ECLI:NL:RBLIM:2022:3356

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
9570678 CV EXPL 21-6072
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring in geschil over renovatie badkamer

In deze zaak heeft [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] een mondelinge overeenkomst gesloten met de besloten vennootschap ALFA AFBOUW B.V. voor de renovatie van zijn badkamer. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zijn er problemen ontstaan met de warm waterregulatie van de douche, waarop [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] Alfa Afbouw aansprakelijk heeft gesteld. Alfa Afbouw heeft echter de aansprakelijkheid van de hand gewezen en verwezen naar [bedrijf 2] als verantwoordelijk voor de problemen. Na meerdere correspondenties heeft [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] een onafhankelijk expert ingeschakeld, die de herstelkosten heeft begroot op € 14.445,11.

In het kader van de procedure heeft Alfa Afbouw een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring ingediend, waarbij zij stelt dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd door een onderaannemer en niet door haarzelf. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de stellingen van Alfa Afbouw voldoende aannemelijk zijn en heeft de oproeping in vrijwaring toegewezen. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] is veroordeeld in de proceskosten van het incident, die tot op heden op nihil zijn begroot. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor antwoord op 13 april 2022.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9570678 \ CV EXPL 21-6072
Vonnis van de kantonrechter van 16 maart 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van:
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident],
wonend te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente] ,
eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident
gemachtigde mw. mr. A.G.A. Meulenberg,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALFA AFBOUW B.V.,
gevestigd te Roermond,
gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident,
gemachtigde mr. G.A. van Gorcom.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft met Alfa Afbouw een mondelinge overeenkomst gesloten voor het renoveren van de badkamer. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden heeft Alfa Afbouw ook derden ingeschakeld.
2.2.
Er is een probleem ontstaan met de warm waterregulatie van de douche. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft daarvoor [bedrijf 1] ingeschakeld, die voor een tijdelijke oplossing heeft gezorgd.
2.3.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft zich met deze klachten tot Alfa Afbouw gericht. Alfa Afbouw wijst aansprakelijkheid van de hand.
2.4.
Bij brief van 27 januari 2020 stelt [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] Alfa Afbouw in gebreke. Alfa Afbouw laat weten dat [bedrijf 2] verantwoordelijk is voor de problemen.
2.5.
Bij brief van 5 maart 2020 is de vordering tot nakoming omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
2.6.
Omdat er zich nog meer gebreken aandienen heeft [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] een onafhankelijk expert ingeschakeld. Het onderzoek van de expert heeft op 7 maart 2021 en 12 april 2021 plaatsgevonden. De deskundige begroot de herstelkosten op € 14.445,11.

3.Het geschil

3.1.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] vordert - samengevat - veroordeling van Alfa Afbouw tot betaling van:
€ 14,901,89 inclusief btw aan vervangende schadevergoeding, vermeerderd met rente;
€ 1.464,10 inclusief btw aan expertisekosten, vermeerderd met rente;
€ 924,02 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met rente;
e proceskosten en de nakosten.
3.2.
Alfa Afbouw heeft een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring ingediend.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft gevorderd dat Alfa Afbouw wordt veroordeeld tot het voldoen van de vordering zoals hiervoor is verwoord. Voordat daartegen inhoudelijk verweer is gevoerd, heeft Alfa Afbouw (onder voorbehoud) verzocht om [bestuurder bedrijf 2] , h.o.d.n. [bedrijf 2] , als waarborg te mogen oproepen. Zij stelt dat het werk is uitgevoerd door Alfa Stucadoorsbedrijf en niet door Alfa Afbouw BV, zodat de verkeerde partij in rechte is betrokken. Verder stelt Alfa Afbouw dat het installatiewerk waarop de vordering ziet niet met [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] is overeengekomen c.q. dat zij die niet, en al zeker niet in de gestelde omvang en aard, heeft aangenomen en ook niet heeft laten uitvoeren. De betreffende werkzaamheden zijn verricht door voornoemde [bestuurder bedrijf 2] . Verder is er discussie over de vraag of [bestuurder bedrijf 2] als onderaannemer heeft gewerkt dan wel dat hij rechtstreeks voor [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft gewerkt. In het eerste geval heeft Alfa Afbouw er belang bij om genoemde [bestuurder bedrijf 2] in vrijwaring op te roepen.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft in zijn conclusie van antwoord in het incident aangegeven dat hij geen bezwaar heeft tegen de oproeping in vrijwaring.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de stellingen van Alfa Afbouw voldoende aannemelijk maken dat de rechtsverhouding tussen haar en de waarborg met zich mee kan brengen dat de waarborg gehouden zal zijn om Alfa Afbouw vrij te houden van de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling in deze (hoofd)zaak. De vertraging die door de dagvaarding in vrijwaring in deze procedure kan ontstaan, is niet van die omvang dat dit een beletsel vormt voor toewijzing van het verzoek. De oproeping in vrijwaring zal derhalve worden toegestaan.
4.3.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] zal als de in het incident in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Alfa Afbouw worden tot op heden begroot op nihil.
5. De beslissing
De kantonrechter
in het incident
5.1.
gelast dat
[bestuurder bedrijf 2] ,
h.o.d.n. [bedrijf 2] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats 2] ,
door Alfa Afbouw zal worden gedagvaard om te verschijnen op de terechtzitting van de kantonrechter van woensdag 13 april 2022 teneinde op de eis tot vrijwaring te antwoorden en voort te procederen,
5.2.
veroordeelt [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] in de proceskosten van dit incident aan de zijde van Alfa AfAfbouw gevallen en begroot op nihil,
in de hoofdzaak
5.3.
verwijst de zaak naar de rol van 13 april 2022 voor antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: