5.1Ter uitvoering van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet heeft verweerder het “Damoclesbeleid Lokalen en woningen 2019” (hierna: de beleidsregels) vastgesteld.
Volgens de beleidsregels wordt de woning gesloten voor de duur van drie maanden indien sprake is van
a. het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een middel als bedoeld op lijst I lof lijst II behorend bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, of
b. het voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid onder 3°, of artikel 11a, van de Opiumwet (voorbereidingshandelingen).
6. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in de uitspraak van 1 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2933, overwogen dat mag worden aangenomen dat een meer dan geringe hoeveelheid drugs niet, althans niet uitsluitend, voor eigen gebruik van een persoon bestemd is, maar deels of geheel voor verkoop, aflevering of verstrekking aan derden. Daarbij kan in redelijkheid worden aangesloten bij de door het openbaar ministerie toegepaste criteria, volgens welke een hoeveelheid softdrugs van maximaal 5 gram en/of 5 hennepplanten als hoeveelheid voor eigen gebruik worden aangemerkt. Bij de aanwezigheid van een grotere hoeveelheid is in beginsel aannemelijk dat deze bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. Het ligt in dat geval op de weg van de betrokkene om het tegendeel aannemelijk te maken. Deze lijn heeft de Afdeling in de uitspraak van 14 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:738, bevestigd. 7. Tussen partijen is niet in geschil dat verweerder bevoegd is de woning te sluiten. De voorzieningenrechter ziet geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de weergave van de bevindingen van de politie als vermeld in de sluitingsrapportage. Deze rapportage is op ambtseed opgemaakt. De voorzieningenrechter gaat dan ook uit van de aanwezigheid van 124 hennepplanten. Verweerder heeft mogen aannemen dat de aangetroffen hennep deels of geheel voor verkoop, aflevering of verstrekking aan derden bestemd is. Eiser heeft ter zitting bevestigd dat de hennep niet voor eigen gebruik was.
Heeft verweerder in redelijkheid gebruik kunnen maken van zijn bevoegdheid?
8. Bij het uitoefenen van de bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet heeft verweerder beleidsruimte. Dit betekent dat het aan verweerder is om de betrokken belangen af te wegen bij het besluit om van de bevoegdheid gebruik te maken. Ook bij de sluitingsduur heeft verweerder beleidsruimte. Uit het (onder 5.1 weergegeven) Damoclesbeleid volgt dat de woning wordt gesloten voor de duur van drie maanden indien sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een middel als bedoeld op lijst I lof lijst II behorend bij de Opiumwet. De sluiting van de woning voor de duur van drie maanden is in overeenstemming met zijn beleid.
9. Op grond van artikel 4:84 van de Awb handelt het bestuursorgaan overeenkomstig zijn beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling dient verweerder alle omstandigheden van het geval te betrekken in zijn beoordeling en te bezien of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden, moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb, die maken dat het handelen overeenkomstig het beleid gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Bij de beoordeling of zich bijzondere omstandigheden voordoen, moet ten eerste worden bekeken of sluiting van de woning noodzakelijk is.
Is de sluiting noodzakelijk?
10. In de eerste plaats dient aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van een woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
11. Verzoeker wijst op het verstrijken van de termijn tussen het aantreffen van de drugs en het besluit tot sluiting van de woning. Als er sprake is geweest van aanloop, dan is een sluiting van drie maanden al twee keer voorbij, aldus de gemachtigde van verzoeker ter zitting. Er is/was volgens verzoeker geen sprake is van aanloop en/of drugshandel en/of overlast. Verzoeker stelt verder dat hij zelf niets te maken heeft gehad met de hennepplanten en/of hennepkwekerij. Hij had de kamers onderverhuurd. Het Openbaar Ministerie heeft de strafzaak tegen eiser bovendien geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
12. Vaststaat dat in de woning van verzoeker een hoeveelheid softdrugs is aangetroffen die de gebruikershoeveelheid ruim overschrijdt. Het enkele feit dat meer dan 5 hennepplanten zijn aangetroffen in een woning maakt zoals gezegd in beginsel al aannemelijk dat de aangetroffen drugs deels of geheel bestemd waren voor verkoop, aflevering of verstrekking. Als uitgangspunt geldt dat als een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen, aangenomen mag worden dat de woning een rol vervult binnen de keten van drugshandel. Dat levert op zichzelf al een belang bij sluiting op, ook als ter plaatse geen overlast of feitelijke drugshandel is geconstateerd.