ECLI:NL:RBLIM:2022:2134

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 maart 2022
Publicatiedatum
18 maart 2022
Zaaknummer
ROE 20/3524
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen omgevingsvergunning voor vestiging Action niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend voor het wijzigen van het gebruik van een perceel ten behoeve van de vestiging van een Action. Eiseres, de eigenaar en verhuurder van het pand waar de Action eerder was gevestigd, heeft het beroep ingesteld nadat Action de huur had opgezegd, wat leidde tot leegstand van het pand. Eiseres heeft haar pand inmiddels verkocht en heeft niet aangetoond dat zij schade heeft geleden door de verlening van de omgevingsvergunning. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat zij haar pand op 16 december 2021 aan de gemeente Roerdalen heeft verkocht. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij schade heeft geleden door de bestuurlijke besluitvorming, wat vereist is om procesbelang te kunnen hebben. De rechtbank heeft de mondelinge uitspraak gedaan na de zitting op 10 maart 2022, waarbij eiseres niet aanwezig was, terwijl verweerder en de vergunninghoudster wel vertegenwoordigd waren.

De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht aan eiseres. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 20/3524

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

10 maart 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats 1] , eiseres,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen, verweerder,
(gemachtigden: mr. N.A.E. Schreuders en drs. O.G.W. Meuwissen).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam derde-partij], te [plaats 2] .

Procesverloop

Bij besluit van 12 juni 2020 (primaire besluit) heeft verweerder aan [naam derde-partij] (hierna: vergunninghoudster) een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van het perceel plaatselijk bekend [adres 1] in [plaats 3] .
Bij besluit van 29 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar dat eiseres tegen het primaire besluit heeft gemaakt, niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Vergunninghoudster heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2022.
Eiseres is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Vergunninghoudster is verschenen, vertegenwoordigd door [naam] .
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft voor haar beslissing de volgende motivering.
2. Eiseres voert aan dat hij eigenaar is van het pand [adres 2] in [plaats 4] (hierna: het pand) dat door hem was verhuurd aan de Action. Action heeft de huurovereenkomst beëindigd en na het vertrek van de Action stond zijn pand leeg. Om die reden verzet eiseres zich tegen de omgevingsvergunning die aan vergunninghoudster is verleend om de vestiging van de Action in het pand aan de [adres 1] in [plaats 2] mogelijk te maken. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is en dat eiseres geen procesbelang (meer) heeft omdat hij zijn pand in [plaats 4] op 16 december 2021 aan de gemeente Roerdalen heeft verkocht.
3. De rechtbank overweegt dat het procesbelang het belang is dat de eisende partij heeft bij de uitkomst van de procedure. Het gaat om wat de eisende partij in concreto met het bezwaar of (hoger) beroep wil of kan bereiken. Dit wordt door de rechtbank ex nunc beoordeeld, met andere woorden: het procesbelang kan ook na het instellen van beroep zijn vervallen. Volgens vaste jurisprudentie kan procesbelang bestaan indien de betrokkene stelt schade te hebben geleden door de bestuurlijke besluitvorming. Daartoe is vereist dat tot op zekere hoogte aannemelijk wordt gemaakt dat de gestelde schade daadwerkelijk als gevolg van deze bestuurlijke besluitvorming is geleden (uitspraak van de Afdeling van 19 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1927).
4. De rechtbank stelt vast dat eiseres haar pand op 16 december 2021 aan de gemeente heeft verkocht. Omdat eiseres geen eigenaar meer is van het pand, heeft zij geen belang meer bij de uitkomst van de procedure en daarmee is haar procesbelang komen te vervallen. Verder heeft eiseres niet gesteld en evenmin tot op zekere hoogte aannemelijk gemaakt dat zij door de verlening van de omgevingsvergunning schade heeft geleden. Eiseres is, hoewel van de behandeling ter zitting behoorlijk kennis is gegeven, niet ter zitting verschenen en heeft dat dus ook ter zitting niet gedaan. Om die reden is het beroep niet-ontvankelijk en bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.
5. Het beroep is niet-ontvankelijk en om die reden bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding. Verweerder hoeft ook het griffierecht niet aan eiseres te vergoeden.

Rechtsmiddel

6. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Waarvan door de griffier, mr. F.A. Timmers, is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de rechter en de griffier is ondertekend.
mr. F.A. Timmers mr. K.M.J.A. Smitsmans
(griffier) (rechter)
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 21 maart 2022

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.