ECLI:NL:RBLIM:2022:3530

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
C/03/292696 / HA ZA 21-283
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aannemingsovereenkomst en geschil over gebrekkige tegelvloer

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is er een geschil ontstaan tussen eisers en gedaagde over de kwaliteit van de door gedaagde geleverde tegelvloer in de woning van eisers. De partijen hebben op 6 maart 2018 een aannemingsovereenkomst gesloten, maar na oplevering ontstonden er problemen met de tegelvloer, die door eisers als gebrekkig werd ervaren. Eisers hebben gedaagde meerdere keren gesommeerd om de gebreken te herstellen, maar gedaagde heeft dit nagelaten. In de procedure zijn verschillende deskundigen ingeschakeld om de kwaliteit van de tegelvloer te onderzoeken. De rapporten van deze deskundigen zijn tegenstrijdig; terwijl sommige deskundigen de vloer als non-conform beschouwen, stelt een andere deskundige dat de vloer voldoet aan de geldende normen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 april 2022 hebben partijen een regeling getroffen voor andere gebreken, maar het geschil over de tegelvloer bleef onopgelost. De rechtbank heeft besloten een deskundige te benoemen om de kwaliteit van de tegelvloer te beoordelen en de herstelkosten vast te stellen. De rechtbank heeft de heer A. van der Bruggen voorgesteld als deskundige en zal partijen in de gelegenheid stellen om hun mening over deze benoeming te geven. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292696 / HA ZA 21-283
Vonnis bij vervroeging van 4 mei 2022
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] ,

2.
[eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
eisers,
advocaat mr. D. Dronkers,
tegen
[gedaagde],
h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. F.G.H.J. Niemarkt.
Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 8
  • de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 18
  • de dagbepaling van de mondelinge behandeling
  • de producties 8 tot en met 12 [eisers]
  • de producties 19 en 20 van [gedaagde]
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 21 april 2022.
1.2.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Partijen hebben op 6 maart 2018 een overeenkomst van aanneming gesloten met betrekking tot de woning [eisers]
2.2.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de kwaliteit van het door [gedaagde] geleverde werk. Eén van de geschilpunten betreft de tegelvloer in de woonkamer en de keuken met een oppervlakte van 90 m². Op 9 december 2018 hebben [eisers] [gedaagde] gesommeerd de overeenkomst deugdelijk na te komen en een termijn voor herstel gegeven.
2.3.
Op 11 maart 2019 heeft [naam 1] (hierna: [naam 1] )
op verzoek [eisers] een bouwkundig onderzoek ingesteld naar onder meer de tegelvloer. In het rapport van [naam 1] van 3 april 2019 staat met betrekking tot de tegelvloer als conclusie vermeld dat de wijze van verlijmen van de vloertegels niet correct is gebeurd, dat de droogtijd van de cementdekvloer genegeerd is en dat eventuele maatregelen om het loslaten te beperken niet genomen zijn dan wel niet gemeld zijn. [gedaagde] was niet uitgenodigd om aanwezig te zijn bij het onderzoek.
2.4.
Op 7 november 2019 heeft [naam 2] (hierna: [naam 2] ) in opdracht van de advocaat van [eisers] onderzoek verricht naar de door [eisers] gestelde gebreken, waaronder de tegelvloer. Bij dit onderzoek is [gedaagde] aanwezig geweest. Op een later moment is in opdracht van [eisers] ten behoeve van de tegelvloer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) ingeschakeld. Voor het onderzoek door [naam 3] op 6 maart 2020 was [gedaagde] niet uitgenodigd. Samengevat heeft [naam 3] in een rapport van 12 maart 2020 geconcludeerd dat de tegelvloer optisch gezien goed is aangebracht. Technisch gezien is de tegelvloer non-conform. Volgens [naam 3] zullen de vloertegels opnieuw gelegd moeten worden omdat lokaal herstel niet te doen is. De resultaten van het rapport van [naam 3] zijn door [naam 2] verwerkt in haar rapport van 28 mei 2020. [naam 2] heeft de kosten voor het herstel van de tegelvloer inclusief btw begroot op € 22.941,90.
2.5.
Op 12 juli 2021 heeft in opdracht van [gedaagde] een onderzoek aan de tegelvloer plaatsgevonden, in aanwezigheid van [eisers] , door [naam 4] . De conclusies van [naam 4] in het rapport van 16 augustus 2021 houden onder meer in dat het aantal holklinkende tegels past binnen de tolerantiebepaling van de uitvoeringsrichtlijn zoals die zou gelden bij de oplevering met KOMO-procescertificaat. De verschijnselen (holklinkende tegels/losliggende tegels) hebben het kenmerk van voortijdig buitensporig gebruik van de vloerverwarming. Het opstookprotocol ter bescherming van de vloer is niet gehandhaafd. Het verdient volgens [naam 4] aanbeveling om het contactoppervlak te vergroten van de holklinkende tegels en de losse (meetrillende) tegels door injectie met speciaal hiervoor bestemde hars.
2.6.
Op 10 april 2022 heeft [naam 3] schriftelijk gereageerd op het rapport van [naam 4] . Kort gezegd blijft [naam 3] erbij dat de tegelvloer ondeugdelijk is uitgevoerd.
2.7.
Op 21 april 2022 hebben partijen tijdens de mondelinge behandeling een regeling getroffen voor alle gestelde gebreken, behoudens de tegelvloer. [gedaagde] heeft ter afwikkeling van het geschil over de overige gestelde gebreken het overeengekomen bedrag meteen betaald aan [eisers]

3.Het geschil

3.1.
Bij dagvaarding vorderen [eisers] , samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eisers] geleden schade aan de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats 1] , met betrekking tot de door [naam 2] geconstateerde gebreken,
2. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eisers] van de herstelkosten van alle gebreken door [naam 2] begroot op € 32.155,28, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2020 tot aan de dag van algehele voldoening,
3. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 875,00, de kosten van het rapport [naam 2] van € 983,13 en de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
In de dagvaarding hebben [eisers] voor acht gebreken herstelkosten gevorderd van in totaal € 32.155,28. Onderdeel van dit bedrag zijn de kosten voor herstel van de tegelvloer van € 22.941,90. [eisers] stellen dat op grond van artikel 7:759 lid 1 BW de gevolgen van de ondeugdelijke uitvoering voor rekening komen van [gedaagde] , nu hij in de gelegenheid is geweest de gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen en hij dat niet gedaan heeft. Ter onderbouwing van de stelling dat de tegelvloer gebrekkig is, verwijzen zij naar de rapporten van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] .
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij ontkent dat de tegelvloer gebrekkig is en verwijst daarbij naar het rapport van [naam 4] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de regeling van partijen van 21 april 2022 ligt ter beoordeling alleen nog voor de vraag of de door [gedaagde] gelegde tegelvloer gebrekkig is en zo ja, of de herstelkosten € 22.941,90 bedragen.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat een deskundige benoemd moet worden om dit geschilpunt te beslechten. Zij hebben de voorkeur uitgesproken voor benoeming van één deskundige op het gebied van tegelzetten. Zij hebben de rechtbank verzocht een deskundige aan te zoeken die geregistreerd staat in het Landelijk Register voor Gerechtelijk deskundigen en deze deskundige te vragen een offerte op te stellen.
4.3.
De rechtbank stelt partijen voor als deskundige te benoemen de heer A. van der Bruggen, verbonden aan Vloertechnisch Adviesbureau A. van der Bruggen te Krimpen aan de IJssel. Hij staat geregistreerd in voormeld register. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen zich er over uit te laten of zij kunnen instemmen met deze persoon. Vóór benoeming zal de rechtbank deze beoogd deskundige nog vragen of het hem vrijstaat om deze zaak in behandeling te nemen.
4.4.
De rechtbank is voornemens de volgende vragen aan de deskundige te stellen:
Wat is de oorzaak van de holklinkende tegels en de losliggende tegels in de tegelvloer in de woonkamer en de keuken? De rechtbank verzoekt u bij de motivering van uw antwoord de inhoud van de rapporten van [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] te betrekken en te vermelden waarom u hun bevindingen wel of niet deelt.
Bent u van mening dat de tegelvloer voldoet aan de in de branche geldende normen?
Zo nee, op welke wijze is herstel mogelijk en hoeveel bedragen de herstelkosten?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.5.
De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte over de vraagstelling uit te laten.
4.6.
Omdat de omvang van de vraagstelling van invloed is op de kostenbegroting door de deskundige zal de rechtbank eerst de reacties van partijen op de vraagstelling afwachten alvorens een offerte op te vragen bij de beoogd deskundige. Deze offerte zal de rechtbank daarna ter goedkeuring aan partijen voorleggen.
4.7.
Partijen hebben afgesproken dat zij ieder de helft van het voorschot van de deskundige zullen dragen. De rechtbank zal in het vonnis waarin de deskundige benoemd wordt dienovereenkomstig beslissen.
4.8.
In afwachting van de aktewisseling houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van
1 juni 2022voor akte uitlating partijen over de persoon van de deskundige (r.o. 4.3.) en de vraagstelling aan de deskundigen (r.o. 4.4.),
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022. [1]

Voetnoten

1.type: me