ECLI:NL:RBLIM:2022:1968

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
9543234 \ CV EXPL 21-5734
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en beoordeling van verweer inzake afgesproken kosten en garantie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 maart 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VOOR DE ZAAK B.V. (eisende partij) en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 4.387,47, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten. De gedaagde partij voerde verweer en stelde dat er mondeling was afgesproken dat de kosten niet meer dan € 2.500,00 zouden bedragen en dat de eisende partij had gegarandeerd de zaak te winnen. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van de gedaagde partij niet was aangetoond of onderbouwd. De kantonrechter wees de vordering van de eisende partij toe en kende ook de incassokosten toe tot een bedrag van € 658,12. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 1.231,15. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9543234 \ CV EXPL 21-5734
Vonnis van de kantonrechter van 16 maart 2022
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VOOR DE ZAAK B.V.,
gevestigd te Venlo,
eisende partij,
gemachtigde mr. A.J.T.M. Oudenhoven,
tegen:
[gedaagde] , h.o.d.n. [naam],
wonend [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek.
  • de conclusie van dupliek
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft in opdracht en ten behoeve van gedaagde partij juridische werkzaamheden verricht.
2.2.
Eisende partij heeft een aantal facturen aan gedaagde partij verstuurd. Deze facturen zijn niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 4.387,47, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisende partij vordert betaling van de openstaande facturen. Gedaagde partij voert verweer en geeft aan dat er mondeling was afgesproken dat de kosten niet meer dan € 2.500,00 zouden bedragen. Verder garandeerde eisende partij dat zij de zaak zou winnen, aldus gedaagde partij. Indien die garantie niet zou zijn gegeven dan had gedaagde partij nooit opdracht gegeven. Verder betwist gedaagde partij de verschuldigdheid van incassokosten.
4.2.
Bij repliek licht eisende partij haar stellingen toe en bespreekt zij het verweer van gedaagde partij. Gedaagde partij is vervolgens in de gelegenheid gesteld om te reageren en het verweer verder toe te lichten. Dit heeft gedaagde partij niet gedaan. De bij repliek aangevoerde stellingen staan daarom als onbetwist tussen partijen vast. Daarnaast geldt dat gedaagde partij het verweer niet aantoont of onderbouwt. Er is niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat er een afspraak was gemaakt over de hoogte van de kosten en over een door eisende partij gegeven garantie. De kantonrechter passeert daarom het verweer van gedaagde partij en wijst de vordering van eisende partij toe. De incassokosten worden daarbij toegewezen tot een bedrag van € 658,12.
4.3.
Gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 102,15
  • griffierecht 507,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.231,15
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze.
4.4.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 5.045,59, vermeerderd met de contractuele vertragingsrente ad 1% per maand over € 4.387,47 vanaf 8 mei 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 1.231,15,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: