In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft eiseres een vordering ingediend tegen gedaagde, die na dagvaarding is overleden. De zaak betreft een geschil over eigendom van een stuk grond en schade aan een keerwand. Eiseres stelt dat haar rechtsvoorgangers het stuk grond tot aan de keerwand hebben verkregen door verkrijgende verjaring, zoals bedoeld in artikel 3:99 BW. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd, aangezien zijn erfgenamen de procedure niet willen voortzetten en er geen nieuwe advocaat is aangesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stellingen van eiseres niet zijn weersproken en dat deze stellingen voldoende zijn om de vorderingen toe te wijzen. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres recht heeft op schadevergoeding van € 1.354,00 voor herstelwerkzaamheden aan de keerwand, en heeft gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 776,42. Het vonnis is uitgesproken op 6 juli 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de verklaring voor recht.