ECLI:NL:RBLIM:2022:4291

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
04/060357-02
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling

Op 3 juni 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, hierna te noemen [verdachte]. De rechtbank heeft de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd, op basis van een reclasseringsadvies van 18 mei 2022. In dit advies werd gesteld dat de risico's van [verdachte] laag tot gemiddeld zijn en dat hij goed meewerkt aan zijn traject. De rechtbank heeft de procesgang en de eerdere beslissingen in de zaak in overweging genomen, waaronder de verlenging van de tbs-maatregel op 22 februari 2022. Tijdens de zitting op 23 mei 2022 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder reclasseringswerkers en een GZ-psycholoog, die allen het recidiverisico als laag inschatten bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] de afgelopen periode goed heeft gefunctioneerd en dat hij zich bewust is van zijn valkuilen. De reclassering heeft aangegeven dat er voldoende zicht is op de risicofactoren en dat de gestelde voorwaarden adequaat zijn om de verpleging verantwoord voorwaardelijk te beëindigen. De rechtbank heeft de door de reclassering geformuleerde voorwaarden overgenomen en de verpleging van overheidswege met ingang van de uitspraak voorwaardelijk beëindigd. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat goede gronden aanwezig zijn voor deze beslissing, gezien de psychische toestand van [verdachte] en de professionele ondersteuning die hij zal ontvangen.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken ter openbare zitting. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging duidelijk geformuleerd, waaronder het naleven van afspraken met de reclassering en het meewerken aan controles.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/060357-02 (beslissing omtrent verpleging van overheidswege)
Datum uitspraak : 3 juni 2022
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer in het arrondissement Limburg
in het kader van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
hierna te noemen [verdachte] .
Raadsman is mr. M.F.M. Geeratz, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies ‘Tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging’ van 18 mei 2022, opgemaakt door [naam reclasseringswerker 1] (reclasseringswerker) en [naam unitmanager] (unitmanager);
  • het schrijven van 16 mei 2022 van [naam GZ-psycholoog] (GZ-psycholoog en hoofd behandeling outreachteam verbonden aan FPC de Oostvaarderskliniek);
  • de beslissing van deze rechtbank van 22 februari 2022, waarbij de termijn van de tbs-maatregel is verlengd met één jaar en de beslissing omtrent de verpleging van overheidswege is aangehouden;
  • het verlengingsdossier van [verdachte] , onderliggend aan bovenstaande beslissing.

2.De procesgang

Op 22 februari 2022 heeft deze rechtbank de tbs-maatregel van [verdachte] verlengd met één jaar en de beslissing over de voortzetting van de verpleging van overheidswege aangehouden, teneinde de reclassering de gelegenheid te geven een maatregelrapport op te maken over de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging.
Het onderzoek omtrent de voortzetting van de verpleging van overheidswege is hervat ter openbare zitting van deze rechtbank op 23 mei 2022. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [verdachte] , zijn raadsman, en als deskundigen [naam GZ-psycholoog] , als GZ-psycholoog en hoofd behandeling verbonden aan FPC de Oostvaarderskliniek, en [naam reclasseringswerker 1] en [naam reclasseringswerker 2] , beiden als reclasseringswerker verbonden aan GGZ
Reclassering Limburg.

3.Het standpunt van de reclassering

In het reclasseringsadvies d.d. 18 mei 2022 is onder meer het navolgende vermeld:
Op dit moment zijn de risico’s laag tot gemiddeld. Betrokkene werkt goed mee in zijn traject, komt afspraken netjes na, is goed in contact met de reclassering en alle hulpverleners en laat zich aanspreken op zaken. Betrokkenes zelfoverschatting blijft een aandachtspunt in het traject. Er is al langdurig geen sprake meer van middelengebruik en betrokkene wordt hierop gecontroleerd middels urinecontroles en ademcontroles. Het lukt betrokkene binnen de huidige setting om ondersteuning te vragen en hij maakt zaken waar hij tegen aanloopt bespreekbaar. Hij heeft meerdere malen per week contact met de woonbegeleiding van De Vliet, hij heeft drie dagen dagbesteding bij de Voedselbank en dit wordt gemonitord door een
trajectbegeleider van de Rooyse Wissel, hij draagt zorg voor zijn kinderen, hij heeft sinds kort ook wekelijks contact met zijn Fact begeleiders van de forensische polikliniek in Blerick en hij heeft wekelijks meldplichtafspraken met zijn toezichthouders van de reclassering. De reclassering heeft nauw contact met alle ketenpartners en er is regelmatig overleg onderling, zo nodig stuurt en wijst de reclassering op eventuele risico’s. Ondank het feit dat het traject in Limburg nog maar kort loopt, is de reclassering van mening het traject op deze wijze voldoende te kunnen managen.
Gelet op deze omstandigheden adviseert de reclassering de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de in het rapport geformuleerde voorwaarden.
Ter zitting heeft deskundige [naam reclasseringswerker 1] aangegeven dat het recidiverisico bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege laag is. [verdachte] wordt nu zes maanden door de reclassering Limburg begeleid en het traject verloopt goed. Er is voldoende zicht op de risicofactoren. [verdachte] heeft wekelijks gesprekken met diverse hulpverleners, welke onderling nauw contact hebben en zeer alert zijn op signalering van problemen. De reclassering acht de gestelde voorwaarden adequaat om de verpleging van overheidswege verantwoord voorwaardelijk te kunnen beëindiging.
Ter zitting heeft deskundige [naam reclasseringswerker 2] medegedeeld dat - buiten het niet aangeven van zijn tbs-status op zijn dagbestedingsplek - [verdachte] (na doorvragen) openheid heeft gegeven en adviezen van de reclassering of andere hulpverleners heeft opgevolgd.

4.Het standpunt van de kliniek

Uit het schrijven van de deskundige [naam GZ-psycholoog] van 16 mei 2022 en hetgeen de deskundige ter zitting aanvullend heeft opgemerkt, volgt dat de kliniek het recidiverisico bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege op de korte en middellange termijn inschat als laag. Wel bestaan er nog zorgen met betrekking tot de mate waarin [verdachte] zijn eigen plan trekt en de mate van openheid die hij geeft. Tevens kan de aard van de problematiek van [verdachte] ervoor zorgen dat de alertheid van partijen om problemen te signaleren afneemt. Daarom is de kliniek, hoewel de afweging heel moeilijk is, van oordeel dat een voorwaardelijke beëindiging nu toch nog niet aan de orde is en het kader van proefverlof nog één jaar ingezet dient te worden, waarbij het outreachteam van de kliniek op afstand meekijkt en zo nodig kan bijsturen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de in het reclasseringsadvies geformuleerde voorwaarden. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat de (hulpverlenings)situatie in het afgelopen half jaar nagenoeg gelijk is geweest aan de situatie in het geval van een voorwaardelijke beëindiging en dat [verdachte] daarbij goed heeft gefunctioneerd. In het kader van een voorwaardelijke beëindiging wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Het risicomanagement voldoet en de reclassering is zich samen met de andere betrokken hulpverleners bewust van de risicofactoren en alert op signalering van problemen.

6.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[verdachte] heeft aangevoerd dat hij graag zou zien dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. Hij is tevreden over de hulpverlening en de begeleiding die hij krijgt en is zich bewust van zijn valkuilen. [verdachte] is op de hoogte van de geformuleerde voorwaarden en is bereid zich hieraan te houden.
De raadsman heeft verzocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de geformuleerde voorwaarden. [verdachte] is bereid zich aan deze voorwaarden te houden en heeft de afgelopen periode al laten zien dat hij daartoe ook in staat is.

7.De beoordeling

Ter beoordeling aan de rechtbank ligt de vraag voor of de verpleging van overheidswege al dan niet voorwaardelijk dient te worden beëindigd.
Voor het voorwaardelijk beëindigen van de verpleging van overheidswege moeten goede gronden aanwezig zijn. Het uit de psychische stoornis voortvloeiende gevaar van de terbeschikkinggestelde voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen moet dusdanig zijn teruggebracht dat het verantwoord is de verpleging onder voorwaarden te beëindigen.
Uit voornoemde rapportages en het verhandelde ter zitting blijkt dat [verdachte] toe is aan de volgende stap in zijn resocialisatietraject en dat die stap ook verantwoord is. Met de juiste professionele ondersteuning en door middel van het stellen én naleven van voorwaarden kan het recidiverisico worden teruggebracht naar een aanvaardbaar niveau. In het kader van de voorwaardelijke beëindiging kan deze ondersteuning aan [verdachte] worden gegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gevaarzetting van [verdachte] - mede gelet op de inhoud van de geformuleerde voorwaarden - in afdoende mate kan worden beheerst onder toezicht van de reclassering. De rechtbank heeft in dit oordeel mede betrokken dat [verdachte] te kennen heeft gegeven dat hij de voorgestelde voorwaarden na zal leven en dat hij in de afgelopen periode ook reeds heeft laten zien dat hij in staat is om zich aan de in dat kader gemaakte afspraken te houden.
Gelet op deze omstandigheden zal de rechtbank de verpleging van overheidswege van [verdachte] voorwaardelijk beëindigen. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering in het advies ‘Tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging’ d.d. 18 mei 2022 geformuleerde voorwaarden overnemen.

8.De beslissing

De rechtbank:
  • bepaalt dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd met ingang van heden;
  • stelt daaraan de hierna te noemen voorwaarden;
dat [verdachte] ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat [verdachte] zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
dat [verdachte] meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- [verdachte] meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- [verdachte] laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van [verdachte] vast te stellen;
- [verdachte] houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering, De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om [verdachte] te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- [verdachte] helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- [verdachte] werkt mee aan huisbezoeken;
- [verdachte] geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- [verdachte] vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- [verdachte] werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met [verdachte] , als dat van belang is voor het toezicht;
[verdachte] werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling zoals een FPK of FPA, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
[verdachte] gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
[verdachte] laat zich behandelen door ambulante forensische polikliniek “Ambulant behandelen Rooyse Wissel” of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. [verdachte] houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
[verdachte] verblijft in RIBW de Vliet of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. [verdachte] houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld. Indien er op enig moment sprake is van zelfstandig wonen, dan accepteert [verdachte] ambulante woonbegeleiding van de Vliet of ander door de reclassering aan te wijzen instelling;
[verdachte] gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak [verdachte] wordt gecontroleerd;
[verdachte] gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak [verdachte] wordt gecontroleerd;
[verdachte] werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. [verdachte] geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
[verdachte] heeft werk of een andere vorm van dagbesteding. De dagen en uren gaan in overleg met de trajectbegeleider van de Rooyse Wissel en de reclassering;
- geeft GGZ Reclassering Limburg opdracht [verdachte] bij de naleving deze voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.H.M. Engels, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. S.A.M.C. van de Winkel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 juni 2022.