Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
B.V. INTER NEDERLAND BELEGGINGSADVISEURS IN ONROEREND GOED,
VERENIGING VAN EIGENAARS
1.Het verloop van de procedure
- de beschikking van de kantonrechter te Maastricht van 8 juli 2019 (zaaknummer 7106071
- de rolbeslissing van 24 juli 2019 (stellen advocaat en akte aanpassen verzoek/verweer)
- de B2-formulieren van partijen voor de rol van 7 augustus 2019 (stellen advocaat)
- de B4-formulieren van partijen voor de rol van 18 september 2019 (verzoek verwijzen naar de parkeerrol)
- de rolbeslissing van 18 september 2019 (verwijzing naar de parkeerrol)
- het B-6 formulier van B.V. Inter voor de rol van 7 oktober 2020 (zaak laten staan op de parkeerrol)
- de rolbeslissing van 7 oktober 2020 (parkeerrol)
- het B15-formulier van B.V. Inter voor de rol van 7 april 2021 (voortprocederen)
- de akte van B.V. Inter van 12 mei 2021
- de antwoordakte van de VvE van 16 juni 2021
- de B-16 formulieren van partijen voor de rol van 14 juli 2021 (verzoek vonnis)
- de rolbeslissing van 4 augustus 2021, waarbij de griffier opgedragen is deze zaak administratief te koppelen aan de zaak met zaaknummer / rolnummer C/03/272518 / HA ZA 20-2 en waarbij bepaald is dat in deze zaak gelijktijdig met de voornoemde zaak eindvonnis gewezen zal worden.
2.De vaststaande feiten
- bij splitsingsakte van 20 december 1990 is het gebouw te [plaats] aan de
[adres] gesplitst in appartementsrechten en bij die splitsingsakte is de VvE opgericht;
3.Het geschil
4.De beoordeling
2 december 2020 (rov. 4.7) geoordeeld: “
Alle splitsingsstukken in onderling verband bezien, behoren de balkons dus tot de privé-gedeelten van de appartementseigenaren (met woning)”. De rechtbank heeft in die zaak in dat oordeel volhard bij eindvonnis van
29 juni 2022.
2 december 2020 (rov. 4.4 tot en met 4.7). In beide zaken gelden met betrekking tot de balkons immers dezelfde feiten, waaronder de inhoud van de splitsingsakte, en hetzelfde wettelijk kader. Als gevolg daarvan is de rechtbank in deze zaak van oordeel dat de herstelkosten van de balkons niet gemeenschappelijk zijn.
498,00(2 punten × tarief onbepaald kanton)