2.12.[gedaagde partij] reageert hierop bij brief van 12 april 2021. In deze brief staat onder meer (productie 3 bij dagvaarding):
“(…)
- Schilderwerk/geknoei met uitdrukkelijke vermelding dat dit verboden is:
Huurder heeft geen toestemming gekregen om het gehuurde te schilderen, sterker nog het is uitdrukkelijk in de huurovereenkomst gemeld dat er GEEN schilderwerkzaamheden verricht mogen worden door huurder, juist om dit soort situaties te voorkomen. [eisende partij] heeft, op uiterst amateuristische wijze, met een mini roller lukraak de muren “bijgeschilderd”. Dit houdt in dat geen enkele muur volledig is geschilderd, maar dat er op goed geluk met de roller is gespeeld waardoor er niks anders is gecreëerd dan muren vol vlekken en strepen. Daarnaast zijn ook alle aangrenzende spullen “mee geschilderd” zoals de trap, lichtknoppen, ingebouwde kast, zwarte liggers aan plafond.
Uw samenvatting van de schade (…) is dan ook een zware onderschatting van de situatie, waarin u overigens wel erkent dat huurder het appartement heeft overgeschilderd, terwijl dit, conform artikel 14.3 in de huurovereenkomst, enkel mogelijk is met schriftelijke toestemming van de verhuurder. (…) De door u genoemde verfspetters zijn dan ook geen redelijke weergave van de situatie en is ook niet zo vermeld in het check out rapport, daar wordt duidelijk aangegeven dat er slecht geschilderd is en wordt er enkel m.b.t. de C.V.-ruimte gesproken over verfspetters!
[eisende partij] moet zich realiseren welke schade zij ZELF heeft aangericht door schilder te gaan spelen, wat geresulteerd heeft in het volledig moeten overschilderen van het appartement.
Zie hierna een aantal foto’s als voorbeeld: (…)
- Het niet schoon achterlaten van het gehuurde:
Zowel bij de pre check out als bij de daadwerkelijke check out was het voor alle partijen overduidelijk dat het appartement niet alleen niet schoon was, maar gewoon smerig! Pre check out rapport en foto’s geven ook duidelijk aan dat er geen sprake is van “normaal gebruik” waar u telkens naar refereert. [eisende partij] heeft haar nieuwe, ongebruikte appartement gebruikt als een opslagruimte, zonder enig respect voor het gehuurde in haar omgang hiermee. Zie hierna een aantal foto’s als voorbeeld: (…)
[eisende partij] heeft absoluut geen recht op enige teruggave van de waarborg.
Een overzicht van de kosten die zijn gemaakt:
- Arbeid werkzaamheden [adres 2] : € 3.651,18
- Materialen werkzaamheden [adres 2] : € 479,04
- Schoonmaakkosten conform HOK:€ 150,00
= TOTAAL € 4.280,22
Zie bijgaande de facturen. (…)
Wij sommeren [eisende partij] om de kosten van € 1.680,22 die de waarborgsom overschrijden
(€ 2.600,00 - € 4.280,22) door toedoen van haar eigen praktijken, binnen 14 dagen na datum van deze brief, over te maken (…)
Ter info: [eisende partij] vond het niet nodig bij de volledige check out te zijn en heeft besloten voortijdig te vertrekken, met goedkeuring van alle schades en besproken punten. (…)”
Met deze brief zijn ook een tweetal facturen aan [eisende partij] gestuurd:
- de factuur van BouwCenter Jan Opreij van 11 februari 2021 gericht aan de [gedaagde partij] Industrialgroep met als omschrijving ‘werk: appartement [adres 2] ’ ziet op € 479,04 aan diverse verfmaterialen (productie 5 bij dagvaarding),
- de factuur van [bedrijfsnaam 1] gericht aan [bedrijfsnaam 2] van
24 februari 2021 met factuurnummer 210167 en referentie ‘Werkzaamheden appartement [adres 2] , appartementen [adres 2] ’ ziet op een bedrag van
€ 3.651,18 (productie 4 bij dagvaarding).