ECLI:NL:RBLIM:2022:4667

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/03/300727 / HA ZA 22-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal handelsgeschil over bevoegdheid Nederlandse rechter en forumkeuzebeding

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een internationaal handelsgeschil, vordert de Deense rechtspersoon Skandi Denmark A/S dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van de Nederlandse besloten vennootschap Flameclub Europe B.V. kennis te nemen. De vordering van Flameclub betreft betaling van onbetaalde facturen die zijn ontstaan na het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen. Skandi stelt dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is, omdat de facturen betrekking hebben op leveringen die in Duitsland zouden plaatsvinden en er geen rechtsgeldig forumkeuzebeding is overeengekomen. Flameclub daarentegen beroept zich op een forumkeuzebeding in haar algemene voorwaarden, maar Skandi betwist de toepasselijkheid daarvan.

De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een internationaal geschil en dat de internationale bevoegdheid van de rechter moet worden beoordeeld aan de hand van de Brusselse Verordening (EU) nr. 1215/2012. De rechtbank komt tot de conclusie dat de Deense rechter bevoegd is, omdat Skandi in Denemarken is gevestigd en de vorderingen van Flameclub voortvloeien uit een nieuwe zakelijke relatie die is ontstaan door de samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank stelt vast dat de facturen waarvan Flameclub betaling vordert, dateren van na het aangaan van deze nieuwe relatie, waardoor de algemene voorwaarden van Flameclub, inclusief het forumkeuzebeding, niet van toepassing zijn.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen en veroordeelt Flameclub in de proceskosten van het incident. De rechtbank wijst ook op de kosten die Skandi heeft gemaakt in de hoofdzaak, omdat Flameclub de zaak bij de verkeerde rechter heeft aanhangig gemaakt. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.M. Koster-van der Linden op 22 juni 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/300727 / HA ZA 22-17
Vonnis in incident van 22 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLAMECLUB EUROPE B.V.,
gevestigd te Roermond,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.B. Gubbels te Roermond,
tegen
de rechtspersoon naar Deens recht
SKANDI DENMARK A/S,
gevestigd te Kvistgaard (Denemarken),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. L. Heide-Jørgensen.
Partijen worden hierna Flameclub en Skandi genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 december 2021 met producties 1 tot en met 13;
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
  • de conclusie van antwoord in het incident met producties 1 tot en met 7.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
Samengevat vordert Skandi, voor zover rechtens mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart met veroordeling van Flameclub in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.
2.2.
Flameclub voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van Skandi.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Flameclub vordert in deze zaak betaling van onbetaalde facturen door Skandi. Partijen zijn het erover eens dat hun geschil een internationaal handelsgeschil betreft nu Flameclub in Nederland is gevestigd en Skandi in Denemarken. Volgens Flameclub heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van een forumkeuzebeding in haar algemene voorwaarden. Volgens Skandi zijn deze algemene voorwaarden echter niet van toepassing zodat het forumkeuzebeding niet rechtsgeldig is overeengekomen. Ook is er volgens Skandi geen andere grondslag voor bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Skandi stelt dat zij moet worden gedaagd voor het gerecht van haar woonplaats, zodat de Deense rechter bevoegd is en niet de Nederlandse rechter. Zij werpt op die grond de exceptie van onbevoegdheid op.
3.2.
De rechtbank stelt vast dat er sprake is van een internationaal geschil in een burgerlijke en/of handelszaak. Aangezien de partijen ieder zijn gevestigd in een EU-lidstaat en sprake is van een rechtsvordering die na 10 januari 2015 aanhangig is gemaakt, moet de internationale bevoegdheid van de rechter worden beoordeeld aan de hand van Verordening (EU) nummer 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en in handelszaken (hierna: Brussel I bis-Vo). Op grond van artikel 4 lid 1 van Brussel I bis-Vo worden zij die woonplaats hebben in een lidstaat opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat. Dit zou de Deense rechter bevoegd maken.
3.3.
Artikel 5 lid 1 Brussel I bis-Vo bepaalt dat degenen die woonplaats hebben in een lidstaat slechts voor het gerecht van een andere lidstaat kunnen worden opgeroepen krachtens de in de afdelingen 2 tot en met 7 van Brussel I bis-Vo gegeven regels. Een van die uitzonderingsregels is artikel 25 Brussel I bis-Vo over een forumkeuzebeding. Dit artikel bepaalt dat het gerecht wat partijen hebben aangewezen bevoegd is. Die bevoegdheid is exclusief tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Aan het forumkeuzebeding worden een aantal geldigheidsvereisten gesteld. De aanwijzing van het gerecht moet
  • a) hetzij bij schriftelijke overeenkomst zijn gebeurd of bij een schriftelijke bevestigde mondelinge overeenkomst;
  • b) hetzij in een vorm die is toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden;
  • c) hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met de gewoonte waarvan partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
3.4.
Om te bezien of het forumkeuzebeding geldig is, moet eerst worden vastgesteld uit welke overeenkomst(en) de betalingsverplichtingen waarvan Flameclub nakoming vordert, voortvloeien. Vervolgens moet worden bezien of voor die overeenkomst(en) het forumkeuzebeding rechtsgeldig is overeengekomen.
3.5.
Flameclub stelt in de dagvaarding dat zij en Skandi actief zijn in dezelfde markt waarbij Skandi gericht is op de Scandinavische markt en Flameclub op de Europese markt. Flameclub stelt voorts dat partijen op 29 augustus 2018 een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten (overgelegd als productie 3 bij dagvaarding) die inhoudt dat Skandi het gehele assortiment van Flameclub als haar eigen assortiment zal gaan aanbieden en daartoe de leveranciers van Flameclub zal overnemen. Flameclub stelt verder dat Skandi na het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst op 31 december 2018 een tweetal orders met ordernummers 180539 en 1801436 heeft geplaatst uit hoofde waarvan een tweetal facturen ten bedrage van € 70.868,33 respectievelijk € 21.697,85 (productie 4 en 5 dagvaarding) zijn verzonden. Van de factuur ten aanzien van ordernummer 180539 is volgens Flameclub
€ 47.985,46 onbetaald gelaten en de factuur ten aanzien van ordernummer 1801436 zou in het geheel niet zijn betaald. Daarnaast zijn er volgens Flameclub tijdens de samenwerkingsjaren ook logistieke handelingen door haar verricht voor Skandi waarvoor Flameclub facturen heeft verstuurd (productie 6 dagvaarding) voor een bedrag van in totaal € 1.355,-. Ook deze facturen zijn volgens Flameclub niet betaald waardoor een bedrag van in totaal € 71.038,- onbetaald is gebleven. Van dit bedrag vordert zij in deze procedure betaling.
3.6.
Skandi stelt dat de samenwerkingsovereenkomst ertoe strekt dat Skandi Flameclub zal overnemen. Ter uitvoering hiervan stelt Skandi de voorraden van Flameclub te hebben overgenomen en daarop zouden de facturen ten aanzien van ordernummers 180539 en 1801436 zien. Omdat in de samenwerkingsovereenkomst zelf geen forumkeuzebeding is opgenomen, de samenwerkingsovereenkomst niet naar de algemene voorwaarden van Flameclub verwijst en Flameclub haar algemene voorwaarden niet voorafgaand aan of bij het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst aan Skandi heeft medegedeeld, zijn de algemene voorwaarden niet van toepassing op de samenwerkingsovereenkomst, aldus Skandi. Flameclub verwijst op haar facturen weliswaar naar de algemene voorwaarden, maar die facturen dateren van na het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst, zodat hieruit geen toepasselijkheid van de algemene voorwaarden kan voortvloeien, aldus Skandi. Verder stelt Skandi dat het haar volstrekt onduidelijk is op welke diensten de facturen die Flameclub heeft overgelegd als productie 6 zien en uit welke overeenkomst(en) ze zouden voortvloeien, zodat ook hier geen sprake is van een rechtsgeldig forumkeuzebeding.
3.7.
Flameclub heeft hierop gereageerd door te stellen dat Flameclub haar vorderingen niet op de samenwerkingsovereenkomst baseert, maar op koopovereenkomsten ten aanzien van de facturen met de ordernummers 180539 en 1801436 en op overeenkomsten van opdracht tot het laten uitvoeren van logistieke handelingen ten aanzien van de als productie 6 bij dagvaarding overgelegde facturen. Die overeenkomsten werden door partijen volgens Flameclub door de jaren heen veelvuldig met elkaar gesloten, waarbij door Flameclub uitdrukkelijk werd verwezen naar haar algemene voorwaarden die het forumkeuzebeding bevatten. Volgens Flameclub zijn partijen al vanaf 2010 handelspartners van elkaar. Uit hoofde van die verhouding stuurde Flameclub geregeld prijslijsten aan Skandi. Die prijslijsten bevatten als onlosmakelijk geheel ook de door Flameclub gehanteerde algemene voorwaarden en zijn per e-mail aan Skandi verstuurd (producties 1 tot en met 6 conclusie van antwoord in het incident). Flameclub stelt dat zij op al haar offertes en facturen naar haar algemene voorwaarden verwijst en dat deze leesbaar waren dan wel dat kennisnemen daarvan zonder aanzienlijke inspanningen mogelijk was. Bovendien werden de algemene voorwaarden volgens Flameclub overgelegd bij het sluiten van de overeenkomsten.
3.8.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Flameclub daarmee echter onvoldoende onderbouwd dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst(en) waaruit de facturen voortvloeien. Ook indien het juist is dat partijen jarenlang een handelsrelatie met elkaar hadden waarbij Skandi goederen bij Flameclub bestelde en Flameclub logistieke handelingen ten behoeve van Skandi verrichte en daarbij telkenmale naar haar algemene voorwaarden verwees, dan nog heeft te gelden dat met het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen een nieuwe relatie tussen partijen is ontstaan. Skandi zou, in de bewoordingen van Flameclub zelf, het gehele assortiment van Flameclub als haar eigen assortiment aanbieden en daartoe de leveranciers van Flameclub zou overnemen. Onder 1) van de samenwerkingsovereenkomst valt het volgende te lezen:
“1) SKANDI will take over all business activities and obligations from FVEU (..), the obligations are concerning business, logistics and warehousing.”
Skandi heeft het over een overname-overeenkomst wat bij deze bewoordingen aansluit. Wat voor naam er ook aan de samenwerkingsovereenkomst wordt gegeven, vast staat dat de bestendige handelsrelatie die volgens Flameclub bestond, door de samenwerkingsovereenkomst veranderde in een nieuwe relatie waarvoor partijen in de samenwerkingsovereenkomst vastlegden wat hun rechten en verplichtingen waren. Hierop werden de algemene voorwaarden van Flameclub niet van toepassing verklaard en er werd ook geen forumkeuzebeding in de overeenkomst zelf overeengekomen. De facturen waarvan Flameclub betaling vordert, dateren alle van na het ontstaan van deze nieuwe relatie tussen partijen. Dit betekent dat zij niet meer uit de voormalige handelsrelatie voortvloeien maar zijn ontstaan na het ingaan van de nieuwe zakelijke relatie van partijen waarvoor de algemene voorwaarden van Flameclub met daarin het forumkeuzebeding niet toepasselijk zijn. De rechtbank stelt dan ook vast dat er geen forumkeuzebeding geldt waarop de bevoegdheid van de Nederlandse rechter kan worden gebaseerd.
Plaats van uitvoering Artikel 7 lid 1 onder b Brussel I bis-Vo
3.9.
Op grond van artikel 7 Brussel I bis-Vo kan een persoon die woonplaats heeft in een lidstaat ook worden opgeroepen voor een gerecht van de lidstaat van de plaats waar de verbintenis die aan de vordering ten grondslag ligt, moet worden uitgevoerd. Voor de koop van roerende zaken is dat de plaats waar de zaken geleverd moeten worden en voor de verstrekking van diensten is dat de plaats waar de diensten verricht moeten worden.
3.10.
Naar Skandi onbetwist heeft gesteld dienden de roerende zaken die zijn gefactureerd op de facturen met ordernummers 180539 en 1801436 te worden geleverd in Duitsland. Onderaan de facturen staat;
“Sending Collected by Yourself
(…)
Delivery FCA Wegberg Wildenrath Germany”
Rechtsboven de facturen staat:
“Warehouse Address:
Friedrich List Allee 73
D-41844 Wegberg-Wildenrath
Germany”
Kennelijk kreeg Skandi de goederen derhalve geleverd bij de opslagplaats van Flameclub in Duitsland. Op grond hiervan is niet alleen de Deense rechter in deze zaak bevoegd op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo maar wordt op grond van artikel 7 Brussel I Bis-Vo ook een alternatieve bevoegdheid gegeven voor de Duitse rechter. De Nederlandse rechter maakt dit niet bevoegd.
3.11.
Ten aanzien van de facturen die zijn overgelegd als productie 6 bij dagvaarding stelt Flameclub dat het gaat om diensten die namens Flameclub tot en met november 2020 in Nederland zijn verricht door een in Roermond gevestigde logistieke ondernemer. Volgens Flameclub komt de Nederlandse rechter ten aanzien van deze facturen daarom rechtsmacht toe. Flameclub heeft als productie 7 bij conclusie van antwoord in het incident een CMR-vrachtbrief van 12 augustus 2020 in het geding gebracht met een mail waaruit blijkt dat goederen van Nederland naar Denemarken zullen worden vervoerd door Roertrans.
3.12.
De rechtbank constateert dat de datum op de vrachtbrief niet voorkomt op de facturen waarvan Flameclub betaling vordert. Wel staat op deze facturen dat het gaat om “freight costs/ order processing Roertrans”. Hoe dan ook is de rechtbank van oordeel dat het Flameclub hiermee onvoldoende de bevoegdheid van de Nederlandse rechtsmacht op deze grond heeft onderbouwd. Onduidelijk is uit welke overeenkomsten de facturen die zijn overgelegd als productie 6 nu precies voortvloeien. Gezien de samenwerkingsovereenkomst heeft het er alle schijn van dat de transportkosten die in rekening worden gebracht, verbonden zijn aan de koop/levering van roerende zaken. In dat geval moet voor de plaats waar de verbintenis moet worden uitgevoerd, worden uitgegaan van de plaats van de uitvoering van de hoofdverbintenis en dat is dan de plaats van levering van de goederen. Ook op deze grond is de Nederlandse rechter dus niet bevoegd.
3.13.
Slotsom van het voorgaande is dat de rechtbank zich niet bevoegd acht om van het geschil kennis te nemen.
3.14.
Flameclub wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident veroordeeld, begroot op € 721,-. aan salaris advocaat.

4.De beoordeling in de hoofdzaak

4.1.
Flameclub wordt in de proceskosten van de hoofdzaak veroordeeld, omdat zij nodeloos kosten heeft veroorzaakt door die hoofdzaak bij de verkeerde rechter aanhangig te maken. De kosten aan de zijde van Skandi in de hoofdzaak worden begroot op € 2.837,- aan griffierecht.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
5.2.
veroordeelt Flameclub in de kosten van het incident, aan de zijde van Skandi tot op heden begroot op € 721,-,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
veroordeelt Flameclub in de proceskosten, aan de zijde van Skandi tot op heden begroot op € 2.837,-.
5.5.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koster-van der Linden en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: CL