoudt de minderjarige ook na de erkenning enkel de Eritrese nationaliteit. Dat betekent dat zijn naam moet worden vastgesteld naar Eritrees recht. Na erkenning wordt de naam van een kind gewijzigd in een namenreeks bestaande uit de roepnaam van het kind, de roepnaam van de vader en de roepnaam van de opa (vaderszijde) of de familienaam van de vader. De vader heeft geen namenreeks meer, maar een voornaam en een geslachtsnaam. De roepnaam van de vader is gelijk aan zijn voornaam. De geslachtsnaam van de vader kan worden gezien als zijn familienaam. Dat betekent dat de volledige naam van de minderjarige moet luiden ‘ [minderjarige] ’.
5.De standpunten van de ouders
5.1.
De ouders hebben ingestemd met de door het Openbaar Ministerie verzochte verbeteringen van de geboorteakte en de akte van erkenning. Zij hebben daartoe elk een verklaring ondertekend waarin zij aangeven in te stemmen met deze verbeteringen.
6.De beoordeling
6.1.
De rechtbank zal zonder mondelinge behandeling beslissen. De rechtbank overweegt daartoe dat zij zich op basis van alle stukken voldoende voorgelicht acht om weloverwogen te kunnen beslissen.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
6.2.
Vanwege het internationale karakter van de onderhavige zaak dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen of aan de Nederlandse rechter (in internationale zin) bevoegdheid toekomt ter zake het verzoek tot verbetering, alsmede welk recht op dat verzoek van toepassing is.
6.3.
De rechtbank is van oordeel dat aan de Nederlandse rechter op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegdheid toekomt, omdat de moeder en de minderjarige in Nederland woonplaats hebben.
6.4.
De rechtbank zal, als de op grond van artikel 263 Rv relatief bevoegde rechter binnen wiens rechtsgebied de geboorteakte en de akte van erkenning waarop het verzoek betrekking heeft in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand zijn ingeschreven, op het verzoek Nederlands recht toepassen.
6.5.
Op grond van artikel 1:24, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie de verbetering gelasten van een in de registers van de burgerlijke stand voorkomende akte die onvolledig is of een misslag bevat.
Inhoudelijke beoordeling
6.6.
Op grond van art. 10:19 lid 1 BW wordt de geslachtsnaam en de voornaam bepaald door het recht van de staat van de nationaliteit van de minderjarige. Een kind in Nederland geboren uit een ongehuwde Eritrese moeder ontleent aan haar de Eritrese nationaliteit, zodat de minderjarige eveneens de Eritrese nationaliteit heeft. Dit betekent ook dat het Eritrese recht van toepassing is op de naam van de minderjarige. Ingevolge artikel 10:19 BW worden de omstandigheden waarvan de naam afhangt, zoals de afstamming, eveneens beoordeeld naar het Eritrese recht.
6.7.
Op grond van artikel 31, eerste, tweede en vierde lid, Eritrees Burgerlijk Wetboek (hierna EBW) heeft iedereen een voornaam gevolgd door de eerste naam van de vader (patroniem) en de eerste naam van de grootvader vaderszijde (tweede patroniem) of in plaats van het tweede patroniem een familienaam. Blijkens artikel 32, tweede lid, EBW krijgen onwettige kinderen (zij die niet in een familierechtelijke betrekking tot een vader staan) een voornaam gevolgd door het patroniem van de moeder en het tweede patroniem van de moeder of in plaats van de tweede patroniem een familienaam. Als de moeder een familienaam heeft krijgt het kind ook de familienaam, tenzij de moeder kiest voor het tweede patroniem.
Geboorteakte
6.8.
De rechtbank stelt vast dat de minderjarige bij zijn geboorte de voornamen ‘ [minderjarige] ’ heeft gekregen. Deze namen zijn in de BRP ook als zodanig opgenomen, waarbij de naam ‘ [geslachtsnaam] ’ eveneens als geslachtsnaam is opgenomen. Gelet op artikel 31, lid 1 EBW in samenhang met het verzoek, gaat de rechtbank ervan uit dat ‘ [roepnaam] ’ de roepnaam is van de minderjarige. Gebleken is echter dat de namen ‘ [de vader] ’ betrekking hebben op de vader en niet het patroniem en het tweede patroniem zijn van de moeder. Nu niet gebleken is dat de minderjarige ten tijde van zijn geboorte in een familierechtelijke betrekking tot de vader stond, had de minderjarige niet voornoemde namen, maar het patroniem en het tweede patroniem van de moeder dienen te krijgen, te weten ‘ [namen] ’. Dit betekent dat de minderjarige dan de namenreeks ‘ [naam kind] ’ heeft. De rechtbank zal het verzoek toewijzen en de ambtenaar gelasten om de geboorteakte te verbeteren, in die zin dat in de rubriek KIND ‘geslachtsnaam’ wordt gewijzigd in ‘naam’ en daarachter wordt vermeld ‘ [naam kind] ’. De opgenomen namen achter ‘voornamen’ komen dan te vervallen.
6.9.
Nu daarnaast gebleken is dat de moeder in de BRP geregistreerd staat met een andere naam dan op de geboorteakte van de minderjarige, is de rechtbank van oordeel dat ook de naam van de moeder op de geboorteakte gewijzigd dient te worden. De rechtbank zal ook dit verzoek toewijzen en de ambtenaar gelasten om de geboorteakte te verbeteren en in de rubriek OUDERS, achter naam moeder uit wie het kind is geboren, en in de rubriek AANGEVER, achter naam, te vermelden ‘ [de moeder] ’.
Akte van erkenning
6.10.
Gelet op het onder 6.8. overwogene, is de rechtbank van oordeel dat ook de akte van erkenning verbeterd dient te worden, in die zin dat de namenreeks ‘ [naam kind] ’ daarin wordt vermeld. De rechtbank zal dan ook het verzoek toewijzen, in die zin dat de ambtenaar wordt gelast om de akte van erkenning te verbeteren en in de rubriek KIND achter naam te vermelden ‘ [naam kind] ’.
6.11.
Op de erkenning is in beginsel toepasselijk het recht van de staat waarvan de erkenner de nationaliteit bezit, in casu de Amerikaanse nationaliteit. De minderjarige is op
30 april 2021 met toepassing van het Amerikaanse recht en met toestemming van de moeder erkend door de vader. Volgens het Amerikaans nationaliteitsrecht worden buiten huwelijk geboren kinderen Amerikaans burger indien onder andere de bloedverwantschap tussen het kind en de vader met helder en overtuigend bewijs is vastgesteld (Sec. 309(1)). Daarvan is niet gebleken, zodat de rechtbank het ervoor houdt dat de minderjarige ook na erkenning door de vader enkel de Eritrese nationaliteit heeft en het Eritrese namenrecht op zijn naam van toepassing blijft.
6.12.
Omdat de minderjarige op 30 april 2021 is erkend door de vader, wijzigt op grond van artikel 32 lid 3 EBW de naam van de minderjarige in overeenstemming met artikel 31 lid 1 EBW. Dat betekent dat de voornaam van de minderjarige gevolgd wordt door de eerste naam van de vader (patroniem) en de eerste naam van de grootvader vaderszijde (tweede patroniem) of in plaats van het tweede patroniem een familienaam. Uit de stukken blijkt dat de vader een voornaam (gelijk aan zijn roepnaam) en een geslachtsnaam heeft. Dit betekent dat [roepnaam] als patroniem de naam ‘ [patroniem] ’ dient te krijgen. Nu een tweede patroniem ontbreekt, maar de vader wel een geslachtsnaam heeft, zal de rechtbank deze geslachtsnaam beschouwen als familienaam, zodat de volledige naam van de minderjarige komt te luiden ‘ [minderjarige] ’. Dit zijn ook de door de moeder en de vader voor het kind gewenste namen. De rechtbank zal dan ook het verzoek toewijzen, in die zin dat de ambtenaar wordt gelast om de akte van erkenning te verbeteren en de rubriek GESLACHTSNAAM EN VOORNAMEN KIND NA ERKENNING te wijzigen in ‘Naam kind na erkenning’ en daarachter te vermelden ‘ [minderjarige] ’. De onderdelen ‘gekozen voor geslachtsnaam en voornamen kind, met hetgeen daarachter staat vermeld, komen dan te vervallen.
7.De beslissing
De rechtbank:
7.1.
gelast de verbetering van de in het geboorteregister van de gemeente Sittard-Geleen in het jaar 2005 onder aktenummer [aktenummer 1] voorkomende geboorteakte van de minderjarige in die zin dat:
in de akte van geboorte
in de rubriek
KIND
‘geslachtsnaam’ wordt gewijzigd in ‘naam’ en daarachter wordt vermeld ‘ [naam kind] ’, waarbij de opgenomen namen achter ‘voornamen’ komen te vervallen;
en in de rubriek
OUDERS
Naam moeder uit wie het kind is geboren: ‘ [naam moeder] ’ wordt gewijzigd in [de moeder] ’;
en in de rubriek
AANGEVER
Naam: ‘ [naam moeder] ’ wordt gewijzigd in ‘ [de moeder] ’;
7.2.
gelast de verbetering van de akte van erkenning van 30 april 2021 van de gemeente [woonplaats] met aktenummer [aktenummer 2] in die zin dat:
in de akte van erkenning
in de rubriek
KIND
Naam: ‘ [minderjarige] ’ wordt gewijzigd in ‘ [naam kind] ’;
en de rubriek ‘GESLACHTSNAAM EN VOORNAMEN KIND NA ERKENNING’ wordt gewijzigd in ‘NAAM KIND NA ERKENNING’: ‘ [minderjarige] ’.
7.3.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen en de gemeente [woonplaats] , zodat de ambtenaar aan de geboorteakte en de akte van erkenning van de minderjarige een latere vermelding betreffende de door de rechtbank gelaste verbeteringen toevoegt.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. M.C.A.E. van Binnebeke, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, op 29 juli 2022.
CS
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.