ECLI:NL:RBLIM:2022:5213

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
C/03/292972 / HA ZA 21-293
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over eigendom en toegang tot halletje tussen twee panden met betrekking tot horizontale natrekking

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen over de eigendom van een halletje dat zich bevindt tussen twee panden. De eiseres, eigenaar van het pand aan [adres 1], vorderde dat het halletje, dat toegang biedt tot de tweede verdieping van haar pand, in eigendom toebehoort aan haar. De gedaagde, eigenaar van het pand aan [adres 2], had het halletje afgesloten door een muurtje op te trekken en stelde dat zij eigenaar was van het halletje. De rechtbank oordeelde dat het halletje door horizontale natrekking eigendom was geworden van de eiseres, omdat het halletje bouwkundig deel uitmaakte van haar pand en de toegang vanuit haar pand was afgesloten. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om het muurtje te verwijderen en de toegang tot het halletje te herstellen, en heeft tevens de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. De vordering van de eiseres tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat niet voldoende was aangetoond dat er schade was geleden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292972 / HA ZA 21-293
Vonnis van 8 juni 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.H.J.G. Borger,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonend te [woonplaats 2] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. R.A. Rila.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (in vrouwelijk enkelvoud) worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding tevens houdende vordering voorlopige voorziening met 21 producties;
- de conclusie van antwoord in het incident met 2 producties;
- het vonnis in het incident van 14 juli 2021;
- de depotakte met USB-stick houdende de producties 22 tot en met 27 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met de producties 28 tot en met [adres 2] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte vermeerdering van eis in
conventie met de producties 33 tot en met 36;
- de akte houdende producties 33 tot en met 37 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ;
- de akte houdende producties 37 tot en met 39 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 30 maart 2022;
- de spreekaantekeningen van partijen;
- de opmerkingen van partijen naar aanleiding van het proces-verbaal die aan het dossier zijn toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is sinds 1982 eigenaar van het pand gelegen aan de [adres 1] te [plaats] (hierna: [adres 1] ).
2.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is sinds januari 2020 eigenaar van het pand gelegen aan de [adres 2] te [plaats] (hierna: [adres 2] ). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [adres 2] gekocht van [naam bv] , waarvan de heer [naam bestuurder] (hierna: [naam bestuurder] ) bestuurder en aandeelhouder was.
2.3.
De tweede verdieping van [adres 1] is alleen bereikbaar via een kleine hal met daarin een trap van de eerste naar de tweede verdieping (hierna: het halletje). Deze situatie bestaat sinds enig moment in de vorige eeuw, toen [adres 1] aan de straatzijde is verhoogd met een tweede verdieping.
2.4.
Het halletje is gelegen boven het perceel waarop [adres 2] is gebouwd en maakt bouwkundig gezien ook deel uit van dat pand.
2.5.
Tot in 1990 was het halletje alleen toegankelijk vanuit [adres 1] .
2.6.
Vanaf januari 1990 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [adres 1] verhuurd aan een brouwerij, die het pand vervolgens in onderhuur heeft gegeven aan [naam bv] / [naam bestuurder] . [naam bestuurder] heeft vervolgens een doorgang gemaakt naar het halletje vanuit [adres 2] .
2.7.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft na de verwerving van [adres 2] gesteld eigenaar te zijn van het halletje en heeft en de toegang vanuit [adres 1] afgesloten door een muurtje op te trekken.
2.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is vervolgens deze procedure gestart. De rechtbank heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij wege van voorlopige voorziening op 14 juli 2021 veroordeeld om het muurtje te verwijderen en verwijderd te houden.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, na vermeerdering van eis bij akte, uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primair
voor recht te verklaren dat het halletje - dat aan de eigenaren van [adres 1] en de hunnen vrije doorgang biedt tot de tweede verdieping van [adres 1] , een en ander als in het lijf van de dagvaarding nader omschreven - in eigendom toebehoort aan (de eigenaren van) het perceel aan de [adres 1] te [plaats] (kadastraal bekend [kadasternummer 1] ),
subsidiair
voor recht te verklaren dat aan het perceel [adres 1] te [plaats] (kadastraal bekend [kadasternummer 1] ) als heersend erf ten laste van het perceel aan de [adres 2] te [plaats] (kadastraal bekend [kadasternummer 2] ) als lijdend erf, het recht toekomt om het halletje voornoemd - afgescheiden met een muur van [adres 2] - als vrije doorgang te gebruiken om van en naar de tweede verdieping van [adres 1] te gaan,
meer subsidiair
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen schadeloosstelling een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand te verlenen althans een daartoe benodigd gedeelte van haar erf aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over te dragen,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om het (thans) ter plaatse van de doorgang van [adres 1] naar de tweede verdieping aan de voorzijde van [adres 1] geplaatste muurtje te verwijderen en verwijderd te houden alsmede om op de oorspronkelijke plaats waar deze stond de muur terug te plaatsen, zodanig dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het halletje en de toegang naar haar tweede verdieping zoals in de bij de dagvaarding overgelegde bouwtekeningen aangegeven exclusief kan gebruiken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 1.000 - hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander gekweten zal zijn voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na betekening van het ten deze te wijzen vonnis in gebreke zouden blijven om aan de gevraagde veroordeling te voldoen,
3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de schade te vergoeden die zij heeft geleden ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als omschreven in de dagvaarding (kort gezegd: het afsluiten van/ontzeggen van de doorgang), nader op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet,
met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen het nasalaris en onder de bepaling dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd is indien deze kosten niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis volledig aan eiseres zijn voldaan.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vordering onder 1.
primairten grondslag dat zij door verjaring dan wel horizontale natrekking eigenaar is (geworden) van het halletje. Zij stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld door dit halletje af te sluiten van [adres 1] en vordert onder 2. herstel in de oude toestand. De vordering onder 3. heeft betrekking op de schade die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt te hebben geleden/nog te lijden als gevolg van de onrechtmatige handelwijze van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft haar vordering in reconventie tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken, op voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] binnen vier weken de ramen en de deur aan de achterzijde van de begane grond van [adres 1] vast zal zetten en zal bekleden met een ondoorzichtige folie. Na de zitting is de rechtbank gebleken dat aan deze voorwaarde is voldaan, zodat de vordering in reconventie geldt als te zijn ingetrokken.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de feiten zoals vermeld in de rov. 2.3., 2.4. en 2.5. vast staat dat het halletje op enig moment in de vorige eeuw bestanddeel is geworden van [adres 1] , doordat - naar mag worden aangenomen (ook omdat iets anders is gesteld noch gebleken): met instemming van de eigenaren van de panden [adres 1] én [adres 2] - een doorgang naar het halletje vanuit [adres 1] is gemaakt en doordat het halletje volledig is afgesloten van de rest van [adres 2] , waardoor de eigendom van het halletje door horizontale natrekking is overgegaan van de eigenaar van [adres 2] naar de eigenaar van [adres 1] .
Verder staat vast dat dit de juridische situatie was tot in 1990. De handelwijze van [naam bestuurder] (zie rov. 2.6.) heeft daarin geen verandering gebracht, omdat [naam bestuurder] slechts onderhuurder was van [adres 1] , en daarmee tijdelijk gebruiker, met de verplichting om het gehuurde aan het einde van de huurperiode te herstellen in de vorige toestand, en is gesteld noch gebleken dat [naam bestuurder] , als zodanig, de bedoeling had én de bevoegdheid had om verandering te brengen in de genoemde eigendomsverhoudingen.
4.2.
Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen onder 1.
primairen onder 2. worden toegewezen.
In verband met de vordering onder 2. heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog aangevoerd dat zij niet de opdracht heeft gegeven om het muurtje te metselen waarmee de toegang naar het halletje vanuit [adres 1] werd afgesloten, maar dat verweer heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] weerlegd met haar producties 19 en 36, waarbij uit productie 19 blijkt dat de offerte voor de desbetreffende werkzaamheden is uitgebracht aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en uit productie 36 kan blijken dat zij daartoe de opdracht heeft gegeven. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft daarop haar verweer niet langer (nader gemotiveerd) gehandhaafd. Daarmee staat vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] opdracht tot het plaatsen van het muurtje heeft gegeven.
De rechtbank zal, ervan uitgaande dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft voldaan aan het vonnis in het incident, in de veroordeling de nadruk leggen op het ‘verwijderd houden’ van het muurtje tussen de panden [adres 2] en [adres 1] . De rechtbank begrijpt dat de vordering tot terugplaatsing van de oorspronkelijke muur wordt ingesteld om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] weer het exclusieve gebruik te geven van het halletje. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals hierna is bepaald.
4.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert ten slotte om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot betaling van de schade, nader op te maken bij staat, stellend dat zij doende is [adres 1] opnieuw te verhuren, maar dat dit niet mogelijk is als de tweede verdieping onbereikbaar is.
De rechtbank overweegt dat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de huurovereenkomst tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en de brouwerij inzake [adres 1] weliswaar is geëindigd, maar de brouwerij het pand nog niet heeft ontruimd en voor het voortgezette gebruik ervan een gebruiksvergoeding betaalt. Mede gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende heeft toegelicht waarom zij tot op heden enige schade heeft geleden als gevolg van de handelwijze van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , terwijl mag worden verwacht dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal voldoen aan de veroordelingen in dit vonnis, waardoor toekomstige schade wordt voorkomen.
Gelet hierop wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor een veroordeling tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat. De vordering onder 3. zal daarom, als zijnde onvoldoende onderbouwd, worden afgewezen.
4.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden begroot op:
- dagvaarding € 109,19
- griffierecht 309,00
- salaris advocaat
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 1.504,19

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat het halletje - dat aan de eigenaren van [adres 1] en de hunnen vrije doorgang biedt tot de tweede verdieping van [adres 1]
een en ander als in het lijf van de dagvaarding nader omschreven - in eigendom toebehoort aan de eigenaren van het perceel aan de [adres 1] te [plaats] (kadastraal bekend [kadasternummer 1] ),
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om het ter plaatse van de doorgang van [adres 1] naar de tweede verdieping aan de voorzijde van [adres 1] geplaatste muurtje te verwijderen (voor zover dit niet al is gebeurd naar aanleiding van het vonnis in het incident) en verwijderd te houden, alsmede om op de oorspronkelijke plaats waar deze stond de muur terug te plaatsen, zodanig dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het halletje en de toegang naar haar tweede verdieping zoals in de bij de dagvaarding overgelegde bouwtekeningen aangegeven exclusief kan gebruiken,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn gekweten, tot betaling van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft om aan de veroordeling onder 5.2. te voldoen, tot een maximum van € 25.000,- is bereikt,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 1.504,19, te vermeerderen, bij niet-betaling, met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige voldoening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet binnen
14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,
5.6.
verklaart dit vonnis in conventie voor zover het veroordelingen bevat uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Beurskens en in het openbaar uitgesproken op
8 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: TN