Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
10 maart 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats 1] , eiseres,
[naam derde-partij], te [plaats 2] .
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend voor het wijzigen van het gebruik van een perceel ten behoeve van de vestiging van een Action. Eiseres, de eigenaar en verhuurder van het pand waar de Action eerder was gevestigd, heeft het beroep ingesteld nadat Action de huur had opgezegd, wat leidde tot leegstand van het pand. Eiseres heeft haar pand inmiddels verkocht en heeft niet aangetoond dat zij schade heeft geleden door de verlening van de omgevingsvergunning. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat zij haar pand op 16 december 2021 aan de gemeente Roerdalen heeft verkocht. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij schade heeft geleden door de bestuurlijke besluitvorming, wat vereist is om procesbelang te kunnen hebben. De rechtbank heeft de mondelinge uitspraak gedaan na de zitting op 10 maart 2022, waarbij eiseres niet aanwezig was, terwijl verweerder en de vergunninghoudster wel vertegenwoordigd waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht aan eiseres. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.