Wat de rechtbank vindt
6. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 19 mei 2021 35-45% arbeidsongeschikt is en daarom per 1 september 2021 recht heeft op een WIA-uitkering naar dit percentage. De rechtbank zal dat uitleggen.
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. De arts heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij beschrijft (onder andere) de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in zijn rapport van 13 september 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier, het bezwaarschrift en informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting en haar medisch onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts.
10. Eiseres vindt dat het onderzoek onzorgvuldig is, omdat de arts pas na het primaire besluit informatie heeft opgevraagd bij haar psycholoog. Deze informatie is hierdoor niet bij het primaire besluit meegewogen.
11. De rechtbank stelt voorop dat niet het primaire besluit maar het besluit op bezwaar ter beoordeling voorligt. Aan beantwoording van de vraag of het primaire besluit zorgvuldig tot stand gekomen is, komt de rechtbank dan ook niet toe. Een eventueel gebrek kan immers in bezwaar hersteld worden.
12. De (verzekerings)artsen hebben verder alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings-)artsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
13. De arts heeft aangenomen dat eiseres beperkt wordt door psychische klachten. Het gaat om stemmingsstoornis/depressieve stoornis vanuit een gestagneerde burn-out en een sterke verdenking op (in verleden uitgesproken) ADHD. In de FML heeft de arts beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren en werktijden.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 13 september 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de arts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Er zijn uit de medische informatie in de bezwaarfase geen nieuwe medische feiten naar voren gekomen. De gestelde diagnoses blijven actueel. In de FML is voldoende rekening gehouden met de beperkingen die passen bij de vastgestelde diagnoses. Verder ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding om eiseres op medische gronden volledig arbeidsongeschikt te achten. Ook voor een urenbeperking op medische gronden komt eiseres volgens de richtlijnen in de standaard ‘Duurbelasting in arbeid’ niet in aanmerking.
15. Eiseres voert aan dat haar medische belemmeringen onvoldoende naar voren komen in de FML. Er hadden veel meer beperkingen gesteld moeten worden. Bovendien is haar medische situatie per 1 augustus 2019 verslechterd en had het UWV bij de herbeoordeling van die datum moeten uitgaan. Uit de informatie van de psycholoog (weergegeven in het aanvullend rapport van de arts op 6 augustus 2021) zou bovendien blijken dat er een toename van de objectiveerbare klachten van eiseres is waargenomen en dat het onverstandig is dat eiseres weer gaat werken. Verder vindt eiseres dat er een urenbeperking aangenomen had moeten worden, omdat zij geen 8 uur per dag en 40 uur per week kan werken. Ook vindt zij dat de (verzekerings)artsen onvoldoende gemotiveerd hebben waarom de FML van 19 mei 2021 afwijkt van een eerdere FML. Ter onderbouwing heeft eiseres het al in dossier aanwezige huisartsenjournaal voorzien van enkele opmerkingen.
16. De rechtbank volgt eiseres niet. De rechtbank vindt dat het UWV voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan. Het huisartsenjournaal was al bekend bij de (verzekerings)artsen en is meegewogen, en kan daarom niet gezien worden als nieuwe medische informatie. Verder heeft het UWV voldoende uitgelegd waarom een urenbeperking niet aan de orde is. Er wordt hiervoor verwezen naar de rapporten van de (verzekerings)artsen. Het UWV stelt ook dat uit de informatie van de psycholoog niet kan worden opgemaakt dat er een toename van de objectiveerbare klachten is. Het gaat juist om een toename van subjectieve klachten. Tot slot heeft de arts in zijn rapport van 21 mei 2021 gemotiveerd op welke punten hij afwijkt van de eerdere FML en waarom. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
17. Aan de vraag vanaf welke datum eiseres toegenomen arbeidsongeschikt zou zijn, komt de rechtbank niet toe, omdat niet is vast komen te staan dat eiseres toegenomen arbeidsongeschikt is. Uit de rapporten van de (verzekerings)artsen komt voldoende naar voren dat zij geen objectief medische aanknopingspunten zien voor de door eiseres gestelde verslechtering per 1 augustus 2019.
De arbeidskundige beoordeling
18. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- ( sbc-code 267041) Assemblage medewerker elektrotechnische producten;
- ( sbc-code 271171) Apotheekmedewerker;
- ( sbc-code 272042) Productiemedewerker confectie, kleermaken.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 28 september 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Dat eiseres vindt dat de geduide functies zwaarder zijn dan de maatmanfunctie volgt de rechtbank niet. Een onderbouwing van deze stelling ontbreekt. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres verder heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 19 mei 2021 met de middelste van deze functies 59,77% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als financieel administratief medewerkster, zodat eiseres voor de overige 40,23% arbeidsongeschikt is. Omdat eiseres hiermee nog steeds 35-45% arbeidsongeschikt is, en er daarmee geen wijziging van haar restverdiencapaciteit is, heeft het UWV terecht het bezwaar ongegrond verklaard en daarom geen proceskostenvergoeding toegekend.
De conclusie van de rechtbank
20. Het UWV heeft de WIA‑uitkering van eiseres per 19 mei 2021 terecht bepaald op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 35-45%.
21. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.