Op 12 april 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in 1973 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door mr. L.P.H. Hameleers. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 maart 2022, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde raadsman wel. De officier van justitie beschuldigde de verdachte ervan vijf personen te hebben gesmokkeld, die illegaal in Europa verbleven. De verdachte werd op 4 augustus 2021 aangehouden tijdens een controle door de Koninklijke Marechaussee, terwijl hij met een auto op weg was naar Keulen, Duitsland, met vijf inzittenden die geen identificerende documenten bij zich hadden.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als professionele vervoerder, had moeten vermoeden dat de inzittenden illegaal in Europa verbleven. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank achtte het bewijs overtuigend. De verdachte had niet gecontroleerd of de inzittenden legale documenten hadden en had geen contact met hen opgenomen. De rechtbank vond het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensensmokkel van vier personen, maar sprak hem vrij van de verdenking met betrekking tot één inzittende, omdat er onvoldoende bewijs was voor haar illegale status.
De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden op, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de noodzaak van normhandhaving, maar hield rekening met het feit dat de verdachte een first offender was en geen financieel gewin had beoogd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was mr. S.H.J. Muijlkens.