Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser (gemachtigde: [naam gemachtigde 1] ),enhet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond, verweerder (gemachtigde: mr. P.J.J. Lenders).Als derde-partij neemt aan het geding deel [naam derdepartij] , uit [plaats 2] (gemachtigde: [naam gemachtigde 2] ).
Procesverloop
De rechtbank heeft het beroep op 14 april 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Derde-partij is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar van eiser alsnog gegrond en herroept het primaire besluit, voor zover dat ziet op de tegemoetkoming in planschade als gevolg van de omgevingsvergunning, wat betreft het percentage van het normale maatschappelijke risico en dus wat betreft de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming in planschade;
- bepaalt het normale maatschappelijke risico op 3,5% en bepaalt dat het bedrag van tegemoetkoming in planschade als gevolg daarvan € 1.300,- bedraagt (te vermeerderen met wettelijke rente);
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.600,-.
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
de planologische wijziging leidt tot intensivering van het gebruik en een verruiming van de bouwmogelijkheden”).
Betreffende de bouwmogelijkheden dient opgemerkt te worden dat de bebouwing (…) qua aard en omvang niet direct afwijkend is van de heersende omgevingskarakteristiek. Immers, in de directe nabijheid (…) bevinden zich eveneens overwegend grondgebonden woningen. Wel dient hierbij in ogenschouw te worden genomen dat het nieuwe planologische regime (…) voorziet in (…) woningen met een platte dakafwerking, waar omliggende woningen hoofdzakelijk zijn voorzien van een kap. Gelet op het vorenstaande is de planologische ontwikkeling overwegend, doch niet volledig, in overeenstemming met de ruimtelijke structuur.”
Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoeden.
14. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 4 punten op (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een waarde per punt van € 541,-, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting in bezwaar met een waarde per punt van € 541,-, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 759,-), bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 2.600,-. Dit betreft forfaitaire bedragen omdat het wettelijke systeem voor deze kosten niet uitgaat van de werkelijke, door eisers gemachtigde opgegeven kosten. Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is niet gebleken.