Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident sub 1] ,
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 15
- de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschil
I. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het indident] veroordeelt tot vergoeding van de herstelkosten ter hoogte van € 41.675,00 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten,
€ 41.675,00 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, een en ander te voldoen binnen één maand na het in dezen te wijzen vonnis,
3.De beoordeling in het incident
4.De beoordeling in de hoofdzaak
27 juli 2022 geen nader uitstel voor het nemen van de conclusie van antwoord meer verlenen.
5.De beslissing
27 juli 2022voor conclusie van antwoord alsmede voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor een mondelinge behandeling in de periode 1 januari 2023 tot en met juni 2023.