Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 21.
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties 1 t/m 3.
- de incidentele conclusie van antwoord zonder producties.
2.De feiten
3.Het geschilin de hoofdzaak3.1. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
€ 2.454,47, dan wel tot betaling van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 september 2021, dan wel de dag van betekening van onderhavige dagvaarding, dan wel een nader door de rechtbank te bepalen dag over € 2.454,47 (buitengerechtelijke kosten), althans over dat bedrag dat de rechtbank in goede justitie zal bepalen, tot en met de dag van algehele voldoening van dit bedrag;
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
31 augustus 2022,
31 augustus 2022voor conclusie van antwoord alsmede voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor een mondelinge behandeling over de maanden maart 2023 tot en met juni 2023.