ECLI:NL:RBLIM:2022:3564

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
C/03/303467 / KG ZA 22-103
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige hinder door vergunde aanbouw

Op 10 mei 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen een eiser in conventie en gedaagden in conventie, die buren zijn. De eiser stelt dat de vergunde aanbouw van de gedaagden leidt tot onrechtmatige hinder, omdat de lichtinval in zijn woning afneemt en de waarde van zijn woning daardoor vermindert. De gedaagden hebben op 21 januari 2022 een omgevingsvergunning verkregen voor de bouw van een dakopbouw, die op 18 maart 2022 is gestart. De eiser vordert onder andere dat de gedaagden de bouwwerkzaamheden staken en de reeds verrichte werkzaamheden ongedaan maken. De voorzieningenrechter heeft ter zitting geconstateerd dat er geen significante vermindering van lichtinval is waargenomen en dat de stellingen van de eiser onvoldoende onderbouwd zijn. De vorderingen van de eiser zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie hebben de gedaagden vorderingen ingesteld om toegang tot het erf van de eiser te verkrijgen voor hun werkzaamheden, welke vorderingen zijn toegewezen. De eiser is ook in dit geval veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/303467 / KG ZA 22-103
Vonnis in kort geding van 10 mei 2022
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
advocaat mr. S.M.M. Hamers;
tegen:

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

en

2.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
advocaat mr. P.J.H.C. Glenz.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 8;
  • de conclusie van antwoord in conventie/conclusie van eis in reconventie, met producties 1 t/m 8;
  • de bij e-mail van 22 april 2022 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het geding gebrachte producties 9 en 10;
  • de bij brief van 25 april 2022 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het geding gebrachte producties 11 en 12;
  • de mondelinge behandeling;
  • de spreekaantekeningen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] woont aan het adres [adres 1] te [woonplaats] . [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn buren en wonen aan het adres [adres 2] .
2.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben op 21 januari 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd en gekregen voor een uitbouw/dakopbouw aan de achterzijde van hun woning op de eerste verdieping. De bouwwerkzaamheden zijn op 18 maart 2022 gestart.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat door de aanbouw/dakopbouw de lichtinval in zijn woning, met name in de logeerkamer op de eerste verdieping, grenzend aan de dakopbouw, en de overkapping aan de achterzijde van zijn woning afneemt en dat als gevolg van de omstreden dakopbouw zijn woning in waarde zal verminderen. De dakopbouw is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van het bepaalde in artikel 6:162 BW jo. 5:37 BW onrechtmatig.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt verder uit een gesprek met [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op 5 maart 2022 begrepen te hebben dat ten behoeve van het bouwwerk tegen de muur van de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal worden aangebouwd, dan wel dat werkzaamheden zullen worden verricht ten aanzien van het dak van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt al te hebben waargenomen dat een deel van zijn dakgoot is weggenomen. Voor dat wegnemen heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen toestemming gegeven, zodat sprake is van een inbreuk op zijn eigendomsrecht.
3.3.
Ter zitting heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn stellingen nog aangevuld met de stelling dat door de dakopbouw ook minder stroom met de door hem te plaatsen zonnepanelen zal kunnen worden opgewekt.
3.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert op grond van het vorenstaande dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om de bouwwerkzaamheden, in ieder geval ten aanzien van de te realiseren dakopbouw, aan het adres [adres 2] [woonplaats] , onverwijld te staken, dan wel te doen staken en gestaakt te houden, uiterlijk binnen één dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag, met een maximum van € 25.000,--, althans een en ander onder verbeurte van een dwangsom ter hoogte van een door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag, met een door de voorzieningenrechter vast te stellen maximum;
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om de reeds verrichte werkzaamheden aan het adres [adres 2] [woonplaats] onverwijld ongedaan te maken, uiterlijk binnen één dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag, met een maximum van € 25.000,--, althans een en ander onder verbeurte van een dwangsom ter hoogte van een door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag, met een door de voorzieningenrechter vast te stellen maximum;
3. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt in de proceskosten van deze procedure, waaronder het salaris van de advocaat en de nakosten.
3.5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hun in strijd met artikel 5:56 BW verhindert om zijn, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ’, erf te betreden om vanaf daar de werkzaamheden aan de zijgevel van de omstreden dakopbouw te voltooien.
3.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert op grond van het vorenstaande dat de voorzieningenrechter:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] beveelt om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toegang tot zijn erf en platte dak van zijn aanbouw te verschaffen, opdat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hun werkzaamheden aan hun dakopbouw kunnen verrichten, zulks uiterlijk binnen één dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis en op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag, met een maximum van € 25.000,--, althans een door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag, voor iedere dag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in gebreke blijft om aan het vonnis te voldoen;
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt in de proceskosten, waaronder het salaris van de advocaat van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
3.8.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie

4.1.
De voorzieningenrechter heeft naar aanleiding van een descente en op basis van door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter zitting getoonde foto’s het volgende geconstateerd.
4.2.
De aanbouw bevindt zich aan de zuidzijde van de percelen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Daaruit volgt dat aannemelijk is dat in ieder geval vanaf 12.00 uur geen, dan wel nauwelijks, sprake is van verminderde lichtinval als gevolg van de dakopbouw.
4.3.
De descente heeft plaatsgevonden tussen ongeveer 10.30 uur en 11.00 uur. De voorzieningenrechter heeft, alhoewel het tijde van de descente geheel bewolkt was, vanuit de logeerkamer aan de achterzijde, op de eerste verdieping van de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet waargenomen dat sprake was van een zodanige verminderde lichtinval als gevolg van de omstreden dakopbouw, dat sprake is van onrechtmatige hinder door de dakopbouw.
4.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft ook geen bezonningsrapport overgelegd waaruit objectief blijkt waar, wanneer en in welke mate sprake is van verminderde lichtinval door de dakopbouw.
4.5.
De stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dat door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tegen de muur van zijn perceel zal worden aangebouwd en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bij het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden een deel van de dakgoot die eigendom is van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou hebben weggenomen, moet als betwist en onvoldoende onderbouwd worden verworpen. Om de juistheid van de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te kunnen beoordelen moet duidelijk zijn waar de kadastrale, dan wel eigendomsgrens loopt. Partijen twisten over de loop van de kadastrale, dan wel eigendomsgrens, zodat de voorzieningenrechter de juistheid van de stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet kan beoordelen.
4.6.
Dat alles brengt met zich dat de op verworpen stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebaseerde vorderingen moeten worden afgewezen.
4.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden begroot op:
- griffierecht € 314,00;
- salaris advocaat €
656,00;
Totaal € 970,00.
In reconventie
4.8.
De vordering van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ligt, als niet-weersproken en op de wet gebaseerd, voor toewijzing gereed.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als na te melden onder “De beslissing.”
4.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 328,00(factor 0,5 × tarief € 656,00);
Totaal € 328,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot op heden begroot op € 970,00;
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
5.4.
beveelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toegang tot zijn erf en platte dak van zijn aanbouw te verschaffen, opdat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hun werkzaamheden aan hun dakopbouw kunnen verrichten, zulks uiterlijk binnen één dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis en op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag, met een maximum van € 5.000,--, voor iedere dag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in gebreke blijft om aan het vonnis te voldoen;
5.5.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot op heden begroot op € 328,00;
5.6.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In conventie en in reconventie
5.8.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 246,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT