3.Het geschil
in de hoofdzaak3.1. De Zorggroep stelt in de hoofdzaak onder meer dat tussen haar en [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] een (mondelinge) overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] was uit hoofde van deze overeenkomst gehouden een inventarisatie van radio’s en tv’s binnen de Zorggroep bij verschillende auteursrechtenorganisaties in te dienen, alsmede om facturen van deze organisaties namens De Zorggroep te betalen. Deze facturen zou [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] vervolgens bij De Zorggroep in rekening brengen.
De Zorggroep vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht zal verklaren dat [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] , althans [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] en/of [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] , jegens De Zorggroep toerekenbaar tekort is/zijn geschoten in de nakoming van haar/hun verplichtingen uit hoofde van de opdrachtovereenkomst, waaronder het niet (tijdig) indienen van de inventarisatie van radio’s en tv’s binnen De Zorggroep bij de verschillende auteursrechtenorganisaties;
2. voor recht zal verklaren dat De Zorggroep € 508.142,05 onverschuldigd aan [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] , althans [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] en/of [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] heeft betaald, althans dat [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] , althans [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] en/of [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] , voor
dit bedrag ongerechtvaardigd is/zijn verrijkt;
3. voor recht zal verklaren dat [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] en/of [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle verbintenissen die verband houden met de tekortkoming in de nakoming zijdens [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] , de onverschuldigde betaling van De Zorggroep aan [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] en/of de ongerechtvaardigde verrijking van [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] ten koste van De Zorggroep;
4. voor recht zal verklaren dat de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 3] en/of de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 6] onrechtmatig jegens [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] heeft c.q. hebben gehandeld door a) de inventarisatie van radio’s en tv’s binnen De Zorggroep niet (tijdig) bij de verschillende auteursrechtenorganisaties in te dienen; b) de verzending van facturen aan De Zorggroep die niet overeenstemmen met de bedragen die door de auteursrechtenorganisaties in rekening zijn gebracht; en c) de bedragen die zijn ontvangen van De Zorggroep die de factuurbedragen van de auteursrechtenorgani-saties overstijgen, te verduisteren;
5. voor recht zal verklaren dat de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 3] en/of de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 6] jegens De
Zorggroep hoofdelijk aansprakelijk is/zijn voor alle schade die verband houdt met het onrechtmatig handelen van de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 3] en/of de heer [gedaagde, eiser in het incident sub 6] zoals uiteengezet onder sub 4;
6. gedaagden, althans één of meerdere van hen, hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan De Zorggroep van € 508.142,05, te vermeerderen met de wettelijke rente, primair:
• voor € 103.157,74 vanaf 27 juni 2018;
• voor € 130.984,82 vanaf 14 februari 2019;
• voor € 574,78 vanaf 30 april 2019;
• voor € 129.426,15 vanaf 28 januari 2020;
• voor € 13.349,47 vanaf 16 februari 2021; en
• voor € 130.649,29 vanaf 16 maart 2021;
subsidiair vanaf 18 augustus 2021, meer subsidiair vanaf 14 september 2021 en meest subsidiair vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
7. gedaagden, althans één of meerdere van hen, primair, hoofdelijk te veroordelen tot vrijwaring van De Zorggroep tegen mogelijke aanspraken van de auteursrechtenorganisaties in verband met het niet (tijdig) indienen van de inventarisatie van radio’s en tv’s binnen De Zorggroep, waaronder het – met terugwerkende kracht – laten vervallen van (aanmeld)kortingen en eventuele naheffingen over de jaren 2018 tot en met 2021 en, subsidiair, te veroordelen tot vergoeding van de door De Zorggroep geleden schade als gevolg van de in sub 1 en sub 4 beschreven tekortkomingen c.q. onrechtmatige gedragingen, op te maken bij staat;
8. gedaagden, althans één of meerdere van hen, hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan De Zorggroep van € 4.315,71 ten titel van buitengerechtelijke (incasso)kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
9. gedaagden, althans één of meerdere van hen, hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan De Zorggroep van de beslagkosten ad € 3.403,23, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
10. gedaagden, althans een of meerdere van hen, hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
in beide incidenten3.2. [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] en [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] (hierna tezamen: [gedaagde sub 1 en sub 4] ) respectievelijk [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] en [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] hebben in de hoofdzaak een incident tot oproeping in vrijwaring opgeworpen.
3.3.[gedaagde sub 1 en sub 4] . vorderen dat hen wordt toegestaan [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] , [gedaagde, eiser in het incident sub 3] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] en [gedaagde, eiser in het incident sub 6] (hierna tezamen: [gedaagde sub 2, sub 3, sub 5 en sub 6] ) in vrijwaring op te roepen. Ter onderbouwing van het verzoek stellen [gedaagde sub 1 en sub 4] . dat [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] en [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] met als bestuurders [gedaagde, eiser in het incident sub 3] en [gedaagde, eiser in het incident sub 6] tot 1 april 2022 (naar de rechtbank begrijpt 2021) samen met [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] het bestuur hebben gehad over [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] . [gedaagde sub 1 en sub 4] . stellen zich op het standpunt dat [gedaagde sub 2, sub 3, sub 5 en sub 6] onrechtmatig meer dan 4 miljoen euro uit [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] hebben onttrokken, zonder medeweten van [gedaagde sub 1 en sub 4] . Verder is verzocht de vrijwaring toe te staan tegen een roldatum in augustus 2022, nu tussen gedaagden een procedure ex art. 96 Rv aanhangig is bij de kantonrechter van deze rechtbank. Waarschijnlijk zal voor augustus 2022 de beslissing in die procedure zijn genomen en is de vrijwaring niet langer nodig.
3.4.[gedaagde, eiseres in het incident sub 2] en [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] vorderen op hun beurt dat hen wordt toegestaan [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] in vrijwaring op te roepen. Zij stellen dat nu [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] op 1 april 2021 is overgedragen aan [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] , [gedaagde, eiseres in het incident sub 4] gehouden is om alle zaakschulden van [gedaagde, eiseres in het incident sub 1] te voldoen.
3.5.De Zorggroep refereert zich voor wat betreft beide incidenten aan het oordeel van de rechtbank. Wel maakt zij bezwaar tegen de door [gedaagde sub 1 en sub 4] . verzochte roldatum in augustus 2022, nu dit zal leiden tot aanzienlijke vertraging van de procedure. Teneinde voorafgaand aan de oproepingen in vrijwaring duidelijkheid te verkrijgen omtrent de onderlinge verhouding tussen [gedaagde sub 1 en sub 4] . enerzijds en [gedaagde, eiseres in het incident sub 2] en [gedaagde, eiseres in het incident sub 5] anderzijds, verzoekt zij om een mondelinge behandeling voorafgaand aan het vonnis in de vrijwaringsincidenten.
4. De beoordeling in beide incidenten
4.1.De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vorderingen moeten worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vorderingen kunnen dragen. Het verzoek van de Zorggroep om een mondelinge behandeling voorafgaand aan het vonnis in incident zal worden afgewezen, nu de agenda van de rechtbank de eerste maanden geen mondelinge behandeling toelaat. Voortvarend procederen brengt met zich dat vonnis in incident gewezen zal worden. Ook het verzoek van [gedaagde sub 1 en sub 4] . om de vrijwaring toe te staan tegen een roldatum in augustus 2022 zal worden afgewezen, nu de eisen van een goede procesorde met zich brengen dat de hoofdzaak zo spoedig mogelijk moet worden voortgezet. De door eisers in het incident genoemde tijdsperikelen komen volledig voor hun risico.
4.2.De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.