Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 augustus 2021,
- de akte van [gedaagde sub 1] ,
- de antwoordakte van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
Inleiding
veroordeelttot betaling aan [eiser] van
€ 27.583,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te betalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2016 tot aan de dag van algehele voldoening.
vaststellenop
€ 31.250,00of op een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht. [eiser] heeft echter niet toegelicht dat hij zijn eis wijzigt. Hij heeft dit ook niet in de kop van zijn akte expliciet tot uitdrukking gebracht of op een andere manier duidelijk gemaakt.
€ 2.523,50(3,5 punten x tarief III)