Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad;
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 mei 2022 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een pasgeboren baby, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van twaalf maanden, evenals de uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter oordeelde dat de situatie van de moeder, die te maken had met ernstige problematiek zoals drugsgebruik en een belast verleden, niet toereikend was om de zorg voor [minderjarige] op zich te nemen. De moeder had tijdens de zwangerschap cocaïne gebruikt, wat leidde tot zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter stelde vast dat de moeder niet in staat was om haar rol als moeder te vervullen en dat er een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige] bestond. De kinderrechter verleende een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en stelde [minderjarige] onder toezicht van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De kinderrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen de moeder en de hulpverlening om de situatie te verbeteren en de zorg voor [minderjarige] in de toekomst mogelijk te maken.