ECLI:NL:RBLIM:2022:3658
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een strafzaak met betrekking tot voorlopige hechtenis
Op 12 mei 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een gedetineerde, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.J.J. Lunsingh Tonckens. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters mr. M.I.J. Hegeman, mr. M.B.T.G. Steeghs en mr. M.C.A.E. van Binnebeke, naar aanleiding van een eerdere beschikking tot gevangenhouding die op 14 april 2022 was gegeven. De raadsman had tijdens de behandeling van een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis op 29 april 2022 aangevoerd dat de rechtbank hem onjuist citeerde en dat hij niet de gelegenheid had gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen. Dit leidde tot het verzoek tot wraking, omdat de raadsman meende dat er sprake was van partijdigheid.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de beslissing om niet verder in te gaan op de inhoud van de beschikking tot gevangenhouding een procesbeslissing betreft, genomen door de voorzitter in het kader van het bepalen van de orde. De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid van de rechters opleverden. De rechters hadden aangegeven dat de discussie over de beschikking tot gevangenhouding niet thuishoorde in de raadkamerzitting die ging over het schorsingsverzoek, en dat er geen schijn van vooringenomenheid was.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen, waarbij de beslissing openbaar is uitgesproken op 12 mei 2022.