In deze zaak vordert de stichting STICHTING WONEN LIMBURG, vertegenwoordigd door Hafkamp Gerechtsdeurwaarders B.V., ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde partij, die een huurachterstand heeft van € 3.830,10 tot en met december 2021. De gedaagde partij, die de woning huurt sinds 20 januari 2021, heeft verweer gevoerd en stelt dat financiële problemen zijn ontstaan door de stopzetting van haar PW-uitkering. De kantonrechter heeft op 9 mei 2022 een mondelinge behandeling gehouden, maar de gedaagde partij is niet persoonlijk verschenen, wat de mogelijkheid voor de rechter om vragen te stellen heeft beperkt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de huurachterstand niet betwist en dat de achterstand een ernstige tekortkoming in de betalingsverplichting vormt. De rechter oordeelt dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd zijn, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde partij. De rechter wijst de vorderingen van de eisende partij toe, inclusief de huurachterstand, de incassokosten en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde moet ontruimen.