ECLI:NL:RBLIM:2022:2682

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
ROE 22 / 560
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing Wet Natuurbescherming voor sloop van de Blijde Boodschapkerk

Op 6 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die in de directe omgeving van de Blijde Boodschapkerk woont, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Gedeputeerde Staten van Limburg, dat een ontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming verleende voor de sloop van de kerk en aanliggende woningen. Verzoeker stelde dat er een spoedeisend belang was bij de schorsing van deze ontheffing, omdat er op dat moment geen noodzaak bestond om de gewone dwergvleermuizen uit de kerk te verdrijven en de bouwwerkzaamheden pas in 2024 zouden starten.

De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij de schorsing, aangezien de vergunninghouder had verklaard geen gebruik te maken van de ontheffing in afwachting van de beslissing op het bezwaar. Hierdoor kon verzoeker niet meer bereiken dan wat al was toegezegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker zonder nadeel de beslissing op zijn bezwaarschrift kon afwachten, waardoor het treffen van een voorlopige voorziening niet nodig was. Het verzoek werd afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.

De uitspraak werd openbaar gemaakt op 6 april 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/560
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 april 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , te [plaats] , verzoeker,

en

Gedeputeerde Staten van Limburg, verweerder.

Als derde-partij neemt aan het geding deel: de gemeente [plaats] , vergunninghouder.

Procesverloop

Bij besluit van 21 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan vergunninghouder een ontheffing Wet Natuurbescherming verleend ten behoeve van de sloop van de Blijde Boodschapkerk en de aanliggende woningen op de locatie [straat 1] [huisnummer 1] , [huisnummer 2] en [huisnummer 3] en [straat 2] [huisnummer 4] en [huisnummer 5] in [plaats] .
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft ook de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan, indien tegen een besluit bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Verzoeker woont op het perceel aan de [straat 1] [huisnummer 6] in [plaats] , dus in de directe omgeving van de panden waarop de verleende ontheffing ziet. Hij heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij een spoedeisend belang bij de schorsing van de ontheffing heeft, omdat er op dit moment geen noodzaak bestaat om de gewone dwergvleermuizen uit de kerk te verdrijven. Er wordt immers op zijn vroegst in 2024 met de bouwwerkzaamheden op onderhavig perceel gestart.
3. Van de zijde van de rechtbank is aan vergunninghouder gevraagd of er uitvoeringshandelingen op grond van verleende ontheffing hebben plaatsgevonden. Hierop heeft vergunninghouder aan de rechtbank per e-mail van 17 maart 2022 medegedeeld dat dit niet het geval is. Ook heeft vergunninghouder toegezegd dat hij in afwachting van de beslissing op bezwaar geen uitvoering aan de verleende ontheffing zal geven. De behandeling van het bezwaar zal volgens de mededeling van verweerder in de loop van mei van dit jaar plaatsvinden.
4. De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat verzoeker momenteel geen spoedeisend belang (meer) heeft bij de schorsing van de verleende ontheffing. Omdat vergunninghouder heeft verklaard dat hij in afwachting van de beslissing op bezwaar geen gebruik van de verleende ontheffing zal maken, kan verzoeker bij de voorzieningenrechter namelijk niet méér bereiken dan met deze toezegging is gedaan. Verzoeker kan dus zonder nadeel een beslissing op zijn bezwaarschrift afwachten en daarom is het treffen van een voorlopige voorziening niet nodig.
5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Gelet hierop is er geen grond voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Snijders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Kloos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 6 april 2022
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op: 6 april 2022

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.