ECLI:NL:RBLIM:2022:2661

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
03/210403-21, 03/323781-21, 03/023860-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor betrokkenheid inbraken en veroordeling voor heling en bezit van amfetamine

Op 6 april 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere inbraken en heling van gestolen goederen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstallen, omdat er onvoldoende bewijs was voor haar betrokkenheid als medepleger. Echter, de verdachte is wel veroordeeld voor het aanwezig hebben van amfetamine en het helen van een groot aantal goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 5 augustus 2021 in Helenaveen een gestolen Mercedes Sprinter en een navigatiesysteem voorhanden had, terwijl zij wist dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. Daarnaast had zij diverse pasjes en sieraden in haar bezit, waarvan zij ook wist dat deze gestolen waren. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 14 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J. Engels, en de zaak werd inhoudelijk behandeld op 23 maart 2022. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar verslaving aan amfetamine.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/210403-21, 03/323781-21 (gevoegd) en 03/023860-16 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 6 april 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
gedetineerd in P.I. Zuid Oost, loc. Ter Peel, HvB te Evertsoord.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J. Engels, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 23 maart 2022. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er – na vordering nadere omschrijving en vordering wijziging tenlastelegging – kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
In de zaak 03/210403-21:al dan niet samen met een ander
in Kudelstaart een Mercedes Sprinter heeft gestolen dan wel dat ze deze heeft geheeld;
uit een auto in Baarlo een navigatiesysteem heeft gestolen dan wel dat zij dit navigatiesysteem heeft geheeld;
uit een auto in Baarlo diverse pasjes heeft gestolen dan wel dat zij deze pasjes heeft geheeld;
uit een auto in Arcen een gereedschapskist en een tankpas heeft gestolen dan wel dat zij de gereedschapskist heeft geheeld;
In de zaak 03/323781-21:al dan niet samen met een ander
sieraden heeft geheeld;
uit een auto in Arcen pasjes, een Rabobank Goldcard en een kentekenbewijs heeft gestolen dan wel dat zij deze goederen heeft geheeld;
uit een auto in Roggel bankpassen en een kentekenbewijs heeft gestolen dan wel dat zij deze goederen heeft geheeld;
op camping [naam 1] in Bergen diverse goederen heeft gestolen dan wel dat zij een navigatiesysteem heeft geheeld;
uit twee auto’s in Heel diverse goederen heeft gestolen dan wel dat zij deze goederen heeft geheeld;
opzettelijk 7,94 gram amfetamine aanwezig heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de primair ten laste gelegde diefstallen, wegens het ontbreken van bewijs voor een bijdrage van voldoende gewicht om de betrokkenheid van verdachte als medeplegen te kwalificeren, alsmede bewezenverklaring van de (subsidiair) ten laste gelegde helingen van een aantal goederen en het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om dezelfde reden eveneens bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstallen.
Ten aanzien van de ten laste gelegde helingen heeft de verdachte een deels bekennende verklaring afgelegd. Bij pleidooi heeft de raadsvrouw op grond van de verklaringen van de verdachte zich op het standpunt gesteld dat het dossier geen bewijs bevat dat de verdachte wist dat de gereedschapskist (feit 4 in de zaak 03/210403-21) en het navigatiesysteem (feit 4 in de zaak 03/323781-21) gestolen waren, zodat geen sprake is van opzetheling.
Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Vrijspraak diefstallen
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt voor het medeplegen van de diefstallen, zodat zij dient te worden vrijgesproken van alle in de zaak 03/210403-21 primair ten laste gelegde feiten en van feit 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair in de zaak 03/323781-21.
Heling
Feit 1 subsidiair in de zaak 03/210403-21: de Mercedes Sprinter
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd, volstaat de rechtbank op grond van artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2022 en bij de politie; [2]
- het proces-verbaal van bevindingen; [3]
- de aangifte van [slachtoffer 1] . [4]
Op 5 augustus 2021 wordt bij een surveillance een Renault Clio met het Poolse kenteken [kenteken 1] aangetroffen bij het Esso tankstation langs de A67 in Helenaveen, gemeente Deurne. Na bevraging van het kenteken blijkt dit een 'spookauto' te zijn. Ook staat er op de parkeerplaats een Mercedes Sprinter met Duitse kentekenplaten, die als gestolen staan gesignaleerd. Later blijkt dat de Mercedes Sprinter ook gestolen is, waarvoor het kenteken [kenteken 8] is afgegeven. Hierin worden de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. De verdachte verklaart dat de Renault Clio van haar is. [5]
Aantreffen gestolen goederen
Op 6 augustus 2021 werd een onderzoek ingesteld in de Mercedes Sprinter. In de laadruimte werd onder andere een aantal pasjes op naam van [slachtoffer 3] aangetroffen. Tevens werd er een handtas aangetroffen. In deze handtas zat een sieradendoosje met daarin enkele sieraden. [6]
Er werd een nader onderzoek ingesteld naar de herkomst van de sieraden die in de handtas zaten. Er zijn door de politie foto's van de sieraden op Facebook geplaatst en daarna heeft aangever [slachtoffer 11] zich gemeld als eigenaar van de sieraden. [7]
Op 6 augustus 2021 werd er een onderzoek ingesteld in de Renault Clio. In deze personenauto werden onder andere de volgende goederen aangetroffen: [8]
  • TomTom Start 63 (de rechtbank begrijpt: 62) navigatiesysteem;
  • autobescheiden op naam van [slachtoffer 2] ;
  • een nieuwe gereedschapskist van het merk KWB.
Er is nader onderzoek gedaan naar het navigatiesysteem. Daaruit blijkt dat in de TomTom [adres 1] als thuisadres de straat en woonplaats van aangeefster [slachtoffer 2] zijn ingevoerd. [9]
Op 24 juli 2021 omstreeks 06.00 uur werd op vakantiepark [naam 5] te Heel een zwarte Renault Scenic met het kenteken [kenteken 2] aangetroffen, waarin volgens een getuige drie personen zouden hebben gezeten die zijn weggerend. De getuige heeft van deze personen een foto gemaakt. [10]
In de Renault Scenic werden de volgende goederen aangetroffen:
  • kentekenbewijs [kenteken 3] en diverse pasjes op naam van [slachtoffer 7] ;
  • een MIO navigatiesysteem waarin als thuisadres was vermeld: [adres 4] . Van de aangever wonende op dit adres was op 1 juli 2021 een navigatiesysteem ontvreemd op een camping in Afferden;
  • twee rijbewijzen met de namen [slachtoffer 10] . en [slachtoffer 10] ;
  • een kentekenbewijs met kenteken [kenteken 10] op naam van de genoemde [slachtoffer 10] ;
- een marifoon die later werd herkend door eigenaar [slachtoffer 9] [13]
- een Rabo Visa card op naam van [slachtoffer 6] ; [14]
- een ABN Amro bankpas op naam van [slachtoffer 8] . [15]
De verdachte heeft verklaard dat zij zichzelf en medeverdachte [medeverdachte] herkent op de foto gemaakt op vakantiepark [naam 5] . [16]
Voorts heeft ze ter terechtzitting aanvullend verklaard dat zij met medeverdachte [medeverdachte] en ‘ [naam 2] ’ is meegegaan naar vakantiepark [naam 5] . Op enig moment zag zij beiden aan komen rennen en werden er foto’s van hen gemaakt. Ook werd er een bus voor de slagboom geparkeerd om de uitgang te blokkeren, waardoor zij wel vermoedde dat de medeverdachte en [naam 2] iets strafbaars hadden gedaan.
De aangiften
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan van diefstal van een navigatiesysteem uit haar auto tussen 30 juli 2021 en 8 augustus 2021 op vakantiepark [naam 3] te Baarlo. [17]
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van diefstal van diverse pasjes uit zijn auto tussen 2 augustus 2021 en 6 augustus 2021 op vakantiepark [naam 3] in Baarlo. [18]
[slachtoffer 13] heeft aangifte gedaan van diefstal van onder andere een gereedschapskist van het merk KWB uit zijn auto tussen 9 juli 2021 en 10 juli 2021. [19]
[slachtoffer 11] heeft aangifte gedaan van diefstal van sieraden uit zijn woning gepleegd tussen 18 juli en 23 juli 2021. Een aantal van deze sieraden heeft naamplaatjes met daarop ook een datum. [20]
[slachtoffer 6] heeft, mede namens [slachtoffer 7] , aangifte gedaan van diefstal uit zijn auto gepleegd tussen 16 juli 2021 om 15.00 uur en 21 juli 2021 om 15.00 uur te Arcen van onder andere een CZ klantenpas, een Rabobank Gold Card, een kentekenbewijs ( [kenteken 3] ) en twee tankpassen ten name van [slachtoffer 7] [bedrijf 1] ( [kenteken 3] ).
[slachtoffer 8] heeft aangifte gedaan van diefstal van twee bankpassen en een kentekenbewijs uit zijn auto gepleegd tussen 23 juli 2021 17.00 uur en 24 juli 2021 09.00 uur op vakantiepark [naam 4] te Roggel. [21]
[slachtoffer 12] , wonende de [adres 2] , heeft aangifte gedaan van diefstal van een navigatiesysteem uit zijn auto gepleegd op 1 juli 2021 op camping [naam 1] te Afferden. [22]
[slachtoffer 9] heeft aangifte gedaan van diefstal van een marifoon (Raymarine) uit zijn auto gepleegd tussen 22 juli 2021 en 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 5] . [23]
[slachtoffer 10] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn rijbewijs alsmede het rijbewijs van zijn vrouw uit zijn auto gepleegd tussen 23 juli 2021 en 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 5] . [24]
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat haar vriend, medeverdachte [medeverdachte] , geen werk heeft en steelt uit auto’s. Hij rijdt ’s nachts en steelt op vakantieparken. [25]
Met betrekking tot het kentekenbewijs [kenteken 3] en diverse pasjes op naam van [slachtoffer 7] heeft verdachte verklaard dat deze in de auto van [medeverdachte] lagen en dat ze wel een vermoeden had, maar dat zij dit vermoeden niet verder wil toelichten. [26]
De verdachte heeft ter terechtzitting van 23 maart 2022 verklaard dat zij de Renault Clio regelmatig schoonmaakte en dat zij heeft gezien dat hierin verschillende goederen lagen zoals navigatiesystemen, een gereedschapskist en pasjes met namen van andere mensen. Wanneer zij medeverdachte [medeverdachte] vroeg naar de spullen in de auto, zei hij dat zij er niet aan mocht komen en zich er niet mee moest bemoeien.
Verder heeft de verdachte met betrekking tot de pasjes van [slachtoffer 3] verklaard dat zij samen met medeverdachte [medeverdachte] op de parkeerplaats van vakantiepark [naam 3] in Baarlo is geweest. Zij heeft daar gezien dat er pasjes uit een auto werden weggenomen. Daarna zijn zij naar het tankstation in Helenaveen gereden om te slapen in de Mercedes Sprinter en heeft zij deze pasjes in handen gehad en gezien dat het dierentuinpasjes waren van kinderen. Zo zijn de pasjes in de Mercedes Sprinter gekomen.
De verdachte heeft bovendien verklaard dat zij meerdere keren met medeverdachte [medeverdachte] naar vakantieparken is gereden, om te controleren of hij daadwerkelijk iets ging stelen (zoals hij zei) of dat hij vreemdging met een andere vrouw (zoals zij dacht).
Voorts heeft zij met betrekking tot de sieraden in de handtas verklaard dat zij deze heeft aangetroffen in de Renault Clio en heeft besloten om deze te verkopen om geld voor drugs te krijgen. Daartoe heeft ze deze sieraden in haar tas gestopt. Zij wist dat deze sieraden van anderen waren en vermoedde wel dat ze niet op een eerlijke manier in de auto terecht waren gekomen.
Bewijsoverweging
Op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte diverse goederen voorhanden heeft gehad, die afkomstig blijken te zijn van diefstal. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de verdachte ten aanzien van deze goederen wist dan wel redelijkerwijs diende te vermoeden dat de goederen afkomstig waren van diefstal.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Feit 2 subsidiair in de zaak 03/210403-21: het navigatiesysteem van [slachtoffer 2]
De rechtbank stelt vast dat het navigatiesysteem van [slachtoffer 2] is gestolen uit haar auto op vakantiepark [naam 3] in Baarlo. De verdachte was op dat moment aanwezig op de parkeerplaats van dit vakantiepark en heeft gezien dat daar iets uit een auto werd gestolen. Het betreffende navigatiesysteem is vervolgens aangetroffen in de Renault Clio van de verdachte, waarvan de verdachte heeft verklaard dat deze auto schoonmaakte en daarbij ook verschillende navigatiesystemen heeft gezien. Zij wist bovendien dat medeverdachte [medeverdachte] goederen uit auto’s wegnam om geld te verdienen, maar heeft niet doorgevraagd naar de herkomst van dergelijke goederen. De rechtbank acht op basis hiervan wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van opzetheling.
Feit 3 subsidiair in de zaak 03/210403-21: de pasjes van [slachtoffer 3]
De rechtbank stelt vast dat deze pasjes zijn gestolen uit de auto van [slachtoffer 3] op vakantiepark [naam 3] in Baarlo. Deze pasjes zijn vervolgens aangetroffen in de gestolen Mercedes Sprinter waarin de verdachte op 5 augustus 2021 is aangetroffen. Bovendien heeft de verdachte niet alleen verklaard dat zij samen met medeverdachte [medeverdachte] naar het betreffende vakantiepark is gegaan en heeft gezien dat deze pasjes uit een auto werden weggenomen, maar heeft zij daarna de pasje ook zelf in handen gehad, waarbij zij heeft gezien dat deze van kinderen waren. De rechtbank acht op basis hiervan wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van opzetheling.
Feit 1 in de zaak 03.323781-21: de sieraden van [slachtoffer 11]
De rechtbank stelt vast dat de bij [slachtoffer 11] gestolen sieraden zijn aangetroffen in de handtas van de verdachte, die in de gestolen Mercedes Sprinter lag. De verdachte heeft over deze sieraden verklaard dat zij deze heeft aangetroffen in de auto, en dat zij die zij wilde verkopen om geld te verdienen. Voorts leidt de rechtbank uit de aangifte af dat bij deze sieraden enkele armbanden zaten met daarin namen en datums gegraveerd, zodat zij – in combinatie met de wetenschap dat medeverdachte [medeverdachte] zich schuldig maakte aan diefstallen – in ieder geval de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat ook deze sieraden van diefstal afkomstig waren, zodat naar oordeel van de rechtbank sprake is van opzetheling.
Feit 2 subsidiair in de zaak 03/323781-21: pasjes en kentekenbewijzen van [slachtoffer 6]
De rechtbank stelt vast dat de uit de auto van [slachtoffer 6] gestolen pasjes en het kentekenbewijs op naam van [slachtoffer 7] alsmede zijn Rabo Gold card zijn aangetroffen in de Renault Scenic, die op 24 juli 2021 is aangetroffen op vakantiepark [naam 5] . Verdachte heeft erkend dat zij één van de drie personen is geweest die daar van de auto zijn weggerend. Voorts heeft zij met betrekking tot de pasjes verklaard dat deze in de auto van [medeverdachte] lagen, waaruit de rechtbank afleidt dat ze deze dan ook heeft gezien. Gelet op het feit dat op het kentekenbewijs en de pasjes de naam van een ander dan [medeverdachte] staan en de wetenschap van de verdachte dat hij zich bezig hield met diefstallen, maakt dat ook in dit geval sprake is van opzetheling.
Feit 3 subsidiair en feit 5 subsidiair in de zaak 03/323781-21: bankpas van [slachtoffer 8] , marifoon van [slachtoffer 9] en rijbewijzen van [slachtoffer 10]
De bankpas van [slachtoffer 8] is blijkens de aangifte uit zijn auto gestolen in de avond of nacht van 23 op 24 juli 2021 op vakantiepark [naam 4] in Roggel. De marifoon van [slachtoffer 9] en de rijbewijzen op naam van [slachtoffer 10] en zijn echtgenote zijn in datzelfde tijdvak weggenomen uit hun auto’s op vakantiepark [naam 5] . Op dit park wordt op 24 juli 2021 om 06.00 uur de Renault Scenic gesignaleerd met daarin de betreffende goederen en drie personen, die zijn weggerend van de auto. De verdachte heeft verklaard dat zij dit was samen met medeverdachte [medeverdachte] en ‘ [naam 2] ’, alsmede dat zij op dat moment wel het vermoeden had dat [medeverdachte] en [naam 2] iets strafbaars hadden gedaan. Dit in combinatie met het gegeven dat de bankpas en de rijbewijzen op andermans naam stonden en de wetenschap van de verdachte dat [medeverdachte] goederen wegnam uit auto’s op vakantieparken, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat sprake is van opzetheling van deze goederen.
Feit 4 subsidiair in de zaak 03/232781-21: het navigatiesysteem van [slachtoffer 12]
In de Renault Scenic is eveneens het navigatiesysteem van [slachtoffer 12] aangetroffen, dat op 1 juli 2021 gestolen is uit zijn auto op camping [naam 1] . Anders dan bij de andere goederen in de Renault Scenic, zat er een relatief groot tijdsbestek van ruim drie weken tussen de diefstal en het voorhanden hebben door de verdachte van dit navigatiesysteem, waardoor naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet gesproken kan worden van opzetheling. Wel had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het navigatiesysteem van diefstal afkomstig was, gelet op haar wetenschap dat medeverdachte [medeverdachte] zich schuldig maakte aan diefstallen uit auto’s en de omstandigheid dat dit navigatiesysteem zich bevond tussen goederen waarvan zij wist dat ze gestolen waren
Aanwezig hebben amfetamine
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd, volstaat de rechtbank op grond van artikel 359 lid 3 Sv met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2022;
  • de kennisgevingen van inbeslagneming;
- de deskundigenrapporten van NFiDENT. [28]
Vrijspraak van feit 4 in de zaak 03/210403-21: de gereedschapskist van [slachtoffer 13]
De rechtbank stelt vast dat de gereedschapskist van [slachtoffer 13] is weggenomen uit zijn auto en ook is aangetroffen in de Renault Clio te Helenaveen. De verdachte heeft verklaard dat zij de gereedschapskist ook in die auto heeft gezien. De rechtbank kan niet vaststellen dat zij wist dat deze gereedschapskist gestolen was. Gelet op de wetenschap van de verdachte dat medeverdachte [medeverdachte] goederen uit auto’s stal om geld te verdienen en er in de betreffende auto meerdere goederen lagen die afkomstig waren van diefstal, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte in ieder geval redelijkerwijs had moeten vermoeden dat ook de gereedschapskist van diefstal afkomstig was, zodat sprake is van schuldheling. Nu echter op basis van de bewijsmiddelen niet vastgesteld kan worden dat deze heling in Arcen heeft plaatsgevonden, zal de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen een autobus (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 8] ) , voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
;
feit 2 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen een navigatiesysteem voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3 subsidiair in de zaak 03/210403-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen diverse pasjes voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 1 in de zaak 03/323781-21
op 5 augustus 2021 te Helenaveen sieraden voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goeden wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 2 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een Rabobank Gold Card en een Kentekenbewijs ( [kenteken 3] ), en meerdere pasjes (t.n.v. [slachtoffer 7] [bedrijf 1] )voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 3 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel, een ABN Amro bankpas t.n.v. [slachtoffer 8] voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 4 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een (MIO) navigatiesysteem voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 5 subsidiair in de zaak 03/323781-21
op 24 juli 2021 te Heel een Marifoon (Raymarine) en een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] . en een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] voorhanden heeft gehad terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 6 in de zaak 03/323781-21
op 5 augustus 2021 in de gemeente Deurne opzettelijk aanwezig heeft gehad 7,94 gram amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
De feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair in de zaak 03/210403-21 alsmede de feiten 1, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 5 subsidiair in de zaak 03/323781-21:
opzetheling
Feit 4 subsidiair in de zaak 03/323781-21:
schuldheling
Feit 6 in de zaak 03/323781-21:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geformuleerd. Zij heeft bij deze vordering overwogen dat de verdachte weliswaar geen diefstallen heeft gepleegd, maar als heler wel onderdeel is van het probleem. De verdachte heeft van andermans diefstallen geprofiteerd om haar verslaving te bekostigen en vond de manier waarop de goederen werden gestolen wel best.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan de verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd die gelijk is aan de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Hiertoe is aangevoerd dat het van belang is dat de verdachte zo spoedig mogelijk kan starten met haar behandeling en dat zij waarschijnlijk op korte termijn terecht kan bij Exodus voor een passend begeleidingstraject, dat zou worden doorkruist als zij nog langer gedetineerd zou blijven.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van amfetamine alsmede de heling van een groot aantal goederen, waarvan zij in de meeste gevallen wist dat deze door haar vriend waren gestolen uit auto’s op vakantieparken om te voorzien in hun amfetamineverslaving. Heling is een ernstig misdrijf, omdat het -kort gezegd- de dieven aan het stelen houdt.
Verdachte was een gewaarschuwd mens. Uit haar strafblad volgt namelijk dat zij eerder is veroordeeld wegens vermogensdelicten tot (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen. Zij was begin 2021 in vrijheid gesteld en heeft vervolgens in de zomer van dat jaar weer diverse goederen geheeld die in de maanden na haar detentie deels in haar aanwezigheid waren gestolen.
De aard en hoeveelheid van de door verdachte gepleegde feiten in combinatie met haar strafblad rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Uit het rapport van de reclassering van 10 maart 2022 volgt dat er zorgen zijn rondom het emotionele welzijn van de verdachte, haar verslaving aan amfetamine, haar relatie met medeverdachte [medeverdachte] waarin aanwijzingen voor huiselijk geweld zijn en het feit dat de verdachte geen woonruimte meer heeft. Hoewel de verdachte op dit moment geen middelen gebruikt, wordt ingeschat dat hulpverlening noodzakelijk is om een terugval in gebruik te voorkomen op het moment dat zij weer in vrijheid komt. Ze verklaart zelf dat ze al tien jaar verslaafd is aan amfetamine en dat het haar niet lukt om te stoppen, behalve in de periodes dat ze in detentie verblijft. De verdachte wekt de indruk gemotiveerd te zijn voor hulpverlening. Gezien de aanwezige problematiek en het daardoor verhoogde recidiverisico vindt de reclassering het - ondanks de mogelijke problemen door de taalbarrière - van belang om te trachten een hulpverleningstraject op te starten, omdat de verdachte over onvoldoende copingsvaardigheden lijkt te beschikken om zelfstandig haar leven op te starten na detentie en de toegang tot vrijwillige hulpverlening te bereiken. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en een drugsverbod.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de verdediging bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank ziet wel het belang van de verdachte bij een zo spoedig mogelijke behandeling. Echter, wanneer de rechtbank dit belang afzet tegen de hoeveelheid overlastgevende feiten die verdachte heeft gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
Alles afwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt hierop in mindering gebracht. De rechtbank legt een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op, als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Nu de rechtbank het van belang acht dat verdachte passende hulpverlening krijgt, verbindt zij aan het voorwaardelijke deel de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding:
In de zaak 03/210403-21:
  • [slachtoffer 1] , namens [bedrijf 2] : 39.926,85 euro (feit 1);
  • [slachtoffer 13] : 5.799,33 euro (feit 4);
In de zaak 03/3234781-21:
- [slachtoffer 12] : 3.338,89 euro (feit 4);
Alle benadeelde partijen verzoeken de rechtbank de gevorderde schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente en over te gaan tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
Zowel de officier van justitie en de verdediging hebben zich ten aanzien van alle benadeelde partijen op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vorderingen, omdat de gevorderde schade is veroorzaakt door de diefstal van de goederen en dus in een te ver verwijderd verband staat tot de heling die de verdachte heeft gepleegd.
Subsidiair heeft de raadsvrouw tevens aangevoerd dat:
  • de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende onderbouwd is en een nader onderzoek een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert;
  • met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 13] slechts de post met betrekking tot de gereedschapskist kan worden toegewezen, aangezien niet eens vast staat dat de verdachte aanwezig is geweest bij het tanken met de gestolen tankpas;
  • de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] tot vergoeding van de kosten voor het vervangen van de autosleutel dient te worden afgewezen, nu deze niet daadwerkelijk zijn gemaakt en de reiskosten dienen te worden toegewezen tot 11,40 euro en te worden afgewezen voor het overige.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [slachtoffer 1]
De rechtbank constateert dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] de vordering namens [bedrijf 2] heeft ingediend. Bij het voegingformulier ontbreekt echter essentiële informatie ten behoeve van de ontvankelijkheid van de vordering. Zo ontbreekt zowel een machtiging waaruit blijkt dat [slachtoffer 1] bevoegd is namens [bedrijf 2] een voeging in te dienen, als een volledig uittreksel van de Kamer van Koophandel dat uitkomt bij [slachtoffer 1] als natuurlijk persoon. Nu niet vaststaat dat [slachtoffer 1] bevoegd is namens [bedrijf 2] op te treden, voldoet de vordering niet aan de vereisten die de wet stelt om in het strafproces te worden meegenomen.
Voorts levert de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding op, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden.
De rechtbank verklaart derhalve de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering van [slachtoffer 13]
Verdachte is vrijgesproken van dit feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
De vordering van [slachtoffer 12]
De rechtbank overweegt dat gevorderde schade een rechtstreeks gevolg is van de diefstal uit de voortent van de benadeelde partij. De verdachte wordt niet veroordeeld voor deze diefstal, maar alleen voor de heling van een navigatiesysteem uit de auto van de benadeelde partij. Nu deze schade niet voor de benadeelde partij wordt gevorderd, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

8.Het beslag

De rechtbank zal de in de zaak 03/323781-21 in beslag genomen amfetamine onttrekken aan het verkeer, nu met betrekking tot dit voorwerp het feit is begaan, terwijl het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging

De verdachte is bij vonnis van de politierechter van deze rechtbank d.d. 4 juli 2017 met parketnummer 03/055860-17 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte tegen deze beslissing hoger beroep heeft ingesteld, maar dat zij tijdens deze procedure in 2018 het contact met haar advocaat heeft verloren waardoor zij niet op de hoogte was van het feit dat de proeftijd van deze veroordeling nog liep ten tijde van het tenlastegelegde.
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen, nu op basis van het dossier en de door de officier van justitie overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de datum waarop de proeftijd van deze voorwaardelijk opgelegde straf is ingegaan. Zo ontbreken de aktes van betekening van de dagvaarding in hoger beroep en/of cassatie, van de onherroepelijke uitspraak en/of van de mededeling voorwaardelijke veroordeling.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 416, 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

11.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de in de
zaak 03/210403-21 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten alsmede de in de zaak 03/323781-21 onder 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primairten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van
  • stelt daarnaast de volgende
veroordeelde meldt zich binnen 5 dagen na invrijheidstelling bij SVG Reclassering op het telefoonnummer: 0475-319747. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
veroordeelde laat zich behandelen voor Vincent van Gogh Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen en huisregels die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij terugval in gebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling te bepalen door de instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal 7 weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod door middel van urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
heft opde voorlopige hechtenis op het moment dat deze gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk strafdeel.
Benadeelde partijen
  • bepaalt dat de vorderingen van de benadeelde partijen
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, begroot tot heden op nihil;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer het volgende in beslag genomen voorwerp:
2,5 gram amfetamine (G1436349);
Vordering tot tenuitvoerlegging 03/023860-16
- wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. L. Feuth en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 6 april 2022.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na vordering nadere omschrijving en wijziging tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
Parketnummer 03/210403-21:
1
zij op of omstreeks 29 juli 2021 te Kudelstaart, in elk geval in de gemeente Aalsmeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een autobus (Mercedes Sprinter, [kenteken 8] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] (aangifte p.106 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen autobus onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of met een valse sleutel, door de auto te openen en/of te starten middels een gestolen autosleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Helenaveen, in elk geval in de gemeente Deurne, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een autobus (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 8] ) (aangifte p.106 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), dan wel redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
;
2
zij in of omstreeks de periode van 30 juli 2021 tot en met 5 augustus 2021 te Baarlo, in elk geval in de gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een personenauto een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] (aangifte p. 116 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen navigatiesysteem onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Helenaveen, in elk geval in de gemeente Deurne, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een navigatiesysteem (aangifte p. 116 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), dan wel redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
zij in of omstreeks de periode 2 augustus 2021 tot en met 5 augustus 2021 te Baarlo, in elk geval in de gemeente Peel en Maas tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een personenauto diverse pasjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] (aangifte p. 112 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen pasjes onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Helenaveen, in elk geval in de gemeente Deurne, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse pasjes (aangifte p. 112 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4
zij in of omstreeks de periode van 9 juli 2021 tot en met 10 juli 2021 te Arcen, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een personenauto een gereedschapskist en/of een tankpas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 119 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschapskist en/of tankpas onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Arcen, gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gereedschapskist (aangifte p. 119 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 03/323781-21:
1
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Helenaveen, gemeente Deurne, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer siera(a)d(en) (aangifte pagina 359 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
zij in of omstreeks de periode 16 juli 2021 tot en met 21 juli 2021 te Arcen, gemeente Venlo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, onder andere een CZ klantenpas en/of een Rabobank Gold Card en/of een Kentekenbewijs ( [kenteken 3] ), en/of een of meerdere pasjes (t.n.v. [slachtoffer 7] [bedrijf 1] ), althans een of meerdere pas(jes), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] (aangifte p.309 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 16 juli 2021 tot en met 24 juli 2021 te Heel, gemeente Maasgouw en/of te Venray, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, onder andere een CZ klantenpas en/of een Rabobank Gold Card en/of een Kentekenbewijs ( [kenteken 3] ), en/of een of meerdere pasjes (t.n.v. [slachtoffer 7] [bedrijf 1] , althans een of meerdere pas(jes) (aangifte p. 309 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
zij in op of omstreeks de periode van 23 juli 2021 tot en met 24 juli 2021 te Roggel, gemeente Leudal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere bankpas(sen) (t.n.v. [slachtoffer 8] ) en/of een kentekenbewijs ( [kenteken 9] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] (aangifte p. 343 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij op of omstreeks 24 juli 2021 te Heel, gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ABN Amro bankpas t.n.v. [slachtoffer 8] (aangifte p. 343 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4
zij op of omstreeks 1 juli 2021 te Bergen(L), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten (in een tent) op/aan plaats g30, camping [naam 1] ( [adres 3] ) in Afferden Limburg, alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), onder andere een navigatiesysteem en/of een (auto)sleutel en/of een portemonnee (incl. pasjes en 60 euro) en/of een of meerdere fietscomputer(s) en/of een (elektrische) fiets (merk: Sparta, Type:Mlltismart H 53) en/of (huis)sleutel(s) en/of een of meerdere fietstas(sen), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan aan [slachtoffer 12] (aangifte p. 312, 315 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij op of omstreeks 24 juli 2021 te Heel, gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (MIO) navigatiesysteem (aangifte p. 312, 315 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5
hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2021 tot en met 24 juli 2021 te Heel, gemeente Maasgouw tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een (zwarte bril) en/of een Marifoon (Raymarine - Ray 101 VHF) en/of een navigatiesysteem en/of een onderhoudsboekje (Skoda Oktavia) en/of
- een Baco sleutel en/of een steek/ringsleutel en/of een rode spanband en/of een rijbewijs (t.n.v. [slachtoffer 10] .) en/of een rijbewijs (t.n.v. [slachtoffer 10] ) en/of een kentekenbewijs ( [kenteken 10] , t.n.v. [slachtoffer 10] ) en/of een ANWB pas (t.n.v. [slachtoffer 10] ) althans enig(e) pasje(s) (t.n.v. [slachtoffer 10] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 322 einddossier) en/of [slachtoffer 10] (aangifte p. 329 einddossier), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutel, door zich de toegang tot deze personenauto('s) te verschaffen middels een zogenaamde lockpick;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij op of omstreeks 24 juli 2021 te Heel, gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, - een Marifoon (Raymarine) (aangifte p. 322 einddossier) en/of - een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] . en/of een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 10] (aangifte p. 329 einddossier), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
zij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Deurne opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7,94 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Amfetamine, zijnde Amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Basisteam Horst en Peel & Maas, Afdeling VVC proces-verbaalnummer 20211122339 gesloten d.d. 3 november 2021 doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 629.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 7 augustus 2021, pagina 159.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2021, pagina 44-45.
4.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 29 juli 2021, pagina 106-108 .
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2021, pagina 44-45.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2021, pagina 47-48.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2022, pagina 55.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2021, pagina 57-58.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2021, pagina 79-80.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2021, pagina 289-290.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 oktober 2021, pagina 304-305.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2021, pagina 289-290.
13.Samenvattend proces-verbaal van 3 november 2021, pagina 9 en proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 9] d.d. 26 juli 2021 met bijlagen, pagina 322-327.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 oktober 2021, pagina 298-299.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2021, pagina 300-301,met bijbehorende foto, pagina 304.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 oktober 2021, pagina 354.
17.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] d.d. 30 juli 2021, pagina 116-118.
18.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] d.d. 9 augustus 2021, pagina 112-115.
19.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 13] d.d. 21 juli 2021, pagina 119-122 .
20.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 11] d.d. 11 augustus 2021 met bijbehorende goederenbijlage, pagina 359-365.
21.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 8] d.d. 24 juli 2021, pagina 343-345.
22.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 12] d.d. 1 juli 2021, pagina 315-317.
23.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 9] d.d. 26 juli 2021 met bijbehorende goederenbijlage, pagina 322-324.
24.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] d.d. 24 juli 2021 met bijbehorende goederenbijlage, pagina 329-322.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 10 augustus 2021, pagina 161,
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 oktober 2021, pagina 355.
27.2 kennisgevingen van inbeslagneming d.d. 5 augustus 2022, pagina 568 en 570.
28.2 deskundigenrapporten van NFiDENT, nr. 2021.09.01.136 en d.d. 2021.09.01.1365. d.d. 1 september 2021 door ing. N. van Doorn, die verklaart deze rapporten naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld als NFI-deskundige forensische drugsanalyse, pagina 579-580.