Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
“Ik ga het doen. Totaal voor 3.”
Eigenlijk beloofde ik je, ik beloofde jou dat de afgelopen week de klus geklaard zou zijn, nee deze of het begin van de volgende week, als er iets gebeurt en je hoort niks, deze week of het begin van volgende week zal ik jouw klus doen”. [21]
“Ik ga het doen. Totaal voor 3”, daarbij kennelijk refererend aan de in de brief vermelde beloning van 3000 euro (notitie 4+1+2+3 = 3000). Alhoewel de verdachte verklaard heeft dat hij had gezegd dat hij het “for free” wilde doen, en hij daarnaast verklaard heeft dat hij dat misschien niet heeft gezegd maar wel bedoelde te zeggen, heeft de rechtbank hem in het afgeluisterde fragment horen zeggen dat hij het “for three” zou doen.
1.
2.primair
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten brandstichting (als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk- een notitieblaadje met tekeningen/plattegronden, adressen, voertuigen, beloningen en instructies en- een jerrycan,bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
benadeelde partij [slachtoffer 1]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , van een bedrag van € 6.845,16, bestaande uit € 1.845,16 aan materiële schade en
- bepaalt dat voor zover het bedrag van € 6.845,16 door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- wijst af de gevorderde reiskosten ad € € 92,04
- veroordeelt verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 956,-, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- verklaart de benadeelde partij ter zake van het overige aan materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] een bedrag van € 6.845,16 te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 69 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 956,-, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- verklaart de benadeelde partij ter zake van het overige aan materiële en immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze benadeelde partij zijn vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] een bedrag van € 5.649,01 te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 63 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 956,-, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- verklaart de benadeelde partij ter zake van het overige aan materiële en immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze benadeelde partij zijn vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- verklaart de benadeelde partij ter zake van het overige aan immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat voor zover een bedrag van € 2.500,- door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] een bedrag van € 600,- te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 12 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4] een bedrag van € 724,90 te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 14 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de veroordeelde niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5] een bedrag van € 600,- te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 12 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- bepaalt dat voor zover voornoemd bedrag door de mededader is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- een stuk papier (Omschrijving: G1303151);
- een jerrycan (Omschrijving: G1303384, zwart);
- een GSM (Omschrijving: PL2300-2020046820-G1303149, Grijs, merk: Samsung);
- een GSM (Omschrijving: PL2300-2020046820-G1303150, Zwart, merk: Nokia);
- kentekenplaten (Omschrijving: PL2300-2020046820-G1303372, Pools);
- gereedschap (Omschrijving: PL2300-2020046820-G1303373 Knijptang, schroevendraaier plat en kruis en zaklamp);
- gereedschap (Omschrijving: PL2300-2020046820-G1303374, Rood, merk: Breekijzer).
(auto)sleutel(s) en/of een lasapparaat (merk Cebora Evo 160m) en/of een slijpmachine (merk Hikoki G13sta) en/of gereedschap, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam bedrijf] ., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
- een of meer notitieblaadje(s) met tekeningen/plattegronden, adressen, voertuigen, beloningen en/of instructies en/of
- een of meer jerrycan(s) inhoudende een hoeveelheid benzine, althans een brandbare vloeistof, en/of
- een of meer rol(len) wc-papier,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, beeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
- het (trachten te) benaderen van die onbekend gebleven perso(o)n(en) om opzettelijk brand te stichten, althans te laten stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, althans te laten brengen en/of
- de belofte in de toezegging tot het betalen, althans in het vooruitzicht stellen van een of meer geldbedrag(en) en/of beloning en/of bonus en/of
- het verschaffen van inlichtingen door middel van het (al dan niet door tussenkomst van ander(en)) verstrekken van een of meerdere briefje(s), met daarin de volgende informatie:
- adres- en/of locatiegegevens, bevattende:
- [adres 2] ;
- [adres 3] ;
- [adres 4] ;
- kenteken- en/of voertuiggegevens, bevattende:
- Clio Estate Beige;
- Mercedes AMG, kenteken [kenteken 4] ;
- Clio blauw met witte streep
- Clio zwart, kenteken [kenteken 5] ;
- situatieschetsen en/of plattegronden, bevattende:
- getekende en/of geschreven woningen en/of de indeling van woningen van de voornoemde adressen;
- getekende en/of geschreven straten en/of de omgeving van de voornoemde adressen;
- getekende en/of geschreven auto’s en/of motoren behorende bij de voornoemde adressen;
- getekende en/of geschreven informatie waar de personen, behorende bij de voornoemde adressen, wonen, slapen, werken, voertuigen parkeren e.d.
althans (telkens) informatie van gelijke aard en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 27 maart 2020 te Venlo, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een briefje met daarop adres- en/of locatiegegevens en/of kenteken en/of voertuiggegevens en/of situatieschetsen en/of plattegronden in ontvangst te nemen en/of in bezit te houden en/of zijn telefoonnummer te geven zodat die onbekend gebleven perso(o)n(en) met hem contact op kon (den) nemen en/of meermalen (telefonisch) contact te houden met die [medeverdachte] over de dingen die hij, verdachte, voor die [medeverdachte] zou doen.