3.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak diefstallen
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt voor het medeplegen van de diefstallen, zodat zij dient te worden vrijgesproken van alle in de zaak 03/210403-21 primair ten laste gelegde feiten en van feit 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair in de zaak 03/323781-21.
Feit 1 subsidiair in de zaak 03/210403-21: de Mercedes Sprinter
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd, volstaat de rechtbank op grond van artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2022 en bij de politie;
- het proces-verbaal van bevindingen;
- de aangifte van [slachtoffer 1] .
Op 5 augustus 2021 wordt bij een surveillance een Renault Clio met het Poolse kenteken [kenteken 1] aangetroffen bij het Esso tankstation langs de A67 in Helenaveen, gemeente Deurne. Na bevraging van het kenteken blijkt dit een 'spookauto' te zijn. Ook staat er op de parkeerplaats een Mercedes Sprinter met Duitse kentekenplaten, die als gestolen staan gesignaleerd. Later blijkt dat de Mercedes Sprinter ook gestolen is, waarvoor het kenteken [kenteken 8] is afgegeven. Hierin worden de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. De verdachte verklaart dat de Renault Clio van haar is.
Aantreffen gestolen goederen
Op 6 augustus 2021 werd een onderzoek ingesteld in de Mercedes Sprinter. In de laadruimte werd onder andere een aantal pasjes op naam van [slachtoffer 3] aangetroffen. Tevens werd er een handtas aangetroffen. In deze handtas zat een sieradendoosje met daarin enkele sieraden.
Er werd een nader onderzoek ingesteld naar de herkomst van de sieraden die in de handtas zaten. Er zijn door de politie foto's van de sieraden op Facebook geplaatst en daarna heeft aangever [slachtoffer 11] zich gemeld als eigenaar van de sieraden.
Op 6 augustus 2021 werd er een onderzoek ingesteld in de Renault Clio. In deze personenauto werden onder andere de volgende goederen aangetroffen:
- TomTom Start 63 (de rechtbank begrijpt: 62) navigatiesysteem;
- autobescheiden op naam van [slachtoffer 2] ;
- een nieuwe gereedschapskist van het merk KWB.
Er is nader onderzoek gedaan naar het navigatiesysteem. Daaruit blijkt dat in de TomTom [adres 1] als thuisadres de straat en woonplaats van aangeefster [slachtoffer 2] zijn ingevoerd.
Op 24 juli 2021 omstreeks 06.00 uur werd op vakantiepark [naam 5] te Heel een zwarte Renault Scenic met het kenteken [kenteken 2] aangetroffen, waarin volgens een getuige drie personen zouden hebben gezeten die zijn weggerend. De getuige heeft van deze personen een foto gemaakt.
In de Renault Scenic werden de volgende goederen aangetroffen:
- kentekenbewijs [kenteken 3] en diverse pasjes op naam van [slachtoffer 7] ;
- een MIO navigatiesysteem waarin als thuisadres was vermeld: [adres 4] . Van de aangever wonende op dit adres was op 1 juli 2021 een navigatiesysteem ontvreemd op een camping in Afferden;
- twee rijbewijzen met de namen [slachtoffer 10] . en [slachtoffer 10] ;
- een kentekenbewijs met kenteken [kenteken 10] op naam van de genoemde [slachtoffer 10] ;
- een marifoon die later werd herkend door eigenaar [slachtoffer 9]
- een Rabo Visa card op naam van [slachtoffer 6] ;
- een ABN Amro bankpas op naam van [slachtoffer 8] .
De verdachte heeft verklaard dat zij zichzelf en medeverdachte [medeverdachte] herkent op de foto gemaakt op vakantiepark [naam 5] .
Voorts heeft ze ter terechtzitting aanvullend verklaard dat zij met medeverdachte [medeverdachte] en ‘ [naam 2] ’ is meegegaan naar vakantiepark [naam 5] . Op enig moment zag zij beiden aan komen rennen en werden er foto’s van hen gemaakt. Ook werd er een bus voor de slagboom geparkeerd om de uitgang te blokkeren, waardoor zij wel vermoedde dat de medeverdachte en [naam 2] iets strafbaars hadden gedaan.
De aangiften
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan van diefstal van een navigatiesysteem uit haar auto tussen 30 juli 2021 en 8 augustus 2021 op vakantiepark [naam 3] te Baarlo.
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van diefstal van diverse pasjes uit zijn auto tussen 2 augustus 2021 en 6 augustus 2021 op vakantiepark [naam 3] in Baarlo.
[slachtoffer 13] heeft aangifte gedaan van diefstal van onder andere een gereedschapskist van het merk KWB uit zijn auto tussen 9 juli 2021 en 10 juli 2021.
[slachtoffer 11] heeft aangifte gedaan van diefstal van sieraden uit zijn woning gepleegd tussen 18 juli en 23 juli 2021. Een aantal van deze sieraden heeft naamplaatjes met daarop ook een datum.
[slachtoffer 6] heeft, mede namens [slachtoffer 7] , aangifte gedaan van diefstal uit zijn auto gepleegd tussen 16 juli 2021 om 15.00 uur en 21 juli 2021 om 15.00 uur te Arcen van onder andere een CZ klantenpas, een Rabobank Gold Card, een kentekenbewijs ( [kenteken 3] ) en twee tankpassen ten name van [slachtoffer 7] [bedrijf 1] ( [kenteken 3] ).
[slachtoffer 8] heeft aangifte gedaan van diefstal van twee bankpassen en een kentekenbewijs uit zijn auto gepleegd tussen 23 juli 2021 17.00 uur en 24 juli 2021 09.00 uur op vakantiepark [naam 4] te Roggel.
[slachtoffer 12] , wonende de [adres 2] , heeft aangifte gedaan van diefstal van een navigatiesysteem uit zijn auto gepleegd op 1 juli 2021 op camping [naam 1] te Afferden.
[slachtoffer 9] heeft aangifte gedaan van diefstal van een marifoon (Raymarine) uit zijn auto gepleegd tussen 22 juli 2021 en 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 5] .
[slachtoffer 10] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn rijbewijs alsmede het rijbewijs van zijn vrouw uit zijn auto gepleegd tussen 23 juli 2021 en 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 5] .
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat haar vriend, medeverdachte [medeverdachte] , geen werk heeft en steelt uit auto’s. Hij rijdt ’s nachts en steelt op vakantieparken.
Met betrekking tot het kentekenbewijs [kenteken 3] en diverse pasjes op naam van [slachtoffer 7] heeft verdachte verklaard dat deze in de auto van [medeverdachte] lagen en dat ze wel een vermoeden had, maar dat zij dit vermoeden niet verder wil toelichten.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 23 maart 2022 verklaard dat zij de Renault Clio regelmatig schoonmaakte en dat zij heeft gezien dat hierin verschillende goederen lagen zoals navigatiesystemen, een gereedschapskist en pasjes met namen van andere mensen. Wanneer zij medeverdachte [medeverdachte] vroeg naar de spullen in de auto, zei hij dat zij er niet aan mocht komen en zich er niet mee moest bemoeien.
Verder heeft de verdachte met betrekking tot de pasjes van [slachtoffer 3] verklaard dat zij samen met medeverdachte [medeverdachte] op de parkeerplaats van vakantiepark [naam 3] in Baarlo is geweest. Zij heeft daar gezien dat er pasjes uit een auto werden weggenomen. Daarna zijn zij naar het tankstation in Helenaveen gereden om te slapen in de Mercedes Sprinter en heeft zij deze pasjes in handen gehad en gezien dat het dierentuinpasjes waren van kinderen. Zo zijn de pasjes in de Mercedes Sprinter gekomen.
De verdachte heeft bovendien verklaard dat zij meerdere keren met medeverdachte [medeverdachte] naar vakantieparken is gereden, om te controleren of hij daadwerkelijk iets ging stelen (zoals hij zei) of dat hij vreemdging met een andere vrouw (zoals zij dacht).
Voorts heeft zij met betrekking tot de sieraden in de handtas verklaard dat zij deze heeft aangetroffen in de Renault Clio en heeft besloten om deze te verkopen om geld voor drugs te krijgen. Daartoe heeft ze deze sieraden in haar tas gestopt. Zij wist dat deze sieraden van anderen waren en vermoedde wel dat ze niet op een eerlijke manier in de auto terecht waren gekomen.
Bewijsoverweging
Op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte diverse goederen voorhanden heeft gehad, die afkomstig blijken te zijn van diefstal. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de verdachte ten aanzien van deze goederen wist dan wel redelijkerwijs diende te vermoeden dat de goederen afkomstig waren van diefstal.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Feit 2 subsidiair in de zaak 03/210403-21: het navigatiesysteem van [slachtoffer 2]
De rechtbank stelt vast dat het navigatiesysteem van [slachtoffer 2] is gestolen uit haar auto op vakantiepark [naam 3] in Baarlo. De verdachte was op dat moment aanwezig op de parkeerplaats van dit vakantiepark en heeft gezien dat daar iets uit een auto werd gestolen. Het betreffende navigatiesysteem is vervolgens aangetroffen in de Renault Clio van de verdachte, waarvan de verdachte heeft verklaard dat deze auto schoonmaakte en daarbij ook verschillende navigatiesystemen heeft gezien. Zij wist bovendien dat medeverdachte [medeverdachte] goederen uit auto’s wegnam om geld te verdienen, maar heeft niet doorgevraagd naar de herkomst van dergelijke goederen. De rechtbank acht op basis hiervan wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van opzetheling.
Feit 3 subsidiair in de zaak 03/210403-21: de pasjes van [slachtoffer 3]
De rechtbank stelt vast dat deze pasjes zijn gestolen uit de auto van [slachtoffer 3] op vakantiepark [naam 3] in Baarlo. Deze pasjes zijn vervolgens aangetroffen in de gestolen Mercedes Sprinter waarin de verdachte op 5 augustus 2021 is aangetroffen. Bovendien heeft de verdachte niet alleen verklaard dat zij samen met medeverdachte [medeverdachte] naar het betreffende vakantiepark is gegaan en heeft gezien dat deze pasjes uit een auto werden weggenomen, maar heeft zij daarna de pasje ook zelf in handen gehad, waarbij zij heeft gezien dat deze van kinderen waren. De rechtbank acht op basis hiervan wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van opzetheling.
Feit 1 in de zaak 03.323781-21: de sieraden van [slachtoffer 11]
De rechtbank stelt vast dat de bij [slachtoffer 11] gestolen sieraden zijn aangetroffen in de handtas van de verdachte, die in de gestolen Mercedes Sprinter lag. De verdachte heeft over deze sieraden verklaard dat zij deze heeft aangetroffen in de auto, en dat zij die zij wilde verkopen om geld te verdienen. Voorts leidt de rechtbank uit de aangifte af dat bij deze sieraden enkele armbanden zaten met daarin namen en datums gegraveerd, zodat zij – in combinatie met de wetenschap dat medeverdachte [medeverdachte] zich schuldig maakte aan diefstallen – in ieder geval de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat ook deze sieraden van diefstal afkomstig waren, zodat naar oordeel van de rechtbank sprake is van opzetheling.
Feit 2 subsidiair in de zaak 03/323781-21: pasjes en kentekenbewijzen van [slachtoffer 6]
De rechtbank stelt vast dat de uit de auto van [slachtoffer 6] gestolen pasjes en het kentekenbewijs op naam van [slachtoffer 7] alsmede zijn Rabo Gold card zijn aangetroffen in de Renault Scenic, die op 24 juli 2021 is aangetroffen op vakantiepark [naam 5] . Verdachte heeft erkend dat zij één van de drie personen is geweest die daar van de auto zijn weggerend. Voorts heeft zij met betrekking tot de pasjes verklaard dat deze in de auto van [medeverdachte] lagen, waaruit de rechtbank afleidt dat ze deze dan ook heeft gezien. Gelet op het feit dat op het kentekenbewijs en de pasjes de naam van een ander dan [medeverdachte] staan en de wetenschap van de verdachte dat hij zich bezig hield met diefstallen, maakt dat ook in dit geval sprake is van opzetheling.
Feit 3 subsidiair en feit 5 subsidiair in de zaak 03/323781-21: bankpas van [slachtoffer 8] , marifoon van [slachtoffer 9] en rijbewijzen van [slachtoffer 10]
De bankpas van [slachtoffer 8] is blijkens de aangifte uit zijn auto gestolen in de avond of nacht van 23 op 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 4] in Roggel. De marifoon van [slachtoffer 9] en de rijbewijzen op naam van [slachtoffer 10] en zijn echtgenote zijn in datzelfde tijdvak weggenomen uit hun auto’s op vakantiepark [naam 5] . Op dit park wordt op 24 juli 2021 om 06.00 uur de Renault Scenic gesignaleerd met daarin de betreffende goederen en drie personen, die zijn weggerend van de auto. De verdachte heeft verklaard dat zij dit was samen met medeverdachte [medeverdachte] en ‘ [naam 2] ’, alsmede dat zij op dat moment wel het vermoeden had dat [medeverdachte] en [naam 2] iets strafbaars hadden gedaan. Dit in combinatie met het gegeven dat de bankpas en de rijbewijzen op andermans naam stonden en de wetenschap van de verdachte dat [medeverdachte] goederen wegnam uit auto’s op vakantieparken, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat sprake is van opzetheling van deze goederen.
Feit 4 subsidiair in de zaak 03/232781-21: het navigatiesysteem van [slachtoffer 12]
In de Renault Scenic is eveneens het navigatiesysteem van [slachtoffer 12] aangetroffen, dat op 1 juli 2021 gestolen is uit zijn auto op camping [naam 1] . Anders dan bij de andere goederen in de Renault Scenic, zat er een relatief groot tijdsbestek van ruim drie weken tussen de diefstal en het voorhanden hebben door de verdachte van dit navigatiesysteem, waardoor naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet gesproken kan worden van opzetheling. Wel had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het navigatiesysteem van diefstal afkomstig was, gelet op haar wetenschap dat medeverdachte [medeverdachte] zich schuldig maakte aan diefstallen uit auto’s en de omstandigheid dat dit navigatiesysteem zich bevond tussen goederen waarvan zij wist dat ze gestolen waren
Aanwezig hebben amfetamine
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd, volstaat de rechtbank op grond van artikel 359 lid 3 Sv met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2022;
- de kennisgevingen van inbeslagneming;
- de deskundigenrapporten van NFiDENT.
Vrijspraak van feit 4 in de zaak 03/210403-21: de gereedschapskist van [slachtoffer 13]
De rechtbank stelt vast dat de gereedschapskist van [slachtoffer 13] is weggenomen uit zijn auto en ook is aangetroffen in de Renault Clio te Helenaveen. De verdachte heeft verklaard dat zij de gereedschapskist ook in die auto heeft gezien. De rechtbank kan niet vaststellen dat zij wist dat deze gereedschapskist gestolen was. Gelet op de wetenschap van de verdachte dat medeverdachte [medeverdachte] goederen uit auto’s stal om geld te verdienen en er in de betreffende auto meerdere goederen lagen die afkomstig waren van diefstal, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte in ieder geval redelijkerwijs had moeten vermoeden dat ook de gereedschapskist van diefstal afkomstig was, zodat sprake is van schuldheling. Nu echter op basis van de bewijsmiddelen niet vastgesteld kan worden dat deze heling in Arcen heeft plaatsgevonden, zal de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen een autobus (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 8] ) , voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
;
feit 2 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen een navigatiesysteem voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen diverse pasjes voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 1 in de zaak 03/323781-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen sieraden voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goeden wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 2 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een Rabobank Gold Card en een Kentekenbewijs ( [kenteken 3] ), en meerdere pasjes (t.n.v. [slachtoffer 7] [bedrijf 1] )voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 3 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel, een ABN Amro bankpas t.n.v. [slachtoffer 8] voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 4 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een (MIO) navigatiesysteem voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 5 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een Marifoon (Raymarine) en een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] . en een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] voorhanden heeft gehad terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 6 in de zaak 03/323781-21
op 5 augustus 2021 in de gemeente Deurne opzettelijk aanwezig heeft gehad 7,94 gram amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.