ECLI:NL:RBLIM:2022:5164

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
7 juli 2022
Zaaknummer
ROE 21/2329
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldigheid van medische beoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 7 juli 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiseres, die als administratief medewerkster werkte, had zich op 1 mei 2018 ziekgemeld en ontving aanvankelijk een Ziektewet-uitkering. Na beëindiging van haar tijdelijke dienstverband en een beoordeling door het UWV, werd haar WIA-aanvraag afgewezen op basis van een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 0%. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het UWV onzorgvuldig had gehandeld door geen spreekuurcontact te hebben in de bezwaarfase en dat er geen recente medische informatie was meegenomen in de beoordeling. Ze voerde aan dat haar klachten waren toegenomen na het overlijden van haar moeder en dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld.

De rechtbank oordeelde dat het UWV de afwijzing van de WIA-uitkering terecht had gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat de medische rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen tegenstrijdigheden in de rapporten waren. De rechtbank benadrukte dat het aan eiseres was om aan te tonen dat de rapporten niet aan de vereisten voldeden. De verzekeringsarts had de medische situatie van eiseres op 28 april 2020 beoordeeld en had beperkingen vastgesteld die in de functionele mogelijkhedenlijst waren opgenomen. De rechtbank concludeerde dat het UWV op basis van deze rapporten terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en dat de WIA-uitkering dus terecht was geweigerd.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in haar verzoek om een WIA-uitkering. De proceskosten van eiseres werden niet vergoed, aangezien zij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 21/2329

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. F. Bouyaghjdane),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: E.H.J.A. Olthof).

Procesverloop

Met het besluit van 8 januari 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV de aanvraag van eiseres om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen.
Met het besluit van 22 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als administratief medewerkster. Zij heeft zich op 1 mei 2018 wegens gezondheidsklachten ziekgemeld voor dit werk. Eiseres kreeg een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend. Het tijdelijke dienstverband is op 15 januari 2019 beëindigd.
2. Bij de eerstejaars ziektewet-beoordeling (EZWb) heeft het UWV de ZW-uitkering van eiseres met het besluit van 12 juli 2019 beëindigd. Eiseres is hiertegen in bezwaar gegaan en heeft daarnaast een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd. Met het besluit van 27 augustus 2019 heeft het UWV een WW-uitkering aan eiseres toegekend. Op 30 oktober 2019 heeft eiseres zich opnieuw ziekgemeld, waarna het UWV haar een ZW-uitkering toekende. Met het besluit van 18 september 2020 heeft het UWV het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en besloten dat de ZW-uitkering doorloopt tot 27 april 2020.
3. Vervolgens heeft het UWV per einde wachttijd de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
4. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 28 april 2020 (de datum in geding). Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er vier functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van drie voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 0%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
5. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een arts [1] bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de arts bezwaar en beroep zijn de beperkingen juist vastgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kon zich ook vinden in de beoordeling van de arbeidsdeskundige. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

6. Eiseres is het niet met het UWV eens. Eiseres is van mening dat het onderzoek onzorgvuldig is uitgevoerd omdat er geen spreekuurcontact heeft plaatsgevonden en omdat er geen recente medische informatie is meegenomen. Eiseres voert aan dat er nieuwe feiten aan de orde zijn gekomen waardoor de FML van 17 december 2020 niet meer strookt met haar klachten. Eiseres stelt dat haar klachten zijn toegenomen sinds het overlijden van haar moeder in februari 2021. Zo kwam eiseres na het overlijden van haar moeder in een depressie terecht waardoor haar aandacht- en concentratieproblemen en haar geheugenprobleem erger zijn geworden. Eiseres staat als alleenstaande moeder voor de opvoeding van haar 16-jarige dochter. Toen zij in verband met de maatregelen rondom corona in Marokko moest blijven, kon zij niet voor haar dochter zorgen. Daardoor ondervond zij ook stress. Eiseres vindt dat de arts bezwaar en beroep deze omstandigheden had moeten meenemen. Eiseres wijst daarnaast op de klachten aan haar handen als gevolg van het carpaal tunnelsyndroom. Eiseres stelt dat de geduide functies veel handelingen met de handen vereisen en dat zij dat vanwege haar klachten niet kan. De geduide functies zijn volgens eiseres ook niet geschikt omdat ze een hoog handelingstempo en het vermogen om te multi-tasken vereisen. Zij geeft aan hier in beperkt te zijn en dat dit ook blijkt uit de sociaal-medische beoordeling. Eiseres is het oneens met de stelling van de arbeidsdeskundige dat er in de geduide functies geen sprake is van deadlines en productiepieken. Ook is zij het oneens met het oordeel van de arbeidsdeskundige dat het feit dat zij de Nederlandse taal niet machtig is geen belemmering vormt in de geduide functies. Eiseres stelt dat het UWV als gevolg van een belangenafweging had moeten vaststellen dat de geduide functies onevenredig belastend voor haar zijn.

Waarover het gaat in deze zaak

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor 0% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op
28 april 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres gesproken op een telefonisch spreekuur en psychisch onderzocht. Hij heeft de psychische en lichamelijke klachten van eiseres beschreven.
10. De arts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 8 juli 2021 heroverwogen. Hij was aanwezig bij de hoorzitting en heeft het dossier met daarin informatie van de behandelaars bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
11. Het UWV heeft desgevraagd meegedeeld dat het naar zijn mening niet nodig is te motiveren waarom een (fysiek) spreekuurcontact in de bezwaarfase niet van toegevoegde waarde was. In de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 23 juni 2021, ECLI:CRVB:2021:1491, wordt gedoeld op de situatie dat de primaire beoordeling door een arts, niet zijnde een verzekeringsarts, is gedaan. Omdat in het geval van eiseres de primaire beoordeling door een geregistreerde verzekeringsarts is gedaan is deze uitspraak volgens het UWV niet van toepassing. Voor het geval een motivering toch nodig zou zijn, heeft het UWV gemotiveerd dat er om verschillende redenen van een spreekuurcontact kon worden afgezien. De primaire verzekeringsarts heeft in zijn rapport van 17 december 2020 terecht gesteld dat eiseres tijdens de hoorzitting van 14 juli 2020 [2] nog persoonlijk gezien is door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. De primaire verzekeringsarts heeft in zijn rapport van 17 december 2020 verder aangegeven dat de medische situatie van eiseres niet wezenlijk is veranderd sinds het voorgaande verzekeringsgeneeskundig onderzoek door een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 4 september 2020 in het kader van de bezwaarzaak tegen de EZWb-beslissing. Verder wijst het UWV erop dat eiseres na de begrafenis van haar moeder als gevolg van de coronamaatregelen een tijd in Marokko heeft moeten verblijven waardoor het praktisch niet mogelijk was om eiseres fysiek te onderzoeken. Ook wijst het UWV op interne correspondentie met de verzekeringsarts bezwaar en beroep waarin hij aangeeft dat er vanuit de hoorzitting van 14 juli 2020 al voldoende medische informatie beschikbaar is en dat de persoonlijke omstandigheden die eiseres in bezwaar aanvoert dateren van na de datum in geding. Het UWV heeft uitgelegd dat het vanwege de beschikbare medische informatie en de aard van de informatie die in bezwaar is ingediend geen toegevoegde waarde had om eiseres uit te nodigen voor een fysiek spreekuur. De rechtbank is van oordeel dat het UWV hiermee voldoende heeft gemotiveerd waarom in de bezwaarfase geen (fysiek) spreekuurcontact heeft plaatsgevonden.
12. De (verzekerings)artsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings)artsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
13. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses: depressieve stoornis, reactie op ernstige stress, locomotore pijnklachten (handen, polsen, ellebogen) en urine-incontinentie. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en werktijden.
14. De arts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 8 juli 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat er sinds het verzekeringsgeneeskundig onderzoek van 4 september 2020 in het kader van de bezwaarzaak tegen de EZWb-beslissing geen essentiële wijzigingen in de gezondheidssituatie van eiseres zijn opgetreden. Hij benoemt dat er sprake is van het carpaal tunnelsyndroom en dat eiseres hieraan geopereerd moet worden. De bloedarmoede van eiseres is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet ernstig. Verder stelt hij dat de opvoeding van haar dochter voor eiseres nog steeds stresserend is, maar dat het UWV de thuissituatie niet kan wijzigen. De informatie die eiseres in bezwaar heeft overgelegd ziet volgens hem niet op de datum in geding.
15. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep te weinig beperkingen heeft aangenomen voor haar stress- en spanningsklachten, aandacht- en concentratieproblemen, geheugenproblemen en hand- en vingergebruik.
16. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken die zien op de datum in geding. Eiseres heeft dit niet gedaan.
De arbeidskundige beoordeling
17. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (315120) receptionist;
- (315133) administratief medewerker (document scannen);
- (553020) archiefmedewerker.
Daarnaast acht hij de functie administratief ondersteunend medewerker geschikt voor eiseres, maar deze functie is niet voor de schatting gebruikt.
18. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij de geduide functies niet kan verrichten vanwege de klachten aan haar handen als gevolg van het carpaal tunnelsyndroom. Eiseres stelt dat typen, schrijven en noteren de kern is van de geduide functies en dat zij dit vanwege haar klachten niet goed kan. Ook het inscannen van documenten vereist veel handelingen met de handen volgens eiseres. Eiseres stelt verder dat de geduide functies een hoog handelingstempo en het vermogen om te multi-tasken vereisen terwijl zij daarin beperkt is. Zij wijst hierbij op haar concentratieproblemen. Ook stelt eiseres dat zij de geduide functies niet kan uitvoeren omdat zij de Nederlandse taal niet machtig is.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 21 juli 2021 gesteld dat in geen van de geduide functies de beperking van eiseres op item 1.9.7 (klant is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken) in de FML wordt overschreden, omdat deadlines en productiepieken niet voorkomen in de functies. Dit geldt volgens de arbeidskundige bezwaar en beroep eveneens voor een hoog handelingstempo. Ten aanzien van het multi-tasken (verdelen van de aandacht) heeft de primaire arbeidsdeskundige bij de signalering in het resultaat functiebeoordeling-rapport van 21 december 2020 gemotiveerd waarom de belastbaarheid van eiseres op dit punt niet wordt overschreden. Ook wordt de belasting van de handen niet overschreden volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep verwijst hierbij naar de motiveringen bij de signaleringen in het resultaat functiebeoordeling-rapport van 21 december 2020. Ten aanzien van de stelling van eiseres dat zij de Nederlandse taal niet machtig is, stelt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiseres zelf in de WIA-aanvraag heeft aangegeven dat haar Nederlands goed is. Daarnaast beheerst eiseres het Nederlands op NT2-niveau, waardoor zij in ieder geval korte gesprekken kan voeren in bekende situaties. Hij vermeldt dat eiseres in Nederland heeft gewerkt als boekhoudkundig assistent, archiefmedewerkster en administratief medewerkster. Zij wilde in 2011 zo snel mogelijk starten met een juridische opleiding in Nederland. Daarvoor is beheersing van de Nederlandse taal natuurlijk nodig. Hij stelt dat de geduide functies uit te voeren zijn met een beheersing van de Nederlands taal op NT2-niveau.
20. De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 21 juli 2021 de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 28 april 2020 met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als administratief medewerkster, zodat eiseres voor 0% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

22. Het UWV heeft de WIA‑uitkering van eiseres per 28 april 2020 terecht geweigerd omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
23. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 7 juli 2022 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 7 juli 2022.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.De medische heroverweging is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts bezwaar en beroep.
2.Dit betreft de hoorzitting in het kader van het bezwaar tegen de EZWb-beslissing van 12 juni 2019.