Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
een lesje te leren’. De verdachte dient dus partieel te worden vrijgesproken van het onder 1. tenlastegelegde geweld.
een lesje te leren’. Ze hebben [slachtoffer] gelokt door seksueel getinte berichten naar hem te sturen. Er was een vooropgezet plan.
chillenwas en dat [naam 2] toen vertelde dat ze berichten van [slachtoffer] had ontvangen. De verdachte wilde aanvankelijk dat [slachtoffer] naar de [naam 12] zou komen, maar [slachtoffer] liet weten dat hij bij de [supermarkt 1] was. Ze zijn toen naar de [supermarkt 1] gelopen. Daar heeft hij [slachtoffer] met de platte hand op zijn achterhoofd geslagen. Daarna trok de verdachte [slachtoffer] aan zijn arm richting de [adres 2] in Gennep. Hier heeft [slachtoffer] klappen gekregen. De verdachte is op [slachtoffer] gedoken en heeft hem met vuisten op het gezicht geslagen. Heel de broek van de verdachte zat onder het bloed en hij bleef maar door slaan.
een lesje te leren’. [naam 2] verklaarde immers dat alle bij de [naam 12] aanwezigen ervan op de hoogte waren dat [slachtoffer] gelokt was naar de [supermarkt 1] , omdat de Instagram berichten aan [slachtoffer] in aanwezigheid van een ieder werden voorgelezen. Volgens de getuige [naam 5] is het de verdachte geweest die vervolgens zei: “Kom, we gaan naar de [supermarkt 1] en we gaan [slachtoffer] pakken”. Bij de [supermarkt 1] is [slachtoffer] geslagen door [medeverdachte] en het is de verdachte geweest die [slachtoffer] vervolgens aan zijn arm heeft meegetrokken richting de [adres 2] , aldus [medeverdachte] .
geschopt/getrapt en met een mes in het bovenlichaam heeft gesneden en met een riem heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
zonder meertoewijsbaar.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het onder 1. en onder 2. primair tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van hetgeen aan hem onder 1. of onder 2. meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals deze hierboven onder 4 zijn omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
121 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die wordt gesteld op
twee jaren, zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
een taakstraf voor de duur van 100 urenen beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen;
- bepaalt dat indien en voor zover (een van) de mededader(s) aan de verplichting tot vergoeding van de schade ter hoogte van € 346,95 aan [slachtoffer] heeft/hebben voldaan, in zoverre deze verplichting van de verdachte tot betaling aan [slachtoffer] vervalt;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten, daaronder de kosten voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis mede te begrijpen, aan de zijde van [slachtoffer] tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk zijn vordering;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] van € 505,95, bestaande uit € 210,95 aan materiële schade en € 295,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 14 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op 10 dagen;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of de mededader(s) aan de verplichting tot de vergoeding van de schade aan [slachtoffer] hebben voldaan, in zoverre deze verplichting van de verdachte tot betaling aan de Staat vervalt.
hij op of omstreeks 14 oktober 2020 te Gennep tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, een telefoon (Huawei, type P smart 2019), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld daaruit bestond dat verdachte en/of zijn
mededader(s) die [slachtoffer] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens)
heeft/hebben vastgepakt en/of (vervolgens) heeft/hebben meegetrokken en/of
(vervolgens) heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer] op de grond
lag) (meermalen) (met gebalde vuist) (met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht
en/of (boven)lichaam heeft/hebben geslagen/gestompt en/of (meermalen) (met
geschoeide voet) (met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam
heeft/hebben geschopt/getrapt en/of met een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, in het bovenlichaam heeft/hebben gesneden en/of met een riem
heeft/hebben geslagen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 14 oktober 2020 te Gennep tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer] in het gezicht heeft geslagen en/of
(vervolgens) heeft vastgepakt en/of (vervolgens) heeft meegetrokken en/of
(vervolgens) heeft geduwd en/of (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag)
(meermalen) (met gebalde vuist) (met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht en/of
(boven)lichaam heeft geslagen/gestompt en/of (meermalen) (met geschoeide voet)
(met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam heeft
geschopt/getrapt en/of met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in
het bovenlichaam heeft gesneden en/of met een riem heeft geslagen, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 oktober 2020 te Gennep openlijk, te weten op/bij de
[adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het
publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een
persoon, te weten [slachtoffer] , welk geweld daaruit bestond dat verdachte en/of zijn
mededader(s) die [slachtoffer] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens)
(vervolgens) heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer] op de grond
lag) (meermalen) (met gebalde vuist) (met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht
en/of (boven)lichaam heeft/hebben geslagen/gestompt en/of (meermalen) (met
geschoeide voet) (met kracht) tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam
heeft/hebben geschopt/getrapt en/of met een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, in het bovenlichaam heeft/hebben gesneden en/of met een riem
heeft/hebben geslagen;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht