ECLI:NL:RBLIM:2022:1924

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/03/300598 / HA ZA 22-8
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een incident tot voeging in een geschil tussen appartementseigenaren

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in een incident tot voeging, waarbij de rechtbank de verzoeken van twee appartementseigenaren heeft toegewezen om zich te voegen aan de zijde van de Vereniging van Eigenaren (VvE) in een lopende procedure. De VvE was eerder gedagvaard door andere appartementseigenaren, die vorderden dat bepaalde besluiten van de VvE nietig verklaard zouden worden. De verzoekers, die ook leden van de VvE zijn, stelden dat zij belang hadden bij de uitkomst van de procedure, omdat deze direct invloed had op hun eigendomsrechten en financiële positie. De rechtbank oordeelde dat de verzoekers voldoende belang hadden bij de voeging, aangezien een ongunstige uitkomst voor de VvE ook nadelige gevolgen voor hen zou kunnen hebben. De rechtbank heeft de gedaagden in het incident veroordeeld in de proceskosten, en de zaak is aangehouden voor verdere behandeling in de hoofdzaak. De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid tot voeging in civiele procedures, vooral in geschillen die de rechten van meerdere partijen raken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/300598 / HA ZA 22-8
vonnis bij vervroeging in incident van 9 maart 2022
in de zaak van
1. de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [naam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
oorspronkelijk gedaagde in de zaak met zaaknummer C/03/ 298677 HA ZA 21/581,
niet verschenen,

2 [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] ,

3.
[eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3],
beiden wonend te [woonplaats 1] ,
eisers in het verzet,
eisers in het incident tot voeging,
advocaat mr. F.H.I. Hundscheid,
tegen

1.[gedaagde in het verzet, gedaagde in het incident tot voeging sub 1] ,

2.
[gedaagde in het verzet, gedaagde in het incident tot voeging sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 2] ,
oorspronkelijk eisers in de zaak met zaaknummer C/03/298677 / HA ZA 21-581, gedaagden in het verzet,
gedaagden in het incident tot voeging,
advocaat mr. L. Isenborghs.
Partijen zullen hierna de VvE, [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] , [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] en [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 12 januari 2022
  • de incidentele conclusie tot voeging met producties 1 en 2
  • de incidentele conclusie van antwoord in het voegingsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten2.1. [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] zijn eigenaar van een appartementsrecht, rechtgevend op het uitsluitend gebruik van het appartement gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats 1] .

2.2.
Naast [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] zijn er nog twee appartementseigenaren; [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] ( [adres 2] ) en [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] ( [naam] ). Tezamen vormen zij de VvE.
3. Het geschil
in de hoofdzaak3.1. [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] hebben de VvE gedagvaard. Zij vorderen (als oorspronkelijke eisers in de zaak genummerd C/03/298677 / HA ZA 21-581) dat de rechtbank, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. zal verklaren voor recht dat het op 25 februari 2021 genomen besluit tot, kortweg
gezegd,
a. verlening van toestemming aan [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] om een berging te bouwen, voorzien
van een toegangstrap,
b. instemming met het wijzigen van de splitsingsakte, aldus dat de te realiseren berging
met toegangstrap wordt toegevoegd aan het appartementsrecht van [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] , en
c. instemming met de wijziging van de breukdelen, aldus dat:
- de eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 3 (lees: [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] )
gerechtigd is voor 172/5 11 onverdeeld aandeel;
- de eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 4 (lees: [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] )
gerechtigd is voor 237/511 onverdeeld aandeel;
- de eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 5 (lees: [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] )
gerechtigd is voor 99/5 11 onverdeeld aandeel;
- de eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 6 (lees: gezamenlijk
eigendom) gerechtigd is voor 3/511 onverdeeld aandeel,
nietig is wegens strijd met de splitsingsakte,
2. de VvE zal veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
De vordering is bij verstekvonnis van 15 december 2021 toegewezen.
in het incident
3.2.
[eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] en [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] vorderen dat het hen is toegestaan om zich in de (oorspronkelijke) hoofdzaak aan de zijde van de VvE, als oorspronkelijk gedaagde, te voegen. Als onderbouwing stellen zij dat zij zich, als leden van de VvE, in een zodanige met het onderwerp van geschil verband houdende rechtsbetrekking bevinden, dat zij, samen met de VvE, er belang bij hebben dat de vorderingen van [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] worden afgewezen. De door [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] aangevallen besluiten hebben rechtstreeks betrekking op het appartementsrecht van [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] . Verder beïnvloedt de door [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] gevorderde proceskostenveroordeling ten laste van de VvE in elk geval indirect ook de vermogenspositie van [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] en [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] .
3.3.
[gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] zijn van mening dat [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] als gevoegde partij aan de zijde van de VvE kan worden toegelaten. [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] verzetten zich tegen de verzochte voeging van [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] . Zij stellen dat [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] geen nadelige gevolgen kan ondervinden van een veroordeling van de VvE. Het zou in het voordeel van [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] zijn indien het besluit van de VvE nietig wordt verklaard. Door het besluit van de VvE wordt inbreuk gemaakt op het (gemeenschappelijke) eigendomsrecht van [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] en zijn aandeel in het eigendomsrecht wordt kleiner.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Ingevolge het bepaalde in artikel 217 Rv kan een ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding vorderen zich daarin te mogen voegen. Voor het aannemen van een belang bij voeging is voldoende dat een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde de derde zich voegt, de rechtspositie van de derde nadelig kan beïnvloeden.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen. Dat geldt ook voor de vordering van [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] , alleen al omdat zijn vermogenstoestand, direct dan wel indirect, kan worden beïnvloed door het geschil. Zo kan zijn eigendomsbreukdeel door het geschil worden gewijzigd en kan een proceskostenveroordeling van de VvE doorwerken op de door elke eigenaar te betalen bijdrage.
4.3.
[gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
staat [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] en [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] toe om zich in de hoofdzaak aan de zijde van de VvE te voegen,
5.2.
veroordeelt [gedaagden in het verzet, gedaagden in het incident tot voeging] in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] / [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] tot op heden begroot op € 563,00,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 april 2022voor conclusie van antwoord aan de zijde van [eiseres in het verzet, eiseres in het incident tot voeging sub 2] en [eiser in het verzet, eiser in het incident tot voeging sub 3] .
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022. [1]

Voetnoten

1.type: AH