ECLI:NL:RBLIM:2022:428

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 januari 2022
Publicatiedatum
21 januari 2022
Zaaknummer
9338109 CV EXPL 21-3457
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.H.M.
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake non-conformiteit bij koopovereenkomst van een hond

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiser, die in verzet is gegaan, had eerder een verstekvonnis gekregen waarin zijn vorderingen tegen de gedaagde waren toegewezen. De eiser had een hond gekocht van de gedaagde, maar stelde dat de hond ziek was en niet voldeed aan de koopovereenkomst. De gedaagde heeft in verzet gesteld dat de hond die de eiser heeft gekregen niet de hond is die in de koopovereenkomst is beschreven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst dwingend bewijs oplevert van wat partijen zijn overeengekomen. De eiser heeft echter niet kunnen aantonen dat hij een andere hond heeft gekocht dan de hond die in de overeenkomst is beschreven. Bovendien heeft de eiser nagelaten de gedaagde in de gelegenheid te stellen om eventuele tekortkomingen te herstellen, waardoor hij geen beroep kan doen op non-conformiteit. De kantonrechter heeft het verzet gegrond verklaard, het verstekvonnis vernietigd en de vorderingen van de eiser afgewezen. De eiser is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9338109 CV EXPL 21-3457
Vonnis van de kantonrechter van 19 januari 2022
in de zaak van
[eiser, gedaagde in verzet] ,
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser, gedaagde in verzet,
gemachtigde mr. G.A.E. Schutte,
tegen
[gedaagde, eiseres in verzet], h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonend en zaakdoend te [woonplaats 2] ,
gedaagde, eiseres in verzet,
gemachtigde mr.ing. J.G. van Ek.
Partijen worden hierna [eiser, gedaagde in verzet] en [gedaagde, eiseres in verzet] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank op 2 juni 2021 tussen [eiser, gedaagde in verzet] en [gedaagde, eiseres in verzet] gewezen verstekvonnis onder zaaknummer 9206174 CV EXPL 212362,
  • de verzetdagvaarding van 30 juni 2021,
  • de conclusie van antwoord in oppositie,
  • de conclusie van repliek in oppositie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is op 26 november 2020 een koopovereenkomst tot stand gekomen waarbij [eiser, gedaagde in verzet] een hond van het ras Pomeranian heeft gekocht van [gedaagde, eiseres in verzet] voor een bedrag van in totaal € 3.950,00.
2.2.
Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst hebben partijen via e-mail gecorrespondeerd. Bij e-mail van 26 november 2020 (productie 1 inleidende dagvaarding) heeft [gedaagde, eiseres in verzet] aan [eiser, gedaagde in verzet] geschreven:

Goedemiddag heer [eiser, gedaagde in verzet] ,
Gefeliciteerd met uw nieuwe gezinslid. Een echte knappe jongedame (dit teefje staat nog niet op onze website).
Bijgaand treft u de koopovereenkomst aan. Deze graag waar nodig paraferen en ondertekenen en naar ons retourneren. (…)
2.3.
In de koopovereenkomst staat onder andere vermeld:
“(…)
1. Omschrijving van de Pomeranian (pup)
Het betreft de Pomeranian:
1.1.
Omschrijving van de Pomeranian (pup), verder te noemen ‘de hond’:
a. Geslacht:reu/ teef
Kleur pup: Cream
b. bijzondere kenmerken: de pup is volledig gevaccineerd volgens het puppy inentingsschema, gechipt, meermaals ontwormd, anti vlooien en teken behandeling en heeft na een medische check een schriftelijke gezondheidsverklaring van een Nederlandse dierenarts. (…)

2.Koop/Levering/risico

(…)

2.2.
De hond wordt op een nader te bepalen datum geleverd aan koper (meestal over ca. 14 dagen na reservering, mits de pup 15 weken oud is) en in eigendom overgedragen, op welke datum de hond op een nog nader tussen partijen te bepalen tijdstip door koper bij verkoper wordt opgehaald. (…)
2.4.
Koper en verkoper constateren dat de hondwel/geen*) uiterlijk waarneembare gebreken of afwijkingen heeft, (eventueel gebrek/afwijking vermelden en aangeven welke gevolgen die gebrek/afwijking heeft). De hond zal op de overeengekomen afleveringsdatum aan koper worden overgedragen in dezelfde uiterlijke gezonde staat als waarin de hond bij ondertekening van deze overeenkomst verkeert.
(…)

4.Gebreken/Ontbinding/Schadevergoeding

4.1.
Indien binnen zeven dagen na aflevering van de hond door middel van veterinair onderzoek wordt vastgesteld dat de hond aan een ziekte, gebrek of afwijking lijdt die reeds bestond of te herleiden is tot een ziekte, gebrek of afwijking (anders dan vermeld bij artikel 2.4.) die reeds bestond bij het aangaan van de koopovereenkomst, waardoor de hond blijvend ongeschikt is als gezelschapsdier, dan heeft de koper het recht de overeenkomst te ontbinden, mits hij onverwijld, in elk geval binnen zeven dagen na ontdekking, daartoe de wens aan verkoper te kennen geeft, door middel van een aangetekend schrijven. Bij deze brief voegt de koper een kopie van de dierenartsverklaring. De verkoper is in dat geval verplicht de hond terug te nemen tegen volledige terugbetaling van de koopsom.
4.2.
Wanneer zich een gebrek voordoet, is de koper gehouden om voorafgaand aan veterinair ingrijpen in overleg te treden met verkoper. Een veterinaire ingreep die samenhangt met een gebrek, dient in de eerste 3 maanden na levering te worden verricht door een dierenarts die de verkoper heeft aangewezen. Deze dierenarts wordt bij dezen door koper gemachtigd om alle informatie met betrekking tot de ingreep met verkoper te delen.
4.3.
Onverminderd het in 4.2. bepaalde, dient koper de verkoper ten allen tijde op eerste verzoek een terstond in de gelegenheid te stellen voor contra-expertises door een door verkoper aangewezen dierenarts.
4.4.
Door de artikelen 4.2. en/ of 4.3. niet na te leven, vervalt enig recht op schadevergoeding.
2.4.
[eiser, gedaagde in verzet] heeft op 21 december 2020 de hond bij [gedaagde, eiseres in verzet] opgehaald.
2.5.
Op 23 december 2020 is [eiser, gedaagde in verzet] met een hond naar de dierenarts gegaan voor een consult, omdat deze last had van diarree. Een week later is [eiser, gedaagde in verzet] weer met de hond bij de dierenarts geweest omdat het nog steeds niet goed ging met de hond. Daarna is het steeds slechter gegaan met de hond. Na nog een aantal dierenartsconsulten en een opname in een dierenkliniek in Deventer is op 5 januari 2021 besloten de hond niet verder te laten lijden. De hond is op 5 januari 2021 door de dierenarts geëuthanaseerd (productie 3 inleidende dagvaarding).
2.6.
In het door [eiser, gedaagde in verzet] overgelegde medisch dossier (productie 2 inleidende dagvaarding) staat onder andere vermeld:
PATIENTNIFORMATIE
05-01-2021
1.0.
Consult controle kort:
agenda - Consult 15 min: Gaat niet goed. Komt jullie kant op, is rond 9.00 uur bij jullie. Aangegeven dat voor opname en infuus ed alsnog naar HDlaan of Deventer moet ()
algemeen – anamnese: Meer dood dan levend.
(…)
04-01-2021
(…)
algemeen – anamnese: P/nog niet goed
A/ braakt niet maar wil niets eten en drinken. wel wat diarree
- ingeven medicatie gaat zeer moeizaam.
(…)
02-01-2021
(…)
Bloedonderzoek: hypoglycemie en ccrp en wbc verhoogd. Nu starten met metronidazol, celenia en glucose iv gegeven. Daarnaast gedwangvoerd.
(…)
opname: start: 20210102 – hok: Nu in opname, na infuus begint hij zelf te eten. Medicatie gehad.
notitie: Giardia test: uitslag negatief
29-12-2020
(…)
bevindingen: wel gevaccineerd
iets afgevallen
eet hier graag katten brokjes
te mager, maar eet denk ik te weinig omdat nog steeds op blik staat….
(…)
24-12-2020
(…)
advies/therapie: GRAAG EVEN DOORBELLEN GIARDIA POSITIEF EN BRIEF STUREN (…)
23-12-2020
(…)
diagnose: enteritis, giardia
advies/therapie: giardia test
(…)
notitie- uitslag Giardia Positief (…)
2.7.
Op 18 februari 2021 heeft de gemachtigde van [eiser, gedaagde in verzet] een brief gestuurd aan [gedaagde, eiseres in verzet] (productie 4 inleidende dagvaarding). In die brief is onder meer vermeld:

(…)
Uit het voorgaande blijkt dat de hond vanaf het moment dat hij door cliënt werd opgehaald niet fit was. Juridisch betekent dit dat de hond niet beantwoord heeft aan de overeenkomst. Er is in dit geval sprake van consumentenkoop in de zin van art. 7:5 BW. Cliënt wenst de koopovereenkomst te ontbinden en voor zover nodig ontbind ik de overeenkomst hierbij dan ook buitengerechtelijk. Dat betekent dat u het gehele aankoopbedrag dient terug te betalen. Daarnaast bent u aansprakelijk voor de door cliënt geleden schade. Die schade betreft onder meer de kosten van de dierenarts à € 940,30. (…)

3.Het geschil

3.1.
[eiser, gedaagde in verzet] heeft in de procedure die heeft geleid tot het verstekvonnis van 2 juni 2021 gevorderd de koopovereenkomst tussen hem en [gedaagde, eiseres in verzet] te ontbinden, [gedaagde, eiseres in verzet] te veroordelen tot terugbetaling van € 3.950,00 vermeerderd met de wettelijke rente, de door hem geleden schade te bepalen op € 940,30 en [gedaagde, eiseres in verzet] te veroordelen tot betaling van een vergoeding voor die schade, vermeerderd met de wettelijke rente en dit alles onder veroordeling van [gedaagde, eiseres in verzet] tot betaling van de proces- en nakosten. [eiser, gedaagde in verzet] heeft daarvoor aangevoerd dat de door [gedaagde, eiseres in verzet] aan hem verkochte hond vanaf de aankoop al ziek was en dus niet voldeed aan de koopovereenkomst (non-conformiteit). [eiser, gedaagde in verzet] heeft gesteld dat hij daarom de koopovereenkomst wenst te ontbinden en de door hem geleden schade op [gedaagde, eiseres in verzet] wenst te verhalen.
3.2.
Bij verstekvonnis van 2 juni 2020 zijn de vorderingen van [eiser, gedaagde in verzet] toegewezen.
3.3.
[gedaagde, eiseres in verzet] vordert in verzet haar te ontheffen van de veroordeling uitgesproken in voormeld verstekvonnis, [eiser, gedaagde in verzet] in zijn vorderingen niet ontvankelijk te verklaren, althans deze aan hem te ontzeggen als zijnde ongegrond en/of onbewezen, met veroordeling van [eiser, gedaagde in verzet] in de proceskosten, die van het verzet daaronder begrepen. [gedaagde, eiseres in verzet] stelt – kort samengevat – dat de hond waarover [eiser, gedaagde in verzet] procedeert niet de hond is die zij aan [eiser, gedaagde in verzet] heeft geleverd. Zij voert aan dat zij aan [eiser, gedaagde in verzet] de in de koopovereenkomst omschreven hond (te weten een crèmekleurig Pomeranian teefje, gechipt en gevaccineerd) heeft geleverd terwijl in het door [eiser, gedaagde in verzet] als productie 3 inleidende dagvaarding overgelegde medisch dossier over een andere hond (een niet gechipte Pomeranian reu) wordt gesproken. Mocht toch worden geoordeeld dat de hond waarover [eiser, gedaagde in verzet] procedeert de hond is die hij van [gedaagde, eiseres in verzet] heeft gekocht dan betwist [gedaagde, eiseres in verzet] dat aan haar zijde sprake is van een tekortkoming. In dat verband stelt zij dat de hond ten tijde van de levering voldeed aan de koopovereenkomst. De in het medisch dossier vermelde Giardia-infectie kan de hond ook bij [eiser, gedaagde in verzet] hebben opgelopen. Voorts stelt [gedaagde, eiseres in verzet] dat [eiser, gedaagde in verzet] haar geen gelegenheid heeft geboden om mogelijke tekortkomingen aan haar zijde te herstellen en dat [eiser, gedaagde in verzet] daarom geen beroep meer kan doen op non-conformiteit.

4.De beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde processtukken blijkt dat het verzet tijdig is ingesteld, zodat [gedaagde, eiseres in verzet] in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2.
De door partijen op 26 november 2020 ondertekende koopovereenkomst is een onderhandse akte in de zin van artikel 156 lid 3 Rv. Een dergelijke akte levert ingevolge
artikel 157 lid 2 Rv dwingend bewijs op – behoudens tegenbewijs – dat partijen hebben verklaard wat in de akte is vastgelegd en dat hetgeen is verklaard tussen partijen als waarheid geldt. [eiser, gedaagde in verzet] heeft gesteld dat hetgeen in de koopovereenkomst over het geslacht van de hond is vermeld niet als waarheid geldt omdat hij op 21 december 2020 een andere hond (een reu) heeft opgehaald. De kantonrechter begrijpt dat [eiser, gedaagde in verzet] daarmee heeft bedoeld te stellen dat op 21 december 2020 is afgeweken van de op 26 november 2020 ondertekende koopovereenkomst. Conform de hoofdregel van artikel 150 Rv rust de bewijslast van deze stelling van [eiser, gedaagde in verzet] op [eiser, gedaagde in verzet] zelf. Immers, het is hier [eiser, gedaagde in verzet] die zich op het rechtsgevolg van het door hem gestelde feit “ik heb een andere hond, een reu, gekocht van [gedaagde, eiseres in verzet] en deze procedure gaat over die hond” beroept.
4.3.
[eiser, gedaagde in verzet] heeft betoogd dat hij zich op 21 december 2020 niet heeft gerealiseerd dat in de koopovereenkomst bij het geslacht van de hond nog een teef staat vermeld maar dat hij enkele dagen na 21 december 2020 [gedaagde, eiseres in verzet] heeft gecontacteerd (via email en telefonisch) en heeft gemeld dat wat in de koopovereenkomst staat niet klopt. [eiser, gedaagde in verzet] heeft van zijn stelling echter geen bewijs overgelegd. Dat betekent dat [eiser, gedaagde in verzet] niet heeft voldaan aan de in deze op hem rustende bewijslast en dat niet kan worden aangenomen dat partijen op 21 december 2020 zijn afgeweken van de reeds op 26 november 2020 ondertekende koopovereenkomst. [eiser, gedaagde in verzet] heeft verder getuigenbewijs aangeboden (horen van zijn moeder die op 21 december 2020 mee is geweest naar [gedaagde, eiseres in verzet] ). Dat bewijsaanbod zal echter om de hierna volgende gronden worden gepasseerd.
4.4.
Zelfs als getuigenverhoor plaatsvindt en als vast komt te staan dat [eiser, gedaagde in verzet] op 21 december 2020 een andere hond dan beschreven in de koopovereenkomst van [gedaagde, eiseres in verzet] heeft gekocht en dat deze procedure dus op die andere hond betrekking heeft, kan de vordering van [eiser, gedaagde in verzet] niet worden toegewezen. Overeenkomstig artikel 4.2. van de koopovereenkomst had [eiser, gedaagde in verzet] voorafgaand aan veterinair ingrijpen in overleg moeten treden met [gedaagde, eiseres in verzet] zodat [gedaagde, eiseres in verzet] een dierenarts kon aanwijzen. Daarnaast had [eiser, gedaagde in verzet] overeenkomstig artikel 4.3. van de koopovereenkomst [gedaagde, eiseres in verzet] in de gelegenheid moeten stellen tot een contra-expertise door een door [gedaagde, eiseres in verzet] aangewezen dierenarts. Niet is gebleken dat dit is gebeurd. [eiser, gedaagde in verzet] heeft weliswaar gesteld dat hij [gedaagde, eiseres in verzet] heeft gecontacteerd over de ziekte van de hond en dat [gedaagde, eiseres in verzet] een tekortkoming nimmer heeft willen erkennen, maar die stellingen heeft [eiser, gedaagde in verzet] niet nader onderbouwd. [eiser, gedaagde in verzet] heeft enkel een brief van zijn gemachtigde d.d. 18 februari 2021 overgelegd waarin staat dat hij een beroep doet op non-conformiteit. Op dat moment was de hond echter als geëuthanaseerd.
4.5.
Gelet op het voorgaande moet er dan ook van uit worden gegaan dat [eiser, gedaagde in verzet] niet binnen bekwame tijd, nadat hij heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken dat de hond ziek was, [gedaagde, eiseres in verzet] daarvan kennis heeft gegeven en dat [gedaagde, eiseres in verzet] dan ook geen gelegenheid heeft gehad om mogelijke tekortkomingen aan haar zijde te herstellen. Bij deze stand van zaken kan [eiser, gedaagde in verzet] geen beroep meer doen op non-conformiteit.
4.6.
Het voorgaande brengt mee dat het verzet van [gedaagde, eiseres in verzet] gegrond dient te worden verklaard en de vorderingen van [eiser, gedaagde in verzet] alsnog afgewezen dienen te worden.
4.7.
De overige door partijen ingenomen stellingen en weren, waaronder de discussie omtrent de vraag waar en wanneer de hond ziek is geworden, kunnen als niet meer ter zake dienend buiten beschouwing blijven.
4.8.
[eiser, gedaagde in verzet] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstek- en verzetprocedure worden verwezen, te weten € 498,00 (2 x tarief € 249,00) aan salaris gemachtigde. De kosten van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen op grond van het bepaalde in artikel 141 Rv voor rekening van [gedaagde, eiseres in verzet] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [gedaagde, eiseres in verzet] in eerste instantie niet is verschenen. Deze proceskostenveroordeling zal niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard aangezien [gedaagde, eiseres in verzet] dat niet heeft gevorderd.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart het verzet gegrond,
5.2.
vernietigt het door de kantonrechter op 2 juni 2021 onder zaaknummer 9206174 CV EXPL 21-2362 gewezen verstekvonnis,
en opnieuw beslissend
5.3.
wijst het gevorderde af,
5.4.
veroordeelt [eiser, gedaagde in verzet] in de kosten van de verstek- en de verzetprocedure, aan de zijde van [gedaagde, eiseres in verzet] tot op heden begroot op € 498,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. en in het openbaar uitgesproken.
NZ