Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen;
- het verweerschrift met bijlagen, waaronder een usb-stick met camerabeelden;
- de mondelinge behandeling op 20 juli 2022.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 25 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de besloten vennootschap Autoschade Heerlen B.V. Het geschil betreft de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet dat aan [verzoeker] is gegeven op 26 april 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag, aangezien [verzoeker] zijn collega [naam collega 1] bij de keel heeft gegrepen en met een ijzeren scharnier slaande bewegingen heeft gemaakt. Dit gedrag werd als gewelddadig en intimiderend gekwalificeerd, wat de werkgever, Autoschade Heerlen, het recht gaf om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen.
De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker], waarin hij verzocht om vergoedingen en de onterecht gegeven ontslag op staande voet aan te vechten. [verzoeker] stelde dat hij niet de intentie had om te slaan en dat zijn gedrag een reactie was op provocaties van [naam collega 1]. Autoschade Heerlen betwistte dit en stelde dat het gedrag van [verzoeker] niet getolereerd kon worden. De kantonrechter heeft de camerabeelden bekeken en geconcludeerd dat [verzoeker] de confrontatie zocht en niet de intentie had om de situatie te de-escaleren.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven en dat er geen aanleiding was om de verzochte vergoedingen toe te kennen. Ook het verzoek om ontheffing van het concurrentiebeding werd afgewezen. [verzoeker] werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 747,-. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.