Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
3 [gedaagde sub 3] ,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de akte overlegging producties van [eiser] , met producties 1 t/m 31;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 4;
- de in verband met de mondelinge behandeling overgelegde akte houdende producties van [eiser] , met de producties 32 t/m 39;
- de door [gedaagden] in het geding gebrachte productie 5;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 maart 2022;
- de spreekaantekeningen van partijen;
- het B16-formulier van 15 maart 2022 van [gedaagden] mede namens
2.De feiten
(hierna te noemen: de gemeente). Hij hield daar 850 vleesstieren en bedreef daarnaast akkerbouw. Deze bedrijfslocatie is door [eiser] in 1996 overdragen aan Stienstra Projectontwikkeling B.V., maar is sedert 2001 weer eigendom van [eiser] . Thans bedrijft hij op deze locatie enkel nog akkerbouw, en wel vanuit een bedrijfslocatie te [plaats 2] ( [naam ] ), op welke locatie [eiser] daarnaast nog een stoeterij heeft.
[gedaagde sub 1] berichtte [eiser] dat geen interesse bestond in de betreffende
kavels.
koper is voornemens een planologische herbestemming van het verkochte te realiseren zodat daarop een melkveehouderijbedrijf kan worden gevestigd. Koper is gerechtigd de vier nieuwbouwcontingenten in te zetten bij de beoogde herbestemming en zal daar alsdan op zorgvuldige wijze mee omgaan.
Indien en voor zover na geslaagde herbestemming conform de voornemens van koper blijkt dat de bouwcontingenten daarbij niet ingezet hoeven te worden, staat het verkoper vrij om de alsdan resterende bouwcontingenten -zonder grond- aan derden te verkopen voor zover rechtens mogelijk. Het risico met betrekking tot de verzilvering van de bouwcontingenten ligt alsdan geheel bij [eiser] , met inachtneming van het hiervoor bepaalde.
Indien de herbestemming conform de voornemens van koper niet slaagt, blijven de nieuwbouwcontingenten verbonden aan het verkochte en komen deze ten goede aan koper en is koper niet gehouden tot enige vergoeding aan verkoper.”
3.Het geschil
locatiegebonden en konden dus niet elders worden ingezet. De gemeente had dat al in
februari 2014 aan [gedaagde sub 1] bericht. Desondanks stelden [gedaagden] dat de gemeente dat verkeerd zag en vertrouwde [eiser] daar ten onrechte op.
naverkoop, dan wel terugbestemming de verkregen bouwtitels te verkopen, dan wel elders in te zetten.
[gedaagde sub 3] volgens [eiser] ten onrechte vast aan zijn oorspronkelijke visie en richtte hij zijn pijlen in de vorm van aansprakelijkstellingen op de gemeente.
4.De beoordeling
Het beroep op verjaring en rechtsverwerking
[gedaagde sub 3] : “Hier kunnen we dus ook (alweer) niets mee.” [eiser] wist dan ook hoe de vlag erbij hing.
4.982,00(2 punten × tarief € 2.402,00);