Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
regio Limburg,
1.Het (verdere) procesverloop
- de moeder, bijgestaan door mr. B.H.M. Nijsten;
- een vertegenwoordigster van de raad;
- een vertegenwoordigster van de GI.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 februari 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die met ernstige verwondingen in het ziekenhuis is opgenomen. De ouders van [minderjarige] waren volledig verantwoordelijk voor de zorg, maar konden geen verklaring geven voor de verwondingen, die door een forensisch arts als veroorzaakt door kracht van buitenaf zijn vastgesteld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de kinderrechter verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat er geen nieuwe onderzoeksgegevens beschikbaar waren en de veiligheid van [minderjarige] in het geding was. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de Raad aanwezig waren. De vader was niet verschenen, omdat hij niet als belanghebbende was opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet bereikbaar waren voor hulpverlening en dat er een reëel risico bestond dat zij [minderjarige] uit het ziekenhuis zouden meenemen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 3 april 2022, in afwachting van nadere informatie van de politie en/of het Openbaar Ministerie. De kinderrechter heeft benadrukt dat de hechting van [minderjarige] aan zijn ouders niet verder onderbroken mag worden dan strikt noodzakelijk, en dat de ouders vaker en langer contact met [minderjarige] moeten hebben om vervreemding te voorkomen.