Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 februari 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 12 mei 2021, waarbij door de rechtbank onder meer een descente en een mondelinge behandeling is bevolen,
- de akte overlegging producties van [eiser] ,
- het proces-verbaal van de descente en de mondelinge behandeling van 5 augustus 2021, met aangehecht een ter zitting geproduceerde productie van [eiser] ,
- de akte overlegging producties van [eiser] ,
- de antwoordakte van [gedaagden] .
2.De feiten
(zie figuur 1).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het bruikleen en de vraag of toestemming is verleend
“Ook, werd in het bijzijn van de [gedaagden][rechtbank: bedoeld is [gedaagden] ]
, [eiser] en mijzelf, gesproken over het omzagen van coniferen, die de lichtinval in de tuin, van de [gedaagden] beinvloed, waarop [eiser] , zijn toestemming gaf, mits alles(snoeiafval) netjes opgeruimd zou worden.”
5.De beslissing
mr. W.E. Elzinga, in het
gerechtsgebouw te 6214 PA Maastricht,
Sint Annadal 1, op een datum en tijdstip als door de rechtbank zal worden bepaald,
2 februari 2022schriftelijk aan de rechtbank de te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met juni 2022 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald,
2 februari 2022schriftelijk aan de rechtbank en aan de wederpartij moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald,