Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 14
- de mondelinge behandeling ter zitting van 16 mei 2022
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
na betekeningvan dit vonnis dient mee te werken.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 30 mei 2022, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.L.M. Schrouff, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 16 mei 2022, waarbij gedaagde verstek heeft laten verlenen. Eiser heeft gevorderd dat gedaagde binnen één week na betekening van het vonnis zou meewerken aan de verkoop van een woning, conform de afspraken in de koopovereenkomst en de notariële overdracht.
De voorzieningenrechter heeft het gevorderde in petitum sub I toegewezen, met de bepaling dat gedaagde binnen één week moet meewerken aan de verkoop. De vordering tot vervangende toestemming in petitum sub II is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter oordeelde dat eiser een onjuiste lezing van artikel 3:300 BW had gegeven. Eiser heeft verklaard dat gedaagde geen contact meer wil en dat hij zijn kinderen al lange tijd niet heeft gezien. Gedaagde heeft wel de stukken ontvangen, maar heeft aangegeven hier niets mee te doen.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vordering tot in de plaats treding ex artikel 3:300 lid 2 BW toegewezen, waardoor het vonnis in de plaats zal treden van de akte van levering die de notaris zou opstellen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. V.E.J. Noelmans.