Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
- de conclusie van antwoord in het incident.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] een mondelinge overeenkomst gesloten met de besloten vennootschap ALFA AFBOUW B.V. voor de renovatie van zijn badkamer. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zijn er problemen ontstaan met de warm waterregulatie van de douche, waarop [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] Alfa Afbouw aansprakelijk heeft gesteld. Alfa Afbouw heeft echter de aansprakelijkheid van de hand gewezen en verwezen naar [bedrijf 2] als verantwoordelijk voor de problemen. Na meerdere correspondenties heeft [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] een onafhankelijk expert ingeschakeld, die de herstelkosten heeft begroot op € 14.445,11.
In het kader van de procedure heeft Alfa Afbouw een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring ingediend, waarbij zij stelt dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd door een onderaannemer en niet door haarzelf. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de stellingen van Alfa Afbouw voldoende aannemelijk zijn en heeft de oproeping in vrijwaring toegewezen. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] is veroordeeld in de proceskosten van het incident, die tot op heden op nihil zijn begroot. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor antwoord op 13 april 2022.