In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Bonaparte, dat de rechtbank verklaart dat SNS Bank toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht en dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door het verstrekken van een hypothecaire lening van € 291.000,00. Eiser stelt dat deze lening te hoog was, gezien zijn inkomen, en dat hij hierdoor in financiële problemen is gekomen. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 maart 2022.
De feiten van de zaak zijn als volgt: eiser heeft in 2004 een woning gekocht en in 2005 zijn hypothecaire lening herfinancierd bij SNS Bank. Na de herfinanciering heeft eiser financiële druk ervaren, vooral na zijn arbeidsongeschiktheid in 2012. Hij stelt dat SNS Bank hem onvoldoende heeft beschermd tegen overkreditering en dat de bank niet heeft voldaan aan haar zorgplicht.
SNS Bank heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van overkreditering. De bank stelt dat zij de geldende normen voor maatwerktoetsing heeft gevolgd en dat eiser de financiering zelf heeft aangegaan omdat dit voordeliger voor hem was. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat er geen causaal verband is tussen de vermeende schade en de verstrekking van de hypotheek.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van SNS Bank, die zijn begroot op € 3.520,00. Dit vonnis is uitgesproken op 6 april 2022 door mr. T.A.J.M. Provaas.