ECLI:NL:RBLIM:2022:3994

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
C/03/284731 / HA ZA 20-564
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in civiele procedure tussen LBB Solutions B.V. en NL Security B.V.

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Limburg op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in het verzet van NL Security B.V. tegen een eerder verstekvonnis van 30 september 2020. In het verstekvonnis was de vordering van LBB Solutions B.V. tegen NL Security toegewezen, waarbij NL Security werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 31.017,18, vermeerderd met rente en kosten. NL Security heeft verzet ingesteld tegen dit vonnis, stellende dat LBB Solutions gebrekkig heeft gepresteerd en dat zij zich niet heeft gehouden aan relevante wet- en regelgeving, waaronder de CAO Particuliere Beveiliging en de Wet Aanpak Schijnconstructies. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzet ongegrond is, omdat NL Security niet de partij was die als eerste diende te presteren en LBB Solutions haar verplichtingen al was nagekomen. De rechtbank heeft het verstekvonnis bekrachtigd en NL Security veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op € 721,00. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. V.E.J. Noelmans.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/284731 / HA ZA 20-564
Vonnis in verzet van 18 mei 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NL SECURITY B.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde,
eiseres in het verzet,
advocaat: mr. P.H. Mahieu.
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LBB SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Stein,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat: mr. S.L. Smits-Emons,
Partijen zullen hierna “LBB Solutions” en “NL Security” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 10 februari 2021,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 20 oktober 2021,
  • de aantekeningen mondelinge behandeling van LBB Solutions.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 30 september 2020 heeft deze rechtbank een verstekvonnis onder zaak-/ rolnummer C/03/281927 HA ZA 20-438 gewezen (hierna: “het verstekvonnis”) en de vordering van LBB Solutions tegen NL Security toegewezen.
2.2.
NL Security heeft bij verzetdagvaarding van 2 november 2020 verzet ingesteld tegen voornoemd vonnis.

3.Het geschil

3.1.
LBB Solutions heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, NL Security veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan LBB Solutions te betalen:
a. de hoofdsom ad € 31.017,18, te vermeerderen met de contractuele handelsrente van 1% per maand, althans de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de facturen, subsidiair vanaf 24 juli 2020, meer subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
b. een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.085,17 aan de zijde van LBB Solutions,
c. de kosten van dit geding, de deurwaarderskosten daaronder begrepen, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis,
d. de (na)kosten indien niet binnen 14 dagen na dagtekening van de aanschrijving tot vrijwillige voldoening aan het vonnis is voldaan.
3.2.
In het verstekvonnis zijn de vorderingen van LBB Solutions toegewezen en is NL Security veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van LBB Solutions begroot op
€ 2.824,98, met dien verstande dat de wettelijke rente over de proceskosten werd toegewezen met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis.
3.3.
NL Security vordert in het verzet dat het verstekvonnis moet worden vernietigd en dat de vorderingen van LBB Solutions alsnog moeten worden afgewezen. NL Security doet in dat kader een beroep op art. 6:263 BW. NL Security voert daartoe aan dat LBB Solutions gebrekkig heeft gepresteerd in de relatie met NL Security, omdat zij zich niet zou houden aan de CAO Particuliere Beveiliging, de Wet Aanpak Schijnconstructies en de WAADI ten aanzien van de uitvoering van de “LIDL opdracht”. NL Security loopt daardoor het risico om (alsnog) te worden geconfronteerd met claims van de fiscus, van LIDL of van ex-medewerkers van LBB Solutions.
3.4.
LBB Solutions betwist de stellingen van NL Security.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat NL Security in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2.
NL Security heeft haar vordering om te worden ontheven van de in het verstekvonnis uitgesproken veroordelingen enkel onderbouwd met een beroep op art. 6:263 BW (de onzekerheidsexceptie). Volgens LBB Solutions komt aan NL Security geen beroep op art. 6:263 BW toe, nu NL Security niet diegene was die als eerste diende te presteren.
4.3.
Het in art. 6:263 BW neergelegde opschortingsrecht komt toe aan de partij die als eerste verplicht is te presteren, indien deze partij goede grond heeft om te vrezen dat de wederpartij haar daartegenover staande verplichtingen niet zal nakomen. In dit geval staat vast dat LBB Solutions haar prestatie reeds heeft verricht. LBB Solutions heeft immers haar werknemers gedurende een bepaalde periode aan NL Security ter beschikking gesteld voor de uitvoering van beveiligingswerkzaamheden. Van een situatie als die waarvoor art. 6:263 BW is bedoeld, is dus geen sprake. Het beroep van NL Security op art. 6:263 BW slaagt daarom niet.
4.4.
De facturen die zien op de door LBB Solutions verrichte prestatie zijn aan NL Security verzonden en door NL Security ontvangen. De verschuldigdheid noch de omvang van die facturen wordt door NL Security op enige (andere) wijze betwist. Gelet daarop is NL Security gehouden tot betaling van de nog openstaande facturen ad € 31.017,18 aan LBB Solutions. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.085,17 worden evenmin betwist, zodat deze ook zullen worden toegewezen.
4.5.
De slotsom is dat het verzet ongegrond is. Het verstekvonnis zal daarom worden bekrachtigd.
4.6.
NL Security zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de kosten van de verzetprocedure. De kosten worden aan de zijde van LBB Solutions begroot op € 721,00 (1 punt × € 721,00) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart het verzet ongegrond en bekrachtigt het verstekvonnis van 30 september 2020,
5.2.
veroordeelt NL Security in de kosten van het verzet, aan de zijde van LBB Solutions tot op heden begroot op € 721,00.
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CB