ECLI:NL:RBLIM:2022:5852
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang en verbeurde dwangsommen
Op 29 juli 2022 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd in verband met een last onder dwangsom die hem was opgelegd. Deze last was opgelegd vanwege diverse overtredingen op zijn perceel, waarbij de begunstigingstermijn inmiddels was verstreken. De voorzieningenrechter oordeelde dat het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbrak, omdat de dwangsommen al van rechtswege waren verbeurd. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en stelde dat verzoeker in de toekomst bezwaar kan maken tegen de invordering van de verbeurde dwangsommen.
De zaak begon met een besluit van het college van 15 maart 2022, waarin verzoeker werd aangesproken op overtredingen op zijn perceel. Ondanks eerdere waarschuwingen en controles, waren de overtredingen niet beëindigd. Verzoeker stelde dat hij een spoedeisend belang had bij zijn verzoek, omdat hij inmiddels een aanzienlijk bedrag aan dwangsommen had verbeurd. De voorzieningenrechter concludeerde echter dat de begunstigingstermijn al was verstreken op het moment van de indiening van het verzoek, waardoor het verzoek niet meer kon leiden tot het voorkomen van verdere dwangsommen.
De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoeker de mogelijkheid heeft om bezwaar te maken tegen de invordering van de dwangsommen en dat hij in dat kader opnieuw een voorlopige voorziening kan aanvragen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 1 augustus 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.