ECLI:NL:RBLIM:2022:3373

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
04 9585077
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering op grond van artikel 22 Rv wegens onvoldoende onderbouwing door eiser

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een vennootschap onder firma, eiser, en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiser had een vordering ingediend op basis van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), maar heeft niet voldaan aan de opdracht van de kantonrechter om alle gevraagde stukken over te leggen. De kantonrechter had eerder in een tussenvonnis van 9 maart 2022 bevolen dat de eiser de algemene voorwaarden, het Campeerreglement en het Campeercontract moest overleggen. Eiser heeft echter slechts de algemene voorwaarden overgelegd en geen volledige onderbouwing van de vordering gegeven. Hierdoor kon de kantonrechter niet anders dan de vordering afwijzen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De kantonrechter heeft ook overwogen dat, hoewel het gehuurde geen woonruimte betreft en gedaagde geen huurbescherming geniet, het mogelijk was dat de Recron-voorwaarden van toepassing waren, maar dat de eiser hierin geen duidelijkheid had kunnen verschaffen. De kantonrechter heeft de eiser als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.M.P. Brouns.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9585077 \ CV EXPL 21-6275
Vonnis van de kantonrechter van 4 mei 2022
in de zaak van:
de vennootschap onder firma [eiser],
gevestigd te [vestigingsplaats eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. B.C.A. Reijnders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [straatnaam gedaagde] ,
[postcode gedaagde] [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 maart 2002
  • de akte van eisende partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis in deze zaak. In dit tussenvonnis is eisende partij bevolen om bij akte de algemene voorwaarden vaste plaatsen, het Campeerreglement en het Campeercontract over te leggen. Eisende heeft hieraan niet volledig voldaan. Zij heeft enkel de algemene voorwaarden vaste plaatsen overgelegd. Verder heeft eisende partij in de akte nog een toelichting op haar stellingen gegeven. Dit is echter niet zonder meer toegestaan en - zonder dat de wederpartij haar reactie daarop heeft kunnen geven: - op de inhoud van de toelichting wordt daarom geen acht geslagen.
2.2.
Nu eisende partij niet alle gevraagde stukken heeft overgelegd, kan de kantonrechter op de voet van artikel 22 Rv de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. In dit geval is de kantonrechter van oordeel dat eisende partij haar vordering kennelijk niet kan of wenst te onderbouwen, zoals bevolen, en de vordering van eisende partij zal dan ook als onvoldoende onderbouwd moet worden afgewezen. Weliswaar geldt dat het gehuurde geen woonruimte betreft en gedaagde partij op grond daarvan geen huurbescherming geniet, maar zeker niet ondenkbaar is dat op de overeenkomst Recron-voorwaarden van toepassing zijn met daarin regels voor wat betreft de opzegging. Het Campeerreglement of het Campeercontract had hierover eventueel duidelijkheid kunnen verschaffen.
2.3.
De kantonrechter ziet geen aanleiding eisende partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
2.4.
Eisende partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vordering af,
3.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten aan de zijde van gedaagde partij gevallen en tot op heden nihil.
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: