ECLI:NL:RBLIM:2022:3998

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
9650400 CV EXPL 22-284
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremies en kosten door Univé Zorg, verweer op basis van verrekening afgewezen

In deze zaak vorderde de naamloze vennootschap N.V. Univé Zorg, gevestigd te Arnhem, betaling van een bedrag van € 2.557,79 van de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering had betrekking op niet-betaalde zorgpremies, zorgkostenfacturen, en andere kosten die door Univé Zorg in rekening waren gebracht. De gedaagde partij had eerder al een beperkte hoofdsom van € 500,00 toegewezen gekregen in een vergelijkbare zaak. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij recht had op verrekening van een vordering op Univé Zorg, die hij claimde te hebben. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde partij niet kon aantonen dat er een opeisbare vordering op Univé Zorg bestond, waardoor het beroep op verrekening werd afgewezen.

De kantonrechter constateerde dat de gedaagde partij de vordering van Univé Zorg niet betwistte, en dat de vordering betrekking had op een zorgkostenfactuur voor ambulancevervoer. De kantonrechter adviseerde de gedaagde om contact op te nemen met Univé Zorg over een factuur van het Zuyderland Medisch Centrum, die niet kon worden teruggevonden. Aangezien het beroep op verrekening werd verworpen, werd de vordering van Univé Zorg toegewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 990,42 werden begroot, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9650400 \ CV EXPL 22-284
Vonnis van de kantonrechter van 1 juni 2022
in de zaak van:
de naamloze vennootschap N.V. UNIVÉ ZORG, betreffende ZEKUR,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij,
gemachtigde Inkassier, Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[postcode] [plaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde partij is tegen ziektekosten verzekerd bij eisende partij.
2.2.
Aan premie, zorgkostenfacturen vanwege eigen risico en eigen bijdragen, kosten voor betaling door middel van acceptgiro, ten onrechte (onverschuldigd) uitbetaalde bijdragen en polismutaties heeft eisende partij een totaalbedrag van € 3.193,95 bij gedaagde partij in rekening gebracht.
2.3.
Gedaagde partij is reeds eerder voor dit geschil gedagvaard. Toen is een beperkte hoofdsom van € 500,00 gevorderd en dit bedrag is ook toegewezen.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 2.557,79 (€ 3.193,95 aan hoofdsom, € 142,57 aan buitengerechtelijke incassokosten, € 41,09 aan wettelijke rente, een en ander verminderd met het reeds betaalde bedrag van € 819,82), vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gedaagde partij voert als verweer tegen de vordering aan dat hij in 2020 een operatie heeft gehad en dat de zorgverzekeraar 70% van die kosten zou vergoeden. De zorgverzekeraar heeft niets betaald.
4.2.
Naar aanleiding van dit verweer stelt eisende partij dat dit verweer geen betrekking heeft op de vordering. Deze vordering bevat een niet betaalde zorgkostenfactuur en deze heeft betrekking op ambulancevervoer op 12 augustus 2017. Hiervoor geldt een eigen risico.
De factuur die gedaagde partij heeft overgelegd is niet terug te vinden bij eisende partij. Als gedaagde partij het niet eens is met de factuur dan moet zij reclameren bij de zorgverlener.
4.3.
De kantonrechter constateert dat gedaagde partij de vordering van eisende partij op zich niet betwist, zodat deze tussen partijen vast staat. Uit het verweer van gedaagde partij begrijpt de kantonrechter dat er een beroep op verrekening wordt gedaan. Verrekening is volgens de wet toegestaan als er een schuldenaar en schuldeiser over en weer een vordering hebben die tegen elkaar kan worden weggestreept. Gedaagde partij stelt wel dat er een opeisbare vordering op eisende partij is, maar eisende partij betwist dit en zegt de vordering niet te kennen. Omdat in deze procedure niet kan worden vastgesteld dat gedaagde partij recht heeft op een betaling van eisende partij en zo ja, tot welk bedrag, is verrekening volgens de wet niet toegestaan. De kantonrechter raadt gedaagde partij aan contact op te nemen met eisende partij over de factuur van het Zuyderland Medisch Centrum.
4.4.
Nu het beroep op verrekening wordt verworpen, zal de vordering van eisende partij worden toegewezen.
4.5.
Gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 129,42
  • griffierecht 487,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 990,42
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze.
4.6.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 2.557,79, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 990,42,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 89,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: