ECLI:NL:RBLIM:2022:5220
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening rijbewijs ongeldig verklaard door CBR
In deze uitspraak van 11 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, het verzoek van een man afgewezen om een voorlopige voorziening te treffen tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR had het rijbewijs ongeldig verklaard omdat de verzoeker de opleggingskosten voor een cursus over verantwoord rijgedrag niet tijdig had betaald. De verzoeker stelde dat hij iemand anders had laten betalen en dat hij zijn rijbewijs nodig had voor een omgangsregeling met zijn twee kinderen die in Duitsland wonen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de verzoeker onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van onverwijlde spoed en dat hij niet kon wachten op de beslissing op zijn bezwaar. De verzoeker had niet overtuigend aangetoond dat hij geen omgang met zijn kinderen kon hebben zonder rijbewijs, en er was geen evidente onrechtmatigheid van het besluit van het CBR aangetoond. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, waardoor het rijbewijs van de verzoeker ongeldig bleef. Er werd geen griffierecht of proceskostenveroordeling toegewezen.