ECLI:NL:RBLIM:2022:5058

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
5 juli 2022
Zaaknummer
C/03/292696 / HA ZA 21-283
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele bouwzaak met geschil over tegels

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 29 juni 2022 een vonnis gewezen in een geschil tussen twee eisers en een gedaagde, waarbij de eisers werden vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Dronkers en de gedaagde door advocaat mr. F.G.H.J. Niemarkt. De zaak betreft een bouwtechnisch probleem met betrekking tot een tegelvloer in de woningen van de eisers, waarbij de rechtbank heeft besloten een deskundige te benoemen om de oorzaak van de problemen te onderzoeken. De deskundige, A. van der Bruggen van Vloertechnisch Adviesbureau A. van der Bruggen, is aangesteld om de holklinkende en losliggende tegels te analyseren en te rapporteren over de herstelmogelijkheden en kosten. De rechtbank heeft partijen verplicht om mee te werken aan het onderzoek en heeft de kosten van de deskundige vastgesteld op € 2.791,47, welke door beide partijen gedeeld dienen te worden. De rechtbank heeft ook richtlijnen gegeven voor de uitvoering van het onderzoek en de rapportage door de deskundige, inclusief de verplichting om een concept-rapport aan de partijen voor te leggen voor opmerkingen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292696 / HA ZA 21-283
Vonnis bij vervroeging van 29 juni 2022
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] ,

2.
[eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
eisers,
advocaat mr. D. Dronkers,
tegen
[gedaagde],
h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. F.G.H.J. Niemarkt te Heerlen.
Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 mei 2022
  • de akte uitlating van [eisers]
  • de akte uitlating van [gedaagde]
  • de offerte van de beoogd deskundige A. van der Bruggen van 10 juni 2022
  • de brief van de rechtbank aan partijen van 13 juni 2022
  • de brief van [eisers] van 14 juni 2022
  • de brief van [gedaagde] van 14 juni 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Naar aanleiding van rechtsoverwegingen 4.3. en 4.4. van het tussenvonnis van
4 mei 2022 hebben partijen zich op de rol van 1 juni 2022 bij akte uitgelaten. Partijen hebben kenbaar gemaakt dat zij akkoord gaan met de door de rechtbank voorgestelde deskundige en de vraagstelling aan de deskundige.
2.2.
De rechtbank heeft vervolgens de beoogd deskundige, A. van der Bruggen, benaderd. Uit het e-mailbericht van de deskundige van 10 juni 2022 leidt de rechtbank af dat hij bereid is om als deskundige op te treden. De deskundige heeft zijn kosten begroot op
€ 2.791,47 inclusief btw. De rechtbank heeft partijen op 13 juni 2022 in kennis gesteld van deze begroting. Partijen hebben op 14 juni 2022 laten weten akkoord te gaan met de begroting van het voorschot.
2.3.
Het eerder aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen en
A. van der Bruggen, verbonden aan Vloertechnisch Adviesbureau A. van der Bruggen te Krimpen aan de IJssel, zal worden benoemd tot deskundige. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.4.
In de vorige beslissing is al aangekondigd dat ieder van partijen de helft van het voorschot op de kosten van de deskundige moet deponeren.
2.5.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven is. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.6.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.7.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Wat is de oorzaak van de holklinkende tegels en de losliggende tegels in de tegelvloer in de woonkamer en de keuken? De rechtbank verzoekt u bij de motivering van uw antwoord de inhoud van de rapporten van [naam 1] , [naam 2] , TAB en ArchiQ te betrekken en te vermelden waarom u hun bevindingen wel of niet deelt.
Bent u van mening dat de tegelvloer voldoet aan de in de branche geldende normen?
Zo nee, op welke wijze is herstel mogelijk en hoeveel bedragen de herstelkosten?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
A. van der Bruggen,verbonden aan
Vloertechnisch Adviesbureau A. van der Bruggen,
correspondentie- en bezoekadres: Burgemeester Lepelaarsingel 26,
2925 ES Krimpen aan de IJssel,
telefoon: 0180-523853,
mobiel: 06-53179625,
e-mailadres: info@vloerendeskundige.nl,
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.791,47 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat partijen ieder de helft van het voorschot dienen over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eisers] het procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van partijen op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: me