Op 13 april 2022 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen LeasePlan Nederland N.V. en een vennootschap onder firma, samen met twee vennoten. LeasePlan vorderde betaling van kosten in verband met een leaseauto, die aan de gedaagde partij was verhuurd op basis van een mantelovereenkomst operationele lease. De gedaagde partij had drie facturen niet betaald en LeasePlan ontbond de overeenkomst per 22 november 2020. De gedaagde partij voerde verweer, stellende dat de bijkomende kosten onterecht in rekening waren gebracht en dat LeasePlan niet had voldaan aan de bewijsplicht. De kantonrechter oordeelde dat LeasePlan voldoende had aangetoond dat de gedaagde partij de facturen niet had betaald en dat er geen onderbouwd verweer was tegen de hoogte van de facturen. De kantonrechter wees de vordering van LeasePlan toe, met inachtneming van een vermindering van de vordering met betrekking tot externe kosten. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 3.217,64, vermeerderd met rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.