ECLI:NL:RBLIM:2022:2145

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
21 maart 2022
Zaaknummer
C/03/288069 / HA ZA 21-64
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over verkrijgende verjaring en eigendomsrechten met betrekking tot een strook grond en een berging

In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, betreft het een burengeschil tussen twee broers over een strook grond van circa 2,5 m² en een berging. Eiser, eigenaar van een woonhuis met aanhorigheden, stelt dat gedaagde, zijn broer, inbreuk maakt op zijn eigendomsrecht en het recht van erfdienstbaarheid van opvaart. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde geen ondubbelzinnig bezit heeft van de strook grond en dat eiser eigenaar is van de berging, die grotendeels op zijn perceel is gebouwd. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet kan aantonen dat hij de strook grond door verjaring heeft verkregen, omdat hij deze slechts als tuin heeft gebruikt met toestemming van eiser. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser toe, waaronder de ontruiming van de berging en de verwijdering van zaken van gedaagde op het perceel van eiser. Gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van proceskosten en buitengerechtelijke kosten. De vorderingen in reconventie van gedaagde worden afgewezen, omdat hij niet kan aantonen dat eiser inbreuk heeft gemaakt op zijn eigendomsrechten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/288069 / HA ZA 21-64
Vonnis van 16 maart 2022
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in (voorwaardelijk) reconventie,
advocaat mr. N.P.H. Vissers te Roermond (ARAG),
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. R.G.P. Voragen te Heerlen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 januari 2021 met zeven producties
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie
  • het tussenvonnis van 9 juni 2021
  • een e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] van 20 juli 2021 met twee producties
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte in geding brengen drie producties
  • de akte met nadere stukken van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] van 1 september 2021
  • de e-mail van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] van 18 oktober 2021 met informatie ten behoeve van de descente en mondelinge behandeling
  • de e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] van 20 oktober 2021 met één productie
  • het proces-verbaal van descente en mondelinge behandeling van 21 oktober 2021
  • de e-mail van 23 november 2021 van mr. Voragen waarbij hij vonnis vraagt
  • het B16 formulier, waarbij [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] vonnis vraagt.
1.2.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn broers en buren van elkaar.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] is sinds 6 december 1988 eigenaar van het woonhuis met aanhorigheden te [woonplaats] aan de [adres 1] , perceel gemeente [kadasternummer 1] (hierna: [kadasternummer 1] ). [kadasternummer 1] betreft - kort gezegd - een deel van het vervallen [kadasternummer 3] , waaruit twee nieuwe percelen zijn ontstaan.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] kreeg het woonhuis met aanhorigheden aan de [adres 2] , perceel gemeente [kadasternummer 2] (hierna: [kadasternummer 2] ) geleverd op 6 juni 1990. [kadasternummer 2] is eveneens afkomstig van het vervallen [kadasternummer 3] . Het huis van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] is in 1950 gebouwd en staat niet op de oude kadastrale kaart van [kadasternummer 3] van 1930, productie 10 van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] .
2.4.
Zowel in de akte van levering van [kadasternummer 1] als in de akte van levering van [kadasternummer 2] is de volgende erfdienstbaarheid vermeld:

Ten laste van het bij deze verkochte en ten behoeve van het aan verkoper verblijvende gedeelte van het [kadasternummer 3] wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van opvaart over een strook grond, breed twee en een halve meter langs de Noordelijke zijgevel van het op gemeld perceel staande huis, met het recht voor de eigenaar van het lijdende erf die opvaart op een hoogte van minstens twee meter zestig centimeter vanaf de begane grond, en met het recht van medegebruik van die opvaart.
(leveringsakte 5 december 1988, pagina 3, randnummer 8, productie 3 bij dagvaarding, respectievelijk leveringsakte 6 juni 1990, pagina 2 en 3, randnummer 8, productie 2 bij e-mail 20 juli 2021).
2.5.
Omstreeks 2006 heeft projectontwikkelaar Suyderland Vastgoed B.V. (hierna: Suyderland) op het [kadasternummer 4] een appartementencomplex gerealiseerd dat aan de oostkant grenst aan onder meer de percelen van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] . Als gevolg van deze werkzaamheden moest een nieuwe tuinmuur tussen de [kadasternummer 4] en [kadasternummer 2] worden gebouwd. Als compensatie voor de vertraging opgelopen bij de bouw van die tuinmuur heeft Suyderland aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] aangeboden een nieuwe berging (hierna: de Berging) te realiseren. De bouw daarvan is gestart op 2 mei 2006. Deze nieuwe Berging is grotendeels gebouwd op [kadasternummer 1] (van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] ), voor een klein gedeelte op [kadasternummer 2] (van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] ) en eveneens voor een klein gedeelte op [kadasternummer 5] van Suyderland. De rechtbank leidt dit af uit het verstekvonnis van deze rechtbank van 11 maart 2006 gewezen tussen [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] en Suyderland, waarin Suyderland wordt veroordeeld “
om aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om niet over te dragen een strook grond ter plaatse van de nieuw te realiseren berging, zodanig dat de achterwand van de berging een rechte muur wordt” en “
om over te gaan tot (…) het realiseren van een scheidsmuur, en dit tot een hoogte van (minimaal) 2 m boven maaiveld, alsmede de berging, dit alles zoals aangegeven op de tekening(…)”.
2.6.
De op voormeld verstekvonnis betrekking hebbende leveringsakte van 12 februari 2007 is door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] overgelegd bij gelegenheid van de mondelinge behandeling en als bijlage 1 aan het proces-verbaal gehecht. Het aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] overgedragen gedeelte van [kadasternummer 5] heeft een oppervlakte van 4 m², heeft een nieuw kadastraal perceelnummer gekregen ( [kadasternummer 6] ) en grenst met de noord- en oostkant aan [kadasternummer 1] en deels aan het parkeerterrein en het perceel waarop het appartementencomplex aan de [adres 3] is gerealiseerd. De koopprijs bedroeg €1,00. Perceel [kadasternummer 6] is volledig bebouwd met een gedeelte van de Berging.
2.7.
De heer [naam landmeter] , Landmeter Specialist Grensconstructie, heeft op verzoek van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , buiten aanwezigheid van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , op 14 februari 2019 de percelen [kadasternummer 2] , [kadasternummer 1] en [kadasternummer 6] bezocht. Hij heeft ter plaatse een onderzoek gedaan naar de kadastrale grenzen. De meetgegevens en zijn waarnemingen zijn te lezen in zijn relaas van bevindingen en op de bijbehorende tekening van het veldwerk van die datum (productie 2 dagvaarding). De landmeter heeft de Berging op de tekening van het veldwerk aangeduid met “
schr (metselwerk)”.
2.8.
De rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft, naar aanleiding van voormelde grensreconstructie, bij brief van 18 april 2019 aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] namens [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] onder meer kenbaar gemaakt dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] het gebruik van de grond en de Berging van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] dient te staken en de daar geplaatste zaken dient te verwijderen.
2.9.
Mevrouw Meijer, jurist werkzaam bij Achmea Rechtsbijstand, heeft op 19 april 2019 namens [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] een brief aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] gestuurd (productie 4 dagvaarding). In die brief is onder andere te lezen dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] opdracht heeft gegeven tot de bouw van de Berging en dat de Berging (daardoor) zijn eigendom is. De strook tuin met een lengte van 10 m en een breedte van 40 cm wordt al vanaf ongeveer 1994 door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] gebruikt en onderhouden alsof het zijn eigendom is en de vermeende vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] zijn verjaard.
2.10.
Mr. Vousten, jurist werkzaam bij ARAG, heeft namens [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] op voormelde brief gereageerd bij schrijven van 8 augustus 2019 (eveneens productie 4 dagvaarding). Hij schrijft onder andere dat de Berging voor het grootste deel op de grond van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] staat en daarom eigendom is van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] sommeert [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om binnen veertien dagen na ontvangst van de brief van 8 augustus 2019 het gebruik van de berging te staken en zaken van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] die op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] staan te verwijderen.
2.11.
De rechtsbijstandverlener van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft bij brief van 17 oktober 2019 aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] meegedeeld dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] (het gebruik van) de Berging niet zal teruggeven (productie 4 bij dagvaarding).
2.12.
Bij brief van 13 november 2019 heeft [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] zijn rechten voorbehouden en voor het geval dat partijen hun geschillen niet minnelijk regelen [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] rechtsmaatregelen aangezegd. De rechtsbijstandverlener van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft op die brief gereageerd bij brief van 27 juli 2020 (eveneens productie 4 dagvaarding). Partijen hebben geen overeenstemming bereikt.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] stelt - kort gezegd en voor zover van belang - dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] een inbreuk maakt op zijn eigendomsrecht en recht van erfdienstbaarheid van opvaart. Hij heeft ter onderbouwing hiervan het volgende aangevoerd.
3.1.1.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft in de periode 2009 - 2010 een tuin laten aanleggen en is daarbij over de erfgrens met [kadasternummer 1] heen gegaan, zie foto productie 5 bij dagvaarding.
3.1.2.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] maakt, door zonder toestemming van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] zaken op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] te plaatsen, een inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] .
3.1.3.
De Berging is grotendeels gelegen op [kadasternummer 1] en eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . De Berging is geplaatst ter vervanging van een oud schuurtje waarvan hij eigenaar was. Ook al is de Berging voor een klein deel overgebouwd op de percelen [kadasternummer 6] en [kadasternummer 2] , de volledige Berging is door natrekking eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] (geworden).
3.1.4.
Het recht van erfdienstbaarheid (rov. 2.4) is bedoeld om vanaf de straatzijde aan de [naam straat] , via de onderdoorgang op [kadasternummer 2] , [kadasternummer 1] met de auto te kunnen bereiken. Doordat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] de onderdoorgang heeft vol gezet met zaken, waaronder zijn auto en een brommer / motor, is vanaf de straatzijde aan de [naam straat] geen ongehinderde doorgang meer mogelijk naar het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] maakt daardoor een inbreuk op het recht van erfdienstbaarheid van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] moet zaken in de onderdoorgang verwijderen en verwijderd houden, zodat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] met zijn auto vanaf de straatzijde aan de [naam straat] , via deze doorgang, naar de achterzijde van zijn eigen perceel naast de woning kan rijden.
3.1.5.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] maakt ook inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] door via de poort van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] gelegen aan de achterzijde van [kadasternummer 1] , het [kadasternummer 2] te betreden. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] weigert desgevraagd de sleutels van die poort terug te geven.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] vordert gelet op het bovenstaande - samengevat - bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis al hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft aangebracht op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] hiermee in gebreke blijft;
2. veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de berging van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] (op de bij productie 2 gevoegde kaart aangeduid als “schr (metselwerk)”) geheel te ontruimen, onder afgifte van de sleutel of sleutels van de berging aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , op straffe van dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] hiermee in gebreke blijft;
3. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] te verbieden om zaken te plaatsen in de onderdoorgang, zoals aangegeven op de bij productie 2 gevoegde kaart, die een doorgang van twee en een halve meter verhinderen, althans [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] te verbieden het recht van opvaart dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] te verhinderen, op straffe van dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] hiermee in gebreke blijft;
4. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] te verbieden zich toegang te verschaffen tot zijn perceel via de achterzijde van het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , alsmede veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot verwijdering van al hetgeen hij op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft geplaatst, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, alsmede [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de sleutel of sleutels van de poort van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] af te geven, telkens op straffe van dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] hiermee in gebreke blijft;
5. veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 904,-;
6. veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot betaling van de proces- en nakosten.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] betwist de door [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] gestelde inbreuken en voert ook overigens verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] vordert - samengevat -, voor het geval dat de vorderingen in conventie worden toegewezen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
  • primair: te bepalen dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] over dient te gaan tot amotie van de berging;
  • subsidiair: te bepalen dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] ten aanzien van de overbouw van de garage [
  • een en ander met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] tot betaling van de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.6.
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De situatie ter plaatse van de percelen is voldoende door [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] onderbouwd aan de hand van de kaart van het veldwerk in het relaas van bevindingen van 14 februari 2019 van landmeter specialist grensreconstructie [naam landmeter] (hierna: het relaas van bevindingen), productie 8 van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . Bij de descente is gebleken dat die kaart duidelijk is en dat de daarop vermelde aanknopings- en meetpunten van het veldwerk nog steeds (ongewijzigd) aanwezig zijn. Zoals bijvoorbeeld het gele krijtstreepje op de Berging, rechts naast de regenpijp, dat door de landmeter is gezet in 2019 (foto 1, proces-verbaal van descente). Een uitsnede van die kaart is onder rov 4.2 afgebeeld en wordt tot uitgangspunt genomen bij de verdere beoordeling van de zaak.
Namens [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] is weliswaar de vraag opgeworpen of deze gegevens wel kloppen maar er is niet concreet gesteld wat er dan (mogelijk) niet klopt. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij.
4.2.
De kaart van het veldwerk in het relaas van bevindingen van 14 februari 2019:
verder in conventie
Gedeelte van [kadasternummer 1] bij [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in gebruik als tuin
4.3.
[eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] omstreeks 2009 - 2010 ten onrechte een strook van [kadasternummer 1] bij zijn eigen tuin heeft getrokken en ingericht. Dit betreft een strook in het linker deel van het witte grind dat te zien is op de foto van productie 5 van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . Bij de descente is gebleken dat het gaat om een strook, gelegen tussen punt 40 en 39 getekend in de kaart van het relaas van bevindingen met een oppervlakte van (0,49 m x 5,18 m =) circa 2,50 m² (de maten zijn ontleend aan het relaas van bevindingen). [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft zich beroepen op eigendomsverkrijging van die strook door verjaring sinds 1994. [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] betwist dat verjaring aan de orde is en stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] met zijn toestemming zaken op [kadasternummer 1] heeft mogen stallen en dat hij die strook grond ook nog steeds kon betreden. Bij de descente heeft [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] kenbaar gemaakt een muur te willen plaatsen als erfafscheiding onder andere om de hond van de bewoner van het huis van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] buiten zijn perceel te houden.
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat voor rechtsverkrijging door verjaring op grond van artikel 3:105 BW bezit is vereist. Bepalend is dat degene die bezit claimt de feitelijke macht is gaan uitoefenen over de onroerende zaak zodanig dat het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet is gegaan. Ook moet de pretentie van bezit voor de oorspronkelijke bezitter duidelijk zijn. Het enkele gebruik van de strook grond door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] als tuin is daarvoor niet voldoende. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft niet concreet gesteld op welke feiten en omstandigheden hij baseert dat hij in 1994 bezitter is geworden van die strook grond gelet op het bepaalde in artikelen 5:112 en 5:113 BW. Er is door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] geen ondubbelzinnige erfafscheiding aangebracht en [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] kon die strook grond nog steeds betreden en desgewenst zelf gebruiken. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] bij de mondelinge behandeling gesteld dat hij alles in overleg met [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft gedaan. In die situatie is er geen sprake van bezit aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , maar houderschap, want hij mocht met toestemming van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] dit gedeelte van de tuin gebruiken. Als [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] geen bezitter is geworden kan er geen sprake zijn van verkrijgende verjaring.
Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] wordt verworpen en de vordering tot ontruiming door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] van deze strook van zijn tuin op [kadasternummer 1] ligt voor toewijzing gereed.
Andere zaken van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] op [kadasternummer 1] van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] ?
4.5.
Bij de descente is vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] roerende zaken op het [kadasternummer 1] van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft geplaatst. In de Berging op [kadasternummer 1] staan bijvoorbeeld spullen van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft ook niet bestreden dat op de als productie 7 bij dagvaarding overgelegde foto roerende zaken van hem te zien zijn op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] . Niet gesteld of anderszins gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] toestemming heeft gevraagd aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] om telkens op [kadasternummer 1] spullen te plaatsen. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] maakt dan ook inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] (ex artikel 5:1 BW) en de vordering onder 1 zal worden toegewezen, waarbij de ontruimingstermijn zal worden verlengd tot vier weken na betekening van dit vonnis. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als in het dictum wordt bepaald.
De Berging
4.6.
Volgens de meetgegevens in het relaas van bevindingen heeft de Berging een oppervlakte van circa 17 m². Bij de descente is vastgesteld dat de Berging grotendeels (voor circa 2/3e deel) is gebouwd op [kadasternummer 1] en is overgebouwd (in totaal voor circa 1/3e deel) op perceel [kadasternummer 6] (dat een oppervlakte heeft van 4 m² volgens productie 1 bij dagvaarding) en op perceel B 6554 tussen punt 14 en punt 15 (met een deel van de noordoostelijke muur van de Berging) op de tekening van het relaas van bevindingen (met een oppervlakte van 3,21 m x circa 0,5 m = circa 1,61 m²) .
4.7.
Partijen zijn het er over eens dat de nieuwe Berging is geplaatst ter vervanging van een oud, kleiner schuurtje op [kadasternummer 1] . Dit oude schuurtje lag volledig op [kadasternummer 1] en was dus eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , zie artikel 5:20 lid 1 BW. De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , inhoudende dat het oude schuurtje zijn eigendom was omdat alleen hij dat schuurtje in gebruik had, is door [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] betwist en vindt ook geen steun in het recht. Namens [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] is ook, onweer-sproken, gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] de Berging mocht gebruiken. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] was dus geen bezitter maar houder van de Berging en dan is geen rechtsverkrijging door verjaring mogelijk, zie rov. 4.4.
Voormelde overbouw doorbreekt de verticale natrekking en heeft als rechtsgevolg, door horizontale natrekking, dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] als eigenaar van het grootste deel van de berging tevens eigenaar is van de kleinere overbouwingen van de berging op de percelen [kadasternummer 6] en [kadasternummer 2] van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , zie artikel 5:20 lid 1 sub e BW. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de Berging bestaat uit één ruimte met één deur en één raam (bestaande uit twee delen). De vordering van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] onder 2 ligt dan ook voor toewijzing gereed, zij het dat de gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als in het dictum wordt bepaald.
Onderdoorgang
4.8.
Niet ter discussie staat dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] op grond van een recht van erfdienstbaarheid (rov. 2.4), ter plaatse van de op de kaart van het relaas van bevindingen vermelde onderdoorgang, het recht van opvaart heeft. Hij kan daar nu geen gebruik meer van maken wegens de door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in die onderdoorgang geplaatste zaken. Dat is te zien op de foto’s 3 en 4 bij het proces-verbaal descente en mondelinge behandeling van 21 oktober 2021. De vordering onder 3 (rov. 3.2) ligt dan ook in beginsel voor toewijzing gereed. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft echter aangevoerd dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] geen belang meer heeft bij de erfdienstbaarheid, evenwel zonder de opheffing daarvan te vorderen. [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] heeft bij de mondelinge behandeling (proces-verbaal van 21 oktober 2021, p. 3, laatste alinea) erkend dat de onderdoorgang voor hem niet noodzakelijk meer is.
Gelet hierop zal het gevorderde verbod onder 3 bij gebrek aan een voldoende belang worden afgewezen.
Toegang - zaken [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] - sleutels poort [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie]
4.9.
Het tweede deel van de vordering van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] onder 4, is gelijk aan zijn vordering 1 (verwijdering van spullen van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] van [kadasternummer 1] ) en is al toewijsbaar geoordeeld (rov. 4.4 en 4.5). De rechtbank leest de vordering onder 4 voor het overige op grond van de stukken, hetgeen bij de descente is vastgesteld en wat partijen bij de mondelinge behandeling hebben verklaard, aldus dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] wordt verboden zich via de poort van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] gelegen tussen de parkeerplaats aan De [adres 3] en perceel [kadasternummer 1] toegang tot [kadasternummer 2] te verschaffen. De vordering, aldus gelezen, is eveneens toewijsbaar op grond van het eigendomsrecht van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] van de poort. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft weliswaar het medegebruik van de erfdienstbaarheid van opvaart (zie rov. 2.4) maar dit betreft enkel de toegang vanaf de [naam straat] . De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als hierna in het dictum vermeld. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] desnoods zelf het slot van de poort kan laten vervangen en dan de kosten daarvan bij [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in rekening kan brengen.
Bik
4.10.
De gevorderde veroordeling in de buitengerechtelijke kosten is redelijk en zal worden toegewezen.
Proces- en nakosten
4.11.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten in conventie aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] worden begroot op:
- dagvaarding € 110,32
- griffierecht € 952,00
- salaris advocaat €
1.195,00(2,5 punten × tarief I € 478,00)
totaal € 2.257,32.
4.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is slechts toewijsbaar voor zover deze kosten kunnen worden begroot en zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
verder in reconventie
4.13.
De voorwaarde waaronder de vorderingen in reconventie zijn ingesteld zijn vervuld.
4.14.
Gelet op het onder 4.7 overwogene wordt de primaire vordering tot amotie van de berging afgewezen. De berging is immers volledig eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] .
4.15.
Betreffende de subsidiair gevorderde schadevergoeding overweegt de rechtbank het volgende. Bij de mondelinge behandeling van 21 oktober 2021 is, aan de hand van de verklaringen van partijen, duidelijk geworden wat is vermeld onder rov. 2.5 en 2.6.
Partijen zijn het er over eens dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] degene was die de aannemer instrueerde en [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] over de voortgang van de werkzaamheden informeerde. De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] op de mondelinge behandeling dat hij te goeder trouw handelde, wat daar verder ook van zij, maakt die feitelijke situatie niet anders. De rechtbank stelt vast dat de Berging, onder toeziend oog van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , in mei 2006 voor 2/3 deel op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] werd gebouwd en voor het overige gedeeltelijk op [kadasternummer 2] (met circa 1,60 m²) en op grond van een derde (met 4 m²).
Laatstgenoemde overbouw van de Berging is door Suyderland ‘gecorrigeerd’, in die zin dat er op 12 februari 2007 een perceel grond ( [kadasternummer 6] ) ter grootte van dat deel van die overbouw is geleverd aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , die als koopprijs voor dat perceel € 1,00 aan Suyderland heeft voldaan (zie rov. 2.7), hoewel [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] op dat moment door horizontale natrekking al eigenaar van de hele Berging (plus overbouw) was, zie rov. 4.7.
4.16.
Gelet op wat hiervoor is overwogen kan niet worden geoordeeld dat [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] verweten kan worden dat hij inbreuk heeft gemaakt op het eigendomsrecht van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] door voormelde overbouwingen. Bij de bouw van de Berging was hij immers helemaal niet betrokken en het was juist [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] zelf die hierover contact had met de aannemer en Suyderland. [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] is [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] dan ook geen schadevergoeding verschuldigd voor de overbouwing op [kadasternummer 2] . Evenmin kan worden geoordeeld dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] schade lijdt door de overbouwing op perceel [kadasternummer 6] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft dit perceel immers pas aangekocht nadat de Berging al gerealiseerd was en door horizontale natrekking eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] was geworden. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.17.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten in reconventie aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] worden begroot op € 281,50 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief II € 563,00) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om vier weken na betekening van dit vonnis al hetgeen hij heeft aangebracht op het perceel van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , zijnde zaken niet in eigendom van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , te verwijderen en verwijderd te houden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de hiervoor onder 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,- is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om vier weken na betekening van dit vonnis de Berging van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] , op de bij productie 8 van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] gevoegde kadastrale kaart aangeduid als “
schr (metselwerk)” geheel te ontruimen, onder afgifte van de sleutel of sleutels van de Berging aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] ,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de hiervoor onder 5.3 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,- is bereikt,
5.5.
verbiedt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] zich toegang te verschaffen tot [kadasternummer 2] via de toegangspoort gelegen tussen de parkeerplaats aan de [adres 3] en [kadasternummer 1] en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de sleutel of sleutels van de poort van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] (aan de achterzijde van [kadasternummer 1] ) aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] af te geven,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de hiervoor onder 5.5 uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 2.000,- is bereikt,
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] te betalen de buitengerechtelijke kosten ad
€ 904,00,
5.8.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] tot op heden begroot op € 2.257,32,
5.9.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.10.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.12.
wijst de vorderingen af,
5.13.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] tot op vandaag begroot op € 281,50,
5.14.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.15.
verklaart dit vonnis in reconventie met betrekking tot de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CM