ECLI:NL:RBLIM:2022:4105

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
9777268 25052022
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verplaatsing van boombak en terrasoverlast in kort geding

In deze zaak heeft een ondernemer, eigenaar van een winkelpand aan de Hamstraat te Roermond, een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Roermond. De ondernemer stelt dat zijn zicht op het pand wordt belemmerd door een boombak en overlast van een naastgelegen terras. De ondernemer vordert dat de Gemeente wordt veroordeeld tot het verwijderen of verplaatsen van de boombak, die zich deels voor zijn pand bevindt. De kantonrechter heeft op 25 mei 2022 de zaak behandeld, waarbij de ondernemer zijn vorderingen heeft onderbouwd met argumenten over het verlies van zicht en de overlast van het terras. De Gemeente heeft verweer gevoerd en gesteld dat een beperkte verplaatsing van de boombak voldoende zou zijn om het zicht te herstellen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de ondernemer onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond, omdat de voorgestelde verplaatsing van de boombak van 50 centimeter niet leidt tot een wezenlijke verbetering van de situatie. Bovendien loopt er een bestuursrechtelijke procedure over de terrasvergunning, wat de situatie verder complicaties geeft. De vordering van de ondernemer is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die zijn begroot op € 747,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9777268 \ CV EXPL 22-1458
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 25 mei 2022
in de zaak van:
[eiser],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. H.T.J. Janssen,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE ROERMOND,
gevestigd te Roermond,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna [eiser] en de Gemeente genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 10 producties
  • de door de Gemeente ingezonden productie lijst (producties 1 tot en met 12)
  • de door [eiser] ingezonden productie 11
  • de zijdens de Gemeente ingezonden productie 13
- de op 12 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling
- de zijdens de Gemeente overgelegde pleitnota.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van het winkelpand gelegen aan de Hamstraat [huisnummer X] te Roermond. De voorgevel van het pand is 3,5 meter breed. Dat pand is verhuurd aan een winkelonderneming. De winkelonderneming heeft de huur van het pand opgezegd.
2.2.
Teneinde de Hamstraat aantrekkelijker te maken voor winkelend publiek, ondernemers en bewoners heeft (buitenruimte-ontwerp-)buro Burobol op verzoek van de Gemeente en na overleg met ondernemers, een ontwerp daarvoor gemaakt. Dat ontwerp is door de Gemeente vastgelegd in de “Beleidsregel Straatbeeldplan Hamstraat februari 2018”, en is in werking getreden op 6 maart 2019. Inmiddels waren in november 2018 al zes boombakken met geïntegreerde zitbanken in de Hamstraat geplaatst. Deze boombakken zijn vervangen door de huidige boombakken, waarbij aan de locatie niets is gewijzigd.
2.3.
Een van die boombakken bevindt zich (deels) ter hoogte van het pand van [eiser] , twee meter vanaf de rooilijn en ter hoogte van de gevelscheiding met het naastgelegen pand Hamstraat [huisnummer Y] . De afmeting van de bak is ongeveer 1,80 x 1.80 m en de geïntegreerde zitbank bevindt zich aan de zijde van het pand van [eiser] .
2.4.
In het andere buurpand is een onderneming gevestigd die een terras heeft. Na een tijdelijke uitbreiding is deze onderneming op 14 januari 2022 een vergunning verleend om het terras uit te breiden tot 12,5 m2.
[eiser] heeft hiertegen bezwaar ingediend.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de Gemeente wordt veroordeeld tot het binnen één maand na dit vonnis, verwijderen van de boombak voor het pand aan de Hamstraat [huisnummer X] te Roermond, althans tot verplaatsing daarvan op zodanige wijze dat deze in het geheel niet meer voor het pand Hamstraat [huisnummer X] te Roermond zal staan, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel, alsmede tot het betalen van
€ 462,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van de Gemeente in de proces- en nakosten.
3.2.
De Gemeente voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een kort geding is naar zijn aard een procedure met beperkingen in de procesvoering. Zo zijn er minder gelegenheden om schriftelijk op elkaars standpunten te reageren en vallen in beginsel ook bewijsmogelijkheden zoals getuigenverhoren of deskundigenopdrachten buiten deze procedure. Dit is alleen dan gerechtvaardigd indien de eisende partij bij haar vorderingen een voldoende spoedeisend belang heeft. De kantonrechter zal dit nu eerst beoordelen.
4.2.
Het belang dat [eiser] bij zijn vorderingen stelt te hebben is daarin gelegen dat het zicht op zijn pand wordt weggenomen, waarbij dit -zo stelt [eiser] - deels het gevolg is van de boombak en deels het gevolg van het terras van het in het buurpand gevestigd bedrijf. De vorderingen van [eiser] , indien toegewezen, leiden ertoe dat de boombak niet langer (geheel of gedeeltelijk) vóór het pand van [eiser] mag staan. Vastgesteld moet worden dat ook aan het gevorderde voldaan wordt als de boombak door de Gemeente beperkt verplaatst wordt. Door de Gemeente is gesteld dat met een verplaatsing van 50 centimeter de gehele boombak niet langer voor het pand van [eiser] staat. Dat dit zo is, is door [eiser] niet, althans niet gemotiveerd weersproken. Uit de situatietekeningen alsmede de in geding gebrachte foto’s volgt dat het ‘uit het zicht zijn’ van het pand van [eiser] -indien daar al sprake van is- bij een verplaatsing van 50 centimeter nagenoeg gelijk blijft. Dit is ook door [eiser] zo aangevoerd in verband met de door de Gemeente voorgestelde verplaatsing van 50 centimeter. Evenzeer verandert toewijzing van de vorderingen niets aan de situatie met betrekking tot het terras bij het buurpand, waarover ten tijde van de mondelinge behandeling van dit kort geding nog een bestuursrechtelijke procedure loopt. Voorts verandert toewijzing niets aan de in de correspondentie door [eiser] benoemde overlast die wordt veroorzaakt door de plaatsing van bezorgscooters van het buurpand voor zijn pand.
In het licht hiervan is door [eiser] onvoldoende onderbouwd dat hij bij toewijzing van de vorderingen een voldoende spoedeisend belang heeft. Dit leidt tot afwijzing van die vorderingen.
4.3.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op :
€ 747,00 aan gemachtigdensalaris.
4.4.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter in kort geding.
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van de Gemeente gevallen en tot op heden begroot op € 747,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat 5.2. betreft uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: AP
coll: