Wat de rechtbank vindt
7. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat de WIA-uitkering van eiseres wordt beëindigd per 20 juli 2021, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat uitleggen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. De verzekeringsarts heeft geen informatie opgevraagd bij de behandelaars, omdat voldoende informatie aanwezig was. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport heroverwogen. Zij heeft het dossier met daarin de informatie van de behandelaars bestudeerd, waaronder de brief van 19 april 2021 van de psychiater-psychotherapeut. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom zij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. De belastbaarheid wordt aangepast op persoonlijk functioneren en sociaal functioneren. In verband met de wijzigingen in de belastbaarheid heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep een gewijzigde FML opgesteld op 5 mei 2021.
11. Eiseres heeft in beroep een brief van 11 mei 2021 van een psychiater-psychotherapeut overlegd. Deze informatie ziet volgens het UWV niet op de datum in geding.
12. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaar betrokken in haar beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
13. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnose aanpassingsproblematiek (deels in remissie). Eiseres voldoet niet meer aan één van de criteria voor ‘geen benutbare mogelijkheden’. De verzekeringsarts heeft dan ook een FML opgesteld. Bij het opstellen van de belastbaarheid is rekening gehouden met beperkingen op het vlak van persoonlijk en sociaal functioneren in arbeid. Ook wordt een beperking aangenomen op het vlak van werktijden.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport uiteengezet op welke punten zij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Eiseres is al jaren bekend met depressieve/burn-out klachten bij persoonlijkheidsproblematiek. Bij de huidige herbeoordeling komt naar voren dat de behandeling hiervoor al enige tijd is afgerond. Wel heeft eiseres nog steunend contact met een psycholoog. Dat eiseres niet volledig is hersteld is duidelijk, waardoor ook nog beperkingen zijn aangenomen. Daarbij is rekening gehouden met de emotionele instabiliteit van eiseres. Dit lijkt vooral op te treden bij zorgen omtrent de kinderen, en als zij alleen is en bij het gevoel te worden overvraagd. Om de kans op overvraging te voorkomen stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiseres is aangewezen op een goed afgebakend en goed gestructureerd takenpakket. Ook vindt zij intensieve klantencontacten hierdoor minder passend. Een reden voor een urenbeperking wordt niet gezien, gelet op het dagelijks functioneren van eiseres. Met betrekking tot de brief van de psychiater van 19 april 2021 merkt de verzekeringsarts bezwaar en beroep op dat de psychiater geen nieuwe medische bevindingen beschrijft. Waarop de diagnose depressieve stoornis is gebaseerd wordt niet duidelijk uit de brief. Eiseres heeft geen stemmingsklachten benoemd bij de verzekeringsarts en ook niet in bezwaar. Daarnaast beschrijft de psychiater dit ook niet bij de bevindingen. Ten aanzien van de belastbaarheid benoemt de psychiater de emotionele instabiliteit van eiseres als reden dat zij in het geheel niet zou kunnen functioneren in het werk. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat de psychiater hier geen uitspraak over behoort te doen, maar het is volgens haar ook geen logische conclusie gelet op de activiteiten die eiseres de laatste jaren in werk en opleiding heeft verricht. Dat eiseres kwetsbaar is, is aannemelijk, maar daarmee is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep rekening gehouden.
15. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
16. De rechtbank vindt dat het UWV voldoende heeft uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. Het UWV heeft toegelicht dat de brief van 11 mei 2022 niet ziet op de datum in geding. De psychiater-psychotherapeut heeft reeds op 19 april 2021 een uitvoerige beschrijving gegeven van de toestand van eiseres. Die beschrijving is meegenomen door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank ziet geen aanleiding om het UWV niet te volgen.
17. Eiseres voert aan dat het UWV haar mogelijkheden om te werken heeft overschat, dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar psychische klachten en ten onrechte voorbij is gegaan aan de medische informatie van de psychiater-psychotherapeut. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Ook volgt uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat de brief van de psychiater-psychotherapeut is meegenomen in de heroverweging. De rechtbank merkt in dit verband nog op dat het doen van uitspraken over de belastbaarheid is voorbehouden aan het specialisme van de verzekeringsarts. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart op 20 juli 2021.
De arbeidskundige beoordeling
18. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 20 juli 2021 met de middelste van deze functies 67,30% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als coördinator praktijkbureau opleidingsinstituut, zodat eiseres voor de overige 32,70% arbeidsongeschikt is.
De uitlooptermijn van de WIA-uitkering
20. Het UWV heeft in het bestreden besluit niet de juiste uitlooptermijn gehanteerd. In het verweerschrift vraagt het UWV de rechtbank daarmee rekening te houden. De rechtbank ziet, nu het bestreden besluit overigens op een deugdelijke grondslag berust, aanleiding om zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat de WIA-uitkering van eiseres wordt beëindigd per 20 juli 2021, in plaats van 18 januari 2021.