ECLI:NL:RBLIM:2022:4857

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
27 juni 2022
Zaaknummer
C/03/302708 / HA ZA 22-116
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident bij vervroeging inzake onrechtmatige handelingen en vrijwaring

Op 22 juni 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident], handelend onder de naam [handelsnaam 1], en [gedaagden in de hoofdzaak]. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Tilborgh, vorderde onder andere betaling van schadevergoeding en afgifte van administratie van de gedaagden, die boekhoudkundige werkzaamheden voor haar hebben verricht. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.R.J.W. Delsing, hebben de vordering betwist en een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de gronden die deze vordering ondersteunen niet zijn weersproken. De rechtbank heeft verder beslist dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. De zaak zal op 20 juli 2022 opnieuw op de rol komen voor een mondelinge behandeling in de periode van 1 januari 2023 tot en met juni 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/302708 / HA ZA 22-116
Vonnis in incident bij vervroeging van 22 juni 2022
in de zaak van
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] , tevens handelend onder de naam [handelsnaam 1],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J. van Tilborgh,
tegen

1.[gedaagde in de hoofdzaak sub 1] ,

wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. R.R.J.W. Delsing,

2.[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] , tevens handelend onder de naam [handelsnaam 2] ,

wonend te [woonplaats 3] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. R.R.J.W. Delsing.
Partijen zullen hierna [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] , [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] genoemd worden.
Eiseres wordt aangeduid als “ [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] ”. Gedaagden worden gezamenlijk aangeduid als “ [gedaagden in de hoofdzaak] ” en wanneer op één van hen specifiek wordt gedoeld als “ [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] ” respectievelijk “ [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 31
  • de akte houdend overlegging beslagstukken en eiswijziging met producties 32 t/m 42
  • de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde in de hoofdzaak sub 1]
  • de conclusie van antwoord zijdens tevens houdende de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring met één productie zijdens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2]
  • de akte tot referte.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De feiten
2.1.
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] drijft via haar eenmanszaak [handelsnaam 1] , ook wel [handelsnaam 1] genoemd (hierna: [handelsnaam 1] ), een onderneming gericht op het uitvoeren van medisch-cosmetische behandelingen.
2.2.
[gedaagden in de hoofdzaak] hebben vanaf medio 2013 boekhoudkundige werkzaamheden voor [handelsnaam 1] verricht. Zij voerden deze werkzaamheden uit op grond van een overeenkomst tussen Susteco International B.V. (hierna: Susteco) en [handelsnaam 1] . Susteco was een besloten vennootschap waarvan [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] enig aandeelhouder en bestuurder was. Inmiddels is Susteco uitgeschreven uit het handelsregister. Vanaf 10 april 2018 verliep de administratie via [handelsnaam 2] in plaats van Susteco.
3. Het geschil
in de hoofdzaak3.1. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat [gedaagden in de hoofdzaak] onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] is te kort geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen [handelsnaam 1] en [handelsnaam 2] . [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] vordert uit dien hoofde (na wijziging van eis) dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, [gedaagden in de hoofdzaak] zal veroordelen tot:
I. betaling van € 270.785,50 in het kader van de onrechtmatige overboekingen;
II. betaling van € 16.774,40 (inclusief btw) in het kader van schade die [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] lijdt omdat zij een boekhoudster moet inschakelen om onderzoek te doen naar haar boekhouding over de jaren 2017- 2020 en het alsnog laten opstellen van jaarstukken en het doen van fiscale aangiften;
III. betaling van € 7.750,00 in het kader van de terugbetaling van de lening die [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident]
in 2017 heeft verstrekt;
IV. betaling van € 12.500,00 in het kader van de terugbetaling van de lening die [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident]
heeft verstrekt in het kader van het Libereum-project;
V. betaling van € 2.920,71 in het kader van de door [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] betaalde advocaatkosten die niet gedekt zijn door haar verzekering;
VI. betaling van (primair) € 20.000,00 in het kader van immateriële schadevergoeding;
VII. afgifte van de volledige administratie die aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] toebehoort en die door [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] aan
[gedaagden in de hoofdzaak] is overhandigd uit hoofde van de (boekhoud)overeenkomst die zij met [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] hebben gesloten, bestaande uit onder meer alle bankafschriften, facturen, bonnen en
e-mailwisselingen over de boekjaren 2017 - 2021 binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagden in de hoofdzaak] met afgifte in gebreke blijven, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 75.000,00;
VIII. de proceskosten en de nakosten.
in het incident
3.2.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] vordert dat haar wordt toegestaan [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] in vrijwaring op te roepen. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] stelt daartoe dat zij geen weet heeft gehad van het handelen van [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en dat [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] alleen aansprakelijk is voor de door [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] geleden schade.
3.3.
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.4. De beoordeling in het incident

4.1.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
staat toe dat [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
20 juli 2022,
5.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 juli 2022voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor een mondelinge behandeling in de periode 1 januari 2023 tot en met juni 2023.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH