ECLI:NL:RBLIM:2022:1992

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 maart 2022
Publicatiedatum
16 maart 2022
Zaaknummer
03/141540.21 03/136449-21 03/136445-21 03/229380-21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake onderzoekswensen in het onderzoek Graniet (Sky ECC)

Op 14 maart 2022 heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een tussenbeslissing genomen in het onderzoek Graniet, dat betrekking heeft op vier verdachten die met elkaar in verband staan. Deze beslissing volgt op een regiezitting van 31 januari 2022, waar de verdediging en de officier van justitie hun standpunten over ingediende onderzoekswensen hebben toegelicht. De rechtbank heeft de onderzoekswensen van de verdediging en de standpunten van de officier van justitie beoordeeld en heeft vastgesteld welke verzoeken ter beoordeling voorliggen. De rechtbank benadrukt dat de beslissingen voorlopig van aard zijn, gezien de fase van de strafzaken.

De zaak betreft het gebruik van versleutelde communicatie via de SkyECC-app, die door Sky Global werd aangeboden. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar Sky Global en de gebruikers van SkyECC is informatie verkregen door het hacken van servers in Frankrijk en Canada. De rechtbank heeft zich gebogen over verzoeken die betrekking hebben op het vertrouwensbeginsel en de JIT-overeenkomst, en heeft de officier van justitie opgedragen om nadere uitleg te geven over de JIT-overeenkomst en de toestemming van de rechter-commissaris voor het gebruik van gegevens uit het onderzoek Argus.

Daarnaast zijn er verzoeken gedaan om getuigen te horen, waarvan sommige zijn toegewezen en andere zijn afgewezen. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om een proces-verbaal op te maken waarin de toets tot gebruik van Sky-communicatie wordt beschreven. De beslissing is genomen in het bijzijn van de griffier en zal worden verspreid aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers:
03.141540.21 ( [verdachte 1] )
03/136449-21 ( [verdachte 2] )
03/136445-21 ( [verdachte 3] )
03/229380-21 ( [verdachte 4] )
Datum beslissing: 14 maart 2022
Tussenbeslissing van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, inzake onderzoek Graniet, in de zaak tegen de verdachte

[verdachte 1] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1954,
wonende te [adres 1] ,
gedetineerd in P.I. Grave te Grave.
De raadsman van de verdachte is mr. P.W. Szymkowiak, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

[verdachte 2] ,

geboren te [geboortedag 1] op [geboortedag 2] 1964,
wonende te [adres 2] ,
gedetineerd in P.I. Zuid Oost, locatie Roermond te Roermond.
De raadslieden van de verdachte zijn mr. N.C.M.L. Bloebaum en mr. B.G. Janssen, advocaten kantoorhoudende te Maastricht.

[verdachte 3] ,

geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 3] 1974,
wonende te [adres 3] ,
gedetineerd in P.I. Sittard te Sittard.
De raadslieden van de verdachte zijn mr. S. Weening en mr. T. Straten, advocaten kantoorhoudende te Maastricht.

[verdachte 4] ,

geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedag 4] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
De raadsman van de verdachte is mr. R. Malewicz, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam
Algemeen
Deze tussenbeslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2022 en bevat de beslissingen in de niet gevoegde, maar wel inhoudelijk samenhangende zaken van de vier verdachten, die elkaars medeverdachten zijn. Voorafgaand aan die terechtzitting hebben de raadslieden schriftelijk onderzoekswensen ingediend en heeft de officier van justitie schriftelijk zijn standpunt over de ingediende onderzoekswensen kenbaar gemaakt. Op de regiezitting van 25 november 2021 zijn de onderzoekswensen aangevuld en besproken en hebben de verdediging en de officier van justitie hun standpunten nader toegelicht.
Na de regiezitting heeft de officier van justitie bij e-mail van 4 februari 2022 een korte aanvullende reactie verstuurd, die aan dit proces-verbaal zal worden gehecht.
De rechtbank heeft op basis van de schriftelijke standpunten en verzoeken en hetgeen tijdens de regiezitting naar voren is gebracht, vastgesteld welke concrete verzoeken op dit moment ter beoordeling voorliggen en zal deze hierna inhoudelijk bespreken.
Op voorhand zij opgemerkt dat alle overwegingen en daaraan gekoppelde beslissingen die hierna volgen naar hun aard en inhoud - en gelet op de fase waarin de behandeling van de strafzaken zich bevindt - een voorlopig karakter hebben.
De rechtbank zal deze beslissingen schriftelijk mededelen en verspreiden en er zal geen extra ingelaste terechtzitting zijn. Zowel de officier van justitie als de verdediging hebben hiermee ingestemd.
Inleiding
SkyECC is een programma (“app”) waarmee versleutelde berichten konden worden verstuurd, welk programma werd aangeboden door Sky Global. Sky Global was een Canadese aanbieder van (versleutelde) smartphones en de berichtenapp "SkyEcc". De berichten die met deze app werden verstuurd waren versleuteld en het berichtenverkeer verliep via servers in Frankrijk en Canada. In het kader van een (internationaal) strafrechtelijk onderzoek naar Sky Global (het onderzoek WERL) en de NN-gebruikers van SkyEcc (het onderzoek 26Argus (ook wel Argus genoemd)) was het gelukt deze servers te “hacken” en aldus het versleutelde berichtenverkeer te ontsleutelen. Informatie uit het onderzoek ARGUS is op enig moment verstrekt aan het onderzoek GRANIET.
De beslissingen
Vertrouwensbeginsel en JIT-overeenkomst
Een belangrijk deel van de onderzoekswensen ziet op stukken die betrekking hebben op de Franse operatie om de data uit de telefoons te verkrijgen. Het is inmiddels vaste rechtspraak dat dergelijke verzoeken afstuiten op het vertrouwensbeginsel, ook voor zover een beroep wordt gedaan op een schending van artikel 8 EVRM. Voor zover een beroep is gedaan op de analogie met een buitenlandse operatie op Nederlands grondgebied, stuit die erop af dat niet is gebleken dat daarvan in het onderzoek Argus dan wel in onderzoek Graniet sprake was.
Dat verzoeken afstuiten op het vertrouwensbeginsel is echter niet vanzelfsprekend het geval waar het de JIT-overeenkomst betreft. Dat is immers geen stuk dat (uitsluitend) op de Franse operatie betrekking heeft, wat de vraag doet rijzen waarom deze overeenkomst niet zou kunnen worden overgelegd.
[1] De rechtbank draagt de officier van justitie op zich hier nader over uit te laten.
De rechtbank doelt dan uitdrukkelijk niet op normatief gemotiveerde redenen (waarom het niet zou
hoeven) maar om redenen van inhoudelijke aard die maken dat het onwenselijk is dat de rechtbank en de verdediging kennis kunnen nemen van de JIT-overeenkomst.
Argus
Voor zover stukken worden verzocht die zien op het onderzoek Argus, gericht tegen Sky ECC en de natuurlijke personen die daaraan leiding geven, is de rechtbank van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de informatie uit dat onderzoek voor de huidige verdenking (tegen de verdachten in het onderzoek Graniet), behalve voor zover die reeds blijkt uit de reeds verstrekte stukken, relevant is. Een beroep op de relevantie van vormverzuimen in een ander onderzoek of in een voorfase van het onderhavige onderzoek (zoals bedoeld in Hoge Raad 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889) stuit erop af dat van dergelijke vormverzuimen jegens de verdachten in de onderhavige zaken niet is gebleken. Daarmee is evenmin de noodzaak gegeven om die onderliggende stukken aan het dossier toe te voegen. De verzoeken die daarop zien, zullen worden afgewezen.
Toestemming rechter-commissaris onderzoek tegen andere verdachten
Voorts zien de verzoeken op de stukken waaruit blijkt dat de toestemming van de rechter-commissaris is verleend om de informatie die in het onderzoek Argus is verzameld te gebruiken voor nader onderzoek tegen de verdachten, wat heeft geresulteerd in het onderzoek Graniet. Dat wil zeggen, de informatie waaruit blijkt dat de verdenking tegen deze verdachten is getoetst aan de voorwaarden die de rechter-commissaris bij het afgeven van de art. 126uba Sv-machtiging heeft verbonden aan het gebruik van die data (proces-verbaal AMS-0012 en AMS-0014 d.d. 6 mei 2021).
De officier van justitie heeft bij voormelde email van 4 februari 2021 een proces-verbaal van de rechters-commissarissen van 1 februari 2022 verspreid, waarin de rechters-commissarissen uitleggen dat het aan de officier van justitie van het onderzoek Argus is om ex art. 126dd Sv toestemming te geven om de onderzoeksdata uit dat onderzoek te gebruiken in andere onderzoeken en niet aan de rechter-commissaris. De rechtbank heeft er ter zitting echter op gewezen dat in het procesdossier de informatie is opgenomen dat de rechter-commissaris toestemming heeft verleend om de data uit Argus, die betrekking heeft op verschillende Sky-identiteiten verder te gebruiken en te analyseren. Om elk misverstand te voorkomen, citeert de rechtbank hierbij uit het procesdossier de relevante passage gedeeltelijk (p. 19-20 Eindproces-verbaal):

“Oorspronkelijke verzoek

Op 08-03-2021 is door de rechter commissaris, aan het onderzoeksteam van onderzoek
LB-2222 L8RAA21003 Graniet, toestemming
verleend om de via SkyECC gevoerde
communicatie van de hieronder in de tabel weergegeven personen en Sky-ID's te
onderzoeken, evenals de communicatie van hun contacten met anderen (de zogeheten
Kader B subjecten). [..]
Toestemming rechter-commissaris voor uitbreiding aanvullend onderzoek naar Sky-accounts
De rechter-commissaris heeft op 2 april 2021 uitbreidingaanvullende toestemming
verleend om de voor onderzoek Graniet relevante gegevens vanuit Argus te gebruiken Het OM Argus had eerder toestemming gebruik gegevens voor een ander doel afgegeven (art. 126dd, lid 1 Wetboek van Strafvordering). De beslissing van de rechter commissaris behelst onderstaande Sky-accounts en de daarbij behorende kaders [..]
De officier van justitie heeft ter zitting de rechtbank niet kunnen informeren op welke basis die (aanvullende) toestemming is verstrekt en op welke wijze die toestemming vervolgens is verleend. Aangezien het gebruik van de informatie tegen andere verdachten dan Sky ECC c.s. door de rechter-commissaris aan voorwaarden is verbonden, zal in beginsel uit het dossier moeten blijken dat de toets aan die voorwaarden ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
[2] De rechtbank draagt de officier van justitie op om alsnog een proces-verbaal te doen opmaken waaruit blijkt dat de in voormeld proces-verbaal van 6 mei 2021 bedoelde toets tot gebruik en verdere analyse van Sky communicatie heeft plaatsgevonden, op welke basis die toestemming is verstrekt door de rechters-commissarissen en op welke wijze die toestemming vervolgens is verleend.
Dataset Sky ECC
Namens verschillende verdachten is verzocht de dataset met Sky ECC-gegevens te mogen inzien. In de e-mail van 4 februari 2022 is door de officier van justitie meegedeeld dat een beveiligde link kan worden verstrekt waarmee de data in de
cloudkunnen worden geraadpleegd. De rechtbank verstaat dat de officier die link dan ook op verzoek van de verdediging zal verstrekken, zodat de verdediging ten minste kennis kan nemen van data die betrekking hebben op de respectievelijke (chat)gesprekken waar de desbetreffende verdachte aan zou hebben deelgenomen. De rechtbank ziet vooralsnog niet de noodzaak om te bepalen dat de verdediging kennis kan nemen van álle metadata, dus ook die data die betrekking hebben op andere chatgesprekken dan waaraan de betreffende verdachte zou hebben deelgenomen. Door de verdediging is de noodzaak daarvan ook niet nader onderbouwd, bijvoorbeeld door aan te geven aan welk concreet verweer die ‘andere’ data zouden moeten worden gekoppeld. De rechtbank wijst het verzoek in zoverre dan ook af.
Verzoeken met betrekking tot het horen van getuigen
Namens de verdachte
[verdachte 2]is verzocht de navolgende getuigen te horen:
[verdachte 1]
[verdachte 3]
[verdachte 4]
[getuige]
anonieme gebruiker(s) van Sky ECC-account [nummer 1] en [nummer 2] en [nummer 3] .
De rechtbank wijst deze verzoeken tot het horen van de medeverdachten onder 1 tot en met 3 toe. De rechtbank ziet geen verdedigingsbelang bij het horen van getuige [getuige] (onder 4) en zal het verzoek dat daarop ziet afwijzen. Voor zover het verzoek ziet op het horen van de anonieme gebruikers van de accounts vermeld onder 5 wordt het eveneens afgewezen. Mocht de identiteit van die laatste personen bekend worden, dan kan de verdediging een nieuw verzoek indienen.
Namens de verdachte
[verdachte 1]is verzocht de navolgende getuigen te horen:
[verdachte 2]
[verdachte 3]
[verdachte 4]
De rechtbank wijst deze verzoeken tot het horen van deze medeverdachten toe.
Namens de verdachte
[verdachte 3]is verzocht de navolgende getuigen te horen:
de rechter-commissarissen bekend onder nummer [nummer 4] en [nummer 5] , die de machtiging ex art. 126uba Sv hebben afgegeven
de officieren van justitie bekend onder nummer [nummer 6] , [nummer 7] en [nummer 8] , verantwoordelijk voor het Sky ECC-onderzoek.
De rechtbank ziet – mede in het licht van de voorgaande overwegingen – geen verdedigingsbelang bij het horen van deze getuigen.
Namens de verdachte
[verdachte 4]is verzocht de navolgende getuigen te horen:
[verdachte 3]
[verdachte 1]
[verdachte 2]
getuigen betrokken bij verscheping container [nummer 9]
betrokkenen overig contacten via Sky ECC opgenomen in het dossier
De rechtbank wijst de verzoeken tot het horen van de onder 1 tot en met 3 vermelde medeverdachten toe.
De verzoeken om de getuigen te horen die mogelijk iets met het transport te maken hebben, de getuigen onder 4 en 5, worden afgewezen, nu deze verzoeken onvoldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank verstaat dat het verzoek om een deel van het dossier uit het Duits te vertalen, is ingetrokken en dat waar het betreft de
chain of evidence(is de geteste cocaïne afkomstig uit de bewuste container) nader overleg zou plaatsvinden tussen de raadsman en de officier van justitie, zodat zij ook daarop niet hoeft te beslissen.
Ten aanzien van overige verzoeken
De rechtbank veronderstelt hiermee op alle onderzoekswensen te hebben beslist. Zij merkt daarenboven op dat veel van de afgewezen verzoeken een generiek karakter hebben (
“alle stukken die…”) zonder dat hieraan een specifiek verweer namens de desbetreffende verdachte (
“ik was dat niet, want…”) is gekoppeld. De rechtbank sluit niet uit dat aan reeds gestelde onderzoekswensen alsnog gevolg kan worden gegeven, indien de noodzaak daarvan blijkt doordat ze aan een dergelijk concreet verweer zouden kunnen worden gekoppeld.
Mocht een van de raadslieden constateren dat in het voorgaande in het geheel verzuimd is te beslissen op een door haar/hem gestelde onderzoekswens, dan gaat de rechtbank ervan uit dat dit tijdig schriftelijk kenbaar wordt gemaakt, zodat daarop zo nodig alsnog kan worden beslist.
[3] De rechtbank verwijst de zaken [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 4] naar de rechter-commissaris voor het horen van de verdachten als getuigen in elkaars zaken.Dit geldt niet voor de zaak van [verdachte 3] (namens wie immers niet is verzocht zijn medeverdachten te horen).

Beslissingen

1.
De rechtbank draagt de officier van justitie op zich nader uit te laten over inhoudelijke redenen die zich er (al dan niet) tegen verzetten dat de JIT-overeenkomst wordt verstrekt.
2.
De rechtbank draagt de officier van justitie op om alsnog een proces-verbaal te doen opmaken waaruit blijkt dat de in voormeld proces-verbaal van 6 mei 2021 bedoelde toets tot gebruik en verdere analyse van Sky communicatie heeft plaatsgevonden, op welke basis die toestemming is verstrekt door de rechters-commissarissen en op welke wijze die toestemming vervolgens is verleend.
3.
De rechtbank verwijst de zaken [verdachte 2] , [verdachte 1] en [verdachte 4] naar de rechter-commissaris voor het horen van de verdachten als getuigen in elkaars zaken.
Deze beslissing is op 14 maart 2022 genomen door mr. R. Verkijk, voorzitter,
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. L.E.M. Hendriks, rechters, in het bijzijn van A.K. Smits, griffier.
Deze beslissing zal via de e-mail worden verstuurd aan de officier van justitie en de raadslieden, en zal tevens worden gevoegd als bijlage bij de processen-verbaal van de zitting van 31 januari 2022.