In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 januari 2022 een zorgmachtiging verleend voor een verdachte die lijdt aan een schizotypische persoonlijkheidsstoornis en mogelijk ook kenmerken van een posttraumatische stressstoornis vertoont. De officier van justitie had op 10 januari 2022 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij verschillende medische en justitiële documenten waren bijgevoegd ter ondersteuning van het verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 januari 2022 zijn de verdachte, zijn raadsman en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ernstig nadeel kan ondervinden, wat kan leiden tot lichamelijk letsel, materiële schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 27 juli 2022, en heeft daarbij verschillende vormen van zorg opgelegd, waaronder het toedienen van medicatie en het insluiten van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de verdachte kan binnen drie maanden na de uitspraak in cassatie gaan tegen deze beschikking.